De CoronaMelder had meer effect kunnen hebben als deze app voor contactonderzoek sneller door de Tweede en Eerste Kamer was gegaan. Nog voordat het parlement voor vertraging zorgde, ontstond onnodige stilstand doordat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) op haar strepen ging staan. Dit blijkt uit een interview dat Follow The Money (FTM) had met Erik Gerritsen, tot voor kort secretaris-generaal op het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Oud-VWS-topambtenaar Gerritsen rekent in het FTM-interview af met het frame van een log en traag werkend ministerie. Volgens hem is het een mythe dat de overheid almachtig is en de Haagse ministeries alles voor het zeggen hebben. De essentie van de gezondheidszorg is dat niemand de baas is, zegt hij. Ook de Kamer belemmert vaak de voortgang. Soms voelden de Kamerdebatten voor hem als een show.
Hoge verwachtingen
Gerritsen gaat gedetailleerd in op de gang van zaken rond de CoronaMelder-app. De destijds hoogste ambtenaar onder politiek leider Hugo de Jonge, beaamt dat ‘zijn minister’ soms wel erg hoge verwachtingen schept. Ook tot verbazing van De Jonges eigen ambtenaren, deelde de bewindsman op 7 april 2020 tijdens een persconferentie mee dat die app er zou komen. ‘Dan ging het enthousiasme met hem op de loop’, zegt Gerritsen over de minister. Volgens hem is dit bewust gedrag van De Jonge. Zo probeert hij het uiterste uit zijn ministerie te halen.
Minder begrip heeft Gerritsen voor de rol van de Tweede Kamer. Enerzijds drong de Kamer aan op spoed, anderzijds vond het parlement dat de Autoriteit Persoonsgegevens eerst groen licht voor de app moest geven. Hoewel dat tot vertraging zou leiden, eiste AP-voorzitter Aleid Wolfsen een wet. En dat terwijl de landsadvocaat duidelijk had gezegd dat een wet niet nodig was. Alles zou binnen de huidige wet kunnen. Om een impasse te voorkomen, gaf het ministerie toe aan het juridisch ‘spijkers op laag water zoeken’ van Wolfsen.
300 vragen
Toen half juli de wet en de app klaar waren, ging diezelfde Kamer die eerst op spoed had aangedrongen, er nog eens rustig voor zitten. Gerritsen vindt dat niet te rijmen. De Kamer vuurde liefst driehonderd vragen af. Die moesten binnen 24 uur worden beantwoord. En toen de antwoorden in de Kamer werden behandeld, vroegen Kamerleden zich geërgerd af waarom ze de antwoorden pas een uur van tevoren hadden gekregen.
Vervolgens ging de Eerste Kamer alles nog een keer rustig over doen. Opnieuw werden driehonderd vragen gesteld, waaronder vragen die niets met de app te maken hadden. Zoals de vraag of vitamine D niet in het basispakket hoort. Op de ambtenaren die midden in de crisis zaten, legde al dit geneuzel een enorm beslag. Gerritsen: ‘Dat heeft ongetwijfeld de foutkans vergroot.’
Overigens zegt de voormalige topambtenaar begrip voor de Kamer te hebben, maar hun houding hielp niet bij de bestrijding van het virus. Negentig procent van de vragen die de Kamer stelt, zou min of meer overbodig zijn.
Ik zou er als ambtenaar natuurlijk ook over klagen maar ik ben als burger meer geïnteresseerd in ‘due diligence’ waar Juvenalis dilemma aangaande het toezicht zeker zal leiden tot vragen. En ja, één gek kan meer vragen dan 10 wijzen kunnen beantwoorden maar als je hierbij een eigen invulling geeft aan de wetten dan is het functie elders. Ik kan me dus niet in het verhaal herkennen want volgens mij was één van de punten van kritiek een te groot digitaal optimisme.
Sprankje hoop nu in het regeerakkoord de AP wat betere gesteund (en dus gefinancierd) wordt. Die had gewoon terecht kritiek indertijd en ik blijf bij mijn analyse op dat punt in https://www.computable.nl/artikel/opinie/digital-innovation/7044719/1509029/ap-keurt-corona-app-terecht-niet-goed.html. De rol en het optreden van de Tweede Kamer zal van van twijfelachtig niveau blijven vrees ik, ook nu na Internet en ICT klasjes en een vaste Kamercommissie en heuse staatssecretaris Digitale Zaken in het verschiet.