Acht Nederlandse (branche)organisaties op het gebied van digitalisering maken zich zorgen over de traagheid waarmee de overheid invulling geeft aan haar digitale agenda. Verschillende agenda’s zijn al zo’n vier jaar oud terwijl de digitale ontwikkelingen voortrazen.
Ze dringen aan op concretisering en intensivering van beleid, waarvoor een aantal aanknopingspunten in de Kamerbrief ‘Hoofdlijnen beleid voor Digitalisering’ ontbreekt. Vanmiddag spreekt staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Digitale Zaken) hierover met de Tweede Kamer. Voornaamste bewaar is dat haar ministerie zich eenzijdig richt op de digitale overheid en bescherming van de digitale rechten van de burger. ‘Voor andere onderwerpen zien we herhalingen van eerdere agenda’s zonder de nodige handen en voeten’, luidt de kritiek.
Ondertekenaars zijn Amsterdam Internet Exchange, Branchevereniging voor Telecom Grootgebruikers, Cyberveilig Nederland, Digitale Infrastructuur Nederland, Dutch Cloud Community, Dutch Data Center Association, Fiber Carrier Association en Nationale Beheersorganisatie Internet Providers.
Ze pleiten voor een integrale actieagenda voor een brede digitale infrastructuur. Het gaat niet alleen om 5G, maar om het ecosysteem van alle vaste en mobiele (telecom-)verbindingen, intercontinentale verbindingen, zeekabels, internetknooppunten, backbones alsmede cloud en hosting. Belangrijk zijn ook datacenters, waarin al deze faciliteiten en functies met elkaar verbonden zijn.
Zeekabels
De gewenste voordelen van de 5G netwerken zijn te realiseren als niet alle genoemde onderdelen mee kunnen groeien. Op dit moment vragen enkele van die kwesties dringend aandacht. Denk aan de noodzakelijke vervanging van zeekabels, de achterblijvende groei van Nederlandse aanbieders van hosting en cloud op de Europese markt en natuurlijk de problemen rond de maatschappelijke en ruimtelijke inpassing van datacenters.
Verder maakt de sector zich ongerust over de benaderingswijze van datacenters. ‘De constatering dat er sprake is van onbekendheid met energie- en watergebruik lijkt niet inhoudelijk onderbouwd maar politiek gemotiveerd te zijn.’ Belangrijker is dat de kansen en uitdagingen van de nationale datacenter-sector vragen om een integrale blik, nationale regie en sterke coördinatie. Die zijn nodig om enerzijds de economische potentie te benutten op en anderzijds de vraagstukken rondom stroom, ruimte en energie het hoofd te bieden.
Gaia-X
De sector maakt zich ook zorgen over de kansen voor Nederlandse bedrijven die participeren in het Gaia-X-project. Dat ook bestaande niet-Europese marktpartijen dezelfde Gaia-X-diensten zullen gaan leveren, betekent dat er, zonder specifiek flankerend beleid, geen zicht is op een betere positie van Nederlandse aanbieders in de EU-markt.
Tenslotte zijn er zorgen over het klaarblijkelijk onvoorwaardelijke optimisme over de plannen van de Europese Commissie. De aanname dat alles wat de commissie doet de Nederlandse ambities steunt, wordt riskant genoemd. Denk aan de potentieel zeer ingrijpende gevolgen van de certificeringen die horen bij de nieuwe Richtlijn voor Netwerk- en Informatiebeveiliging NIB2, voor het Nederlandse digitale mkb.
Mooi nautisch woordgebruik ook in deze Kamerbrief waarbij wel drie keer wordt gezegd dat overheden meer aan het roer moeten gaan staan bij de digitale transformatie van de samenleving, maar de bijdrage vanuit een I&W in de brief beperkt blijft tot mobiliteit met autootjes op het land. Omdat de digitalisering en integratie van vervoersmodaliteiten/sectoren zoals scheepvaart en spoor veel belangrijker zijn voor zowel de economie als duurzaamheid. Ook jammer dat er nog geen aandacht voor een call-to-action als Future Network Services in de Kamerbrief te vinden is.
Grote roerganger moet uiteraard wel een richting hebben want de agenda van verandering is er niet altijd één van verbetering. Lobbyverenigingen lijken tenslotte de memo van een verkiezingsuitslag gemist te hebben aangaande het politieke probleem van de energiehonger want de groei is mede uit de hosting doordat het in deze markt als met de 5 voetbalverenigingen in Boerenkoolstronkeradeel is. Teveel hetzelfde en te weinig innovatie drukt uiteindelijk op de marges als we kijken naar het rendement per vloertegel.