Waar TCS Nederland de afgelopen jaren fors groeide, viel die groei na de uitbraak van de pandemie in 2020 stil. Er volgde een snel herstel in 2021. Recente opvallende wapenfeiten zijn de eerste contracten bij de overheid: CBR en Tennet. Volgens directeur Josu Devasia is het Indiase bedrijf na bijna dertig jaar in Nederland stevig geworteld. ‘Wij zijn allang geen ‘best kept secret’ meer.’
Na tien jaar lang exceptionele groeicijfers stokte de groei voor TCS in Nederland in het eerste covid-jaar. Vooral in de eerste helft van 2020 zakte de vraag naar it-diensten bij grote bedrijven, waaronder KLM (al ruim vijfentwintig jaar klant) en de grootbanken, in. In het gebroken boekjaar 2020/2021, eindigend op 31 maart 2021, is die daling terug te zien met een omzet van 619,4 miljoen euro (2019/2020: 646,8 miljoen) en nettowinst van 39,5 miljoen (2019/2020: 39,7 miljoen). ‘Het was een uitdagend jaar’, vertelt directeur Josu Devasia. ‘maar gelukkig keerde het tij snel. Klanten wilden met oog op het thuiswerken en de versnelling in de online-handel verder digitaliseren. Geen typisch Nederlands fenomeen overigens, dit speelde natuurlijk wereldwijd.’
In 2021 keerde de groei terug, aangedreven door die vraag naar de ondersteuning van digitale-transformatieprocessen. De overstap naar de publieke cloud speelt daarin een centrale rol, stelt Devasia. TCS helpt bij de inrichting hiervan, zoals het dit eerder deed voor onder andere Randstad en Albert Heijn. Ook de vraag naar beveiliging nam fors toe, mede door het online werken vanuit huis. Het bedrijf levert onder andere cloudsecurityservices aan Mammoet, NXP Semiconductors, ASML en Nutreco. Voor het beheer van operationele it-taken beschikt het over een geautomatiseerd, met kunstmatige intelligentie gevoed softwareplatfom: Ignio van het onderdeel Digitate.
Ambitie
Om klanten te begeleiden bij hun digitale strategie heeft het concern zogenaamde innovatiehubs ingericht, waaronder één in Amsterdam. Klanten kunnen hier in een lab-achtige opzet – TCS Pace Port geheten – samen met TCS en partners nadenken en discussiëren over nieuwe oplossingen en via prototyping beslissen om ze te vervolmaken.
Dit doet TCS allang niet meer alleen voor multinationals en grote financiële concerns, zoals naast de eerder genoemde namen klanten als ABN Amro, ING, Ahold, Vivat, Royal HaskoningDHV, Akzo Nobel en Damen Shipyards. Daar staat het bedrijf om bekend, maar tegenwoordig weten ook lokale spelers de Indiase it-dienstverlener te vinden, zoals verzekeraar Bovemij en verhuurder Boels. Vergeet niet, TCS is sinds 1992 gevestigd in Nederland en dit jaar dus dertig jaar actief op de Nederlandse markt. Daar neemt het een toppositie in, naast partijen als Capgemini, IBM, Atos en Accenture. ‘Wij zijn in de afgelopen dertig jaar harder gegroeid dan onze concurrenten. TCS is in Nederland allang geen junior meer, geen ‘best kept secret’. Uiteindelijk is onze ambitie het behalen van de nummer één-positie op de Nederlandse it-markt,’ stelt Devasia.
Achterhaald
Dat is ook terug te zien in het personeelsbestand, inmiddels zo’n 2700 man groot (waarvan bijna driehonderd bij ABN Amro, een van de grootste klanten in Europa). Daar waar TCS in de beginjaren vooral uit Indiase expats bestond, zijn er daarna veel lokale medewerkers bij gekomen, mede binnengehaald via outsourcingscontracten. Al blijven de contacten met moederland India hecht, waar een pool van bijna twaalfduizend ontwikkelaars voor TCS’ Nederlandse klanten werkt.
De laatste jaren besteedt TCS veel aandacht aan het rekruteren van jonge medewerkers, onder meer door een samenwerking met de Nyenrode Business University en andere universiteiten. Studenten kunnen bijvoorbeeld een trainee-programma over digitale transformatie bij de automatiseerder doorlopen. Daarnaast toont TCS zich meer aan de buitenwereld door (sport)sponsoring van de Dutch Open (golf) en de marathon van Amsterdam.
Het imago van een goedkope, Indiase dienstverlener die vooral goed is in het uitvoeren van generieke it-taken, is dan ook achterhaald, vindt Devasia. ‘Niet voor niets wordt TCS door klanten gevraagd mee te helpen aan complexe digitale veranderingstrajecten. Daarvoor hebben we topadviseurs in huis gehaald. We hebben inmiddels een solide reputatie in de markt opgebouwd. We steken veel tijd in communicatie met klanten, het krijgen van feedback en het meten van klanttevredenheid. Elk half jaar rapporteren wij hierover aan de ceo van TCS.’
Aanbestedingen
Om verder te groeien richt TCS zijn pijlen op sectoren waar het nog geen stevige positie heeft ingenomen. Een ervan is de overheid. Devasia acht na dertig jaar de tijd rijp om ook daar een voet tussen de deur te krijgen. ‘De publieke sector besteedt veel geld aan ict, waarvan een groot deel aan overheidsspecifieke zaken. Dat is niet ons pakkie-an. Maar door de toenemende digitalisering, versneld door de pandemie, ontstaan er behoeftes die wij wel goed kunnen ondersteunen. Zoals de cloudadoptie, de roep om betere beveiliging, het ondersteunen van de legacy, het datagedreven werken en smart cities.’
Om hierop in te kunnen spelen heeft TCS geïnvesteerd in een tenderteam om mee te doen aan aanbestedingstrajecten. Daar plukte het in 2020 de eerste vruchten van: het CBR (Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen) gunde de Indiase dienstverlener na een aanbesteding de opdracht om de (IBM-)applicaties bij de divisie Rijgeschiktheid te beheren.
Ook bij energienetbeheerder Tennet is TCS betrokken geraakt, sinds medio 2021, om mee te denken over digitale-transformatieprocessen. De energiesector is sowieso een markt waar het bedrijf met bovenmatige belangstelling naar kijkt. ‘De energietransitie naar een duurzamere toekomst vraagt om innovatieve it. Wij verwachten dan ook dat we in de nutssector een sterke marktpositie kunnen opbouwen’, stelt de TCS-directeur. Zo richtte de it-dienstverlener kortgeleden voor Neptune Energy, een Britse offshore-gasproducent die ook in Nederland (de Noordzee) actief is, een cloud-native data- en analyseplatform op.
Band met Nederland
Hoewel Nederland niet tot de grootste markten behoort, koestert het TCS-concern het land. Dertig jaar geleden vormde de Nederlandse markt het bruggenhoofd voor een verdere expansie op het Europese continent.
‘In Nederland heb je relatief veel grote bedrijven die open staan voor it-vernieuwingen. Toentertijd begon dat met outsourcing, ABN Amro bijvoorbeeld pionierde hiermee in de bankwereld. Of neem agile werken: dat omarmde KLM al snel. Nu lopen Nederlandse klanten weer voorop met clouddiensten. Klanten in andere landen, waar men terughoudender is, zien hier wat de mogelijkheden zijn. Wat dat betreft hebben we een bijzondere band met Nederland,’ aldus Devasia.
Voorbeelden businesscases
– Voor Damen Shipyard bouwde TCS het ‘connected vessel platform’, een geïntegreerde internet of things (iot)-omgeving voor het verbinden van de schepen van de vloot. Damen is hiermee in staat om gegevens van de tienduizend tot vijftienduizend sensoren aan boord van zijn schepen te verzamelen en te analyseren. De voordelen: nauwkeuriger voorspellend onderhoud, toegang tot diensten op afstand en besparingen op het brandstofverbruik. Daarmee kan de scheepsbouwer klanten gedurende de gehele levenscyclus van hun schip, van de bouw tot de ontmanteling, beter adviseren.
Ook richtte TCS voor het scheepsbouwconcern een nieuwe enterprise resource planning (erp)-cloud-omgeving in, draaiend op SAP S/4HANA en gehost in de AWS-cloud in Europa.
– Een van de sectoren waar TCS een sterke positie heeft, ook internationaal, is de detailhandel. In het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld rekent het bedrijf bijna alle grote supermarkten, met uitzondering van Tesco, tot zijn klantenkring. In Nederland is Ahold Delhaize/Albert Heijn een belangrijke klant. TCS beheert het primaire applicatielandschap (inclusief databases en middleware), biedt clouddiensten en is betrokken bij (selfservice) innovaties, onder meer in de ‘supermarkt van de toekomst’ op het Gelderlanderplein in Amsterdam. TCS werkt bij Ahold samen met andere it-partners, zoals DXC (infrastructuurbeheer), KPN (telefonie) en NCR (winkelautomatisering).
– TCS is al een aantal jaren it-partner van Shell. Die samenwerking strekt zich uit over de gehele wereld. Zo won TCS vorig jaar een Digital Case Study Award voor digitale transformatie van het Amerikaanse onderzoeks- en adviesbureau ISG voor zijn activiteiten voor Shell in Australië en Nieuw-Zeeland. Daarvoor leverde het concern een oplossing waarmee Shell dieper inzicht kreeg in stroomgebruikspatronen om zodoende sneller bij te kunnen sturen met besluitvorming.
TCS en andere Indiase IT-bedrijven zijn in de afgelopen decennia steeds meer taken gaan uitvoeren in Nederland en tientallen landen wereldwijd, waarbij de zogenaamde millennium bug, de technische vaardigheden van de Indiërs, maar vooral het kostenvoordeel na aanvankelijke scepsis en aarzeling velen over de streep trok. We zitten nu in een fase van zogenaamde digitale transformatie waarbij volledige bedrijfsprocessen en de manier waarop mensen samenwerken verandert. Dit vereist heel andere competenties en vaardigheden. Of die men ook heeft, zal blijken. Zo lang je qua kennis en vaardigheden een stap voorblijft op de klant kun je diensten blijven verkopen. Tot nu toe zijn TCS en andere Indiase slim genoeg geweest om op cruciale posities mensen neer neer te zetten met specifieke expertise of kennis van lokale markten.
Toch roept het artikel de nodige vragen op, zoals:
1. Is dit een journalistiek verhaal wat thuishoort in een serieus blad als Computable, ofwel een artikel met de nodige kritische distantie, of een doorgeefluik van het TCS marketingverhaal?
2. Waarom geen vragen over de leiding van TCS: het bedrijf zegt zo divers te zijn (40 plus landen, meer dan 200K vrouwen) terwijl het (top)management vrijwel uitsluitend uit Indiërs en Hindu mannen met een hoge kaste bestaat.
3. Bij een bedrijf dat zich graag afficheert als de TCS-familie zijn vorig jaar wel circa 75.000 mensen vertrokken, ofwel ruim 15% van het totaal en stijgend. Hoe dit goed en met de juiste expertise van hard en soft skills op te vullen is een Hercules taak, wat de kwaliteit doorgaans niet ten goede komt.
4. Hoe kan het dat een bedrijf met ruim 550.000 mensen slechts een omzet van circa 24 miljard US-dollar heeft?
5. Hoe kan het dat concurrerende bedrijven als Accenture en anderen, die ook vele tienduizenden Indiërs in India hebben werken, veel hogere omzetten p.p. halen en dus ook gebruik maken van de (voor ons) lage lonen in India.
5. TCS zegt veel belang te hechten aan klimaatverandering en ecologie tout court, terwijl het als zusterbedrijf diensten levert aan (een van) de grootste vervuilers van Nederland: Tata Steel, waarvan het Indiase management opvalt door zijn stilzwijgen.
6.`Om verder te groeien richt TCS zijn pijlen op sectoren waar het nog geen stevige positie heeft ingenomen. Een ervan is de overheid. Devasia acht na dertig jaar de tijd rijp om ook daar een voet tussen de deur te krijgen.` Ik weet niet of de Nederlandse overheid dat een aantrekkelijk idee vindt om samen te werken met een bedrijf met zijn talloze Indiase millennials die in meerderheid op de BJP stemmen een partij die het niet zo nauw neemt met de seculier democratische waarden in India en het respecteren van de Indiase Grondwet.
7. Tenslotte waar het vaak toch fout gaat in de samenwerking met lokale bedrijven zijn de zogenaamde soft skills van alle betrokkenen. Keer op keer blijkt uit ervaring dat met name de Indiërs slecht getraind zijn in met name culturele competentie en interculturele-communicatie vaardigheden inclusief hun Indo-English met zijn archaïsch taalgebruik, andere zinsconstructies en bijzonder accenten.
8. Het samenwerken met universiteiten en het organiseren van marathons is leuk, maar van enige betrokkenheid of integratie is bij de grote meerderheid geen sprake anders dan louter zakelijk gerelateerd.
Meer info zie eBook at Bookboon en papieren boek eind dit jaar.