Het nieuwe kabinet krijgt een staatssecretaris voor digitalisering. Dat maakte premier Rutte afgelopen vrijdag bekend na zijn eerste overleg als VVD-formateur. Rutte praat de komende weken met VVD, D66, CDA en ChristenUnie over de verdelingen van de kabinetsposten. Dan moet ook bekend worden wie de staatssecretaris voor digitalisering wordt. De eerste namen doen de ronde.
Anders dan in het huidige kabinet, komt er een minister voor Volkshuisvesting, een minister voor Natuur en Stikstof, een minister voor Armoedebeleid, een staatssecretaris voor Mijnbouw (onder meer gaswinning in Groningen) en dus een staatssecretaris voor Digitalisering. Die staatssecretaris voor Digitalisering krijgt ook Koninkrijksrelaties in zijn portefeuille.
Er gaan al langer stemmen op om de verantwoordelijkheid voor digitalisering bij één bewindspersoon of ministerie neer te leggen. Nu is beleid te veel versplinterd over departementen en ontbreekt het aan een duidelijke strategie, is de kritiek vanuit onder meer de ict-sector. De Onderzoeksraad voor Veiligheid adviseerde in haar recent verschenen rapport ‘Kwetsbaar door software’ dat er één bewindspersoon en één centrale dienst moeten komen die toezien op digitale veiligheid. Dit zou de politiek meer slagkracht geven.
D66
Rutte gaat de komende weken onderhandelen over welke personen in het nieuwe kabinet komen. Dan wordt ook duidelijk wie de staatssecretaris van Digitalisering wordt. Op LinkedIn worden onder reacties over de nieuwe portefeuille digitalisering ook al namen genoemd. Bijvoorbeeld die van Franc Weerwind, momenteel burgemeester van Almere en voorzitter van de VNG-commissie Informatiesamenleving.
Oud D66-kamerlid Kees Verhoeven, die zich de afgelopen jaren hard maakte voor een ict-minister, liet onlangs weten niet beschikbaar te zijn voor die post.
In Nederland is de verantwoordelijkheid over ict en telecom op dit moment verdeeld tussen de ministeries van Binnenlandse Zaken, Economische Zaken en Justitie en Veiligheid. België heeft al langer een staatssecretaris voor Digitalisering.