Het welslagen van gemeentelijke projecten voor datagedreven werken hangt af van de kwaliteit van de projectleiders. Ook blijkt het zinvol om met multidisciplinaire innovatieteams te werken. Belangrijk ook is dat de deelnemers sterke drijfveren hebben om te vernieuwen.
Dit komt naar voren uit het onderzoek ‘Datagedreven innovatie in gemeenten’. In opdracht van het A&O Fonds Gemeenten werden lessen getrokken uit achttien succesvolle dataprojecten. Een vaardige projectleider en een gedreven innovatieteam maken het verschil. Geprobeerd is een goed beeld te krijgen van de praktijk. Belangrijk is dat projecten ruimte, vertrouwen en budget krijgen van het management.
Veel gemeenten zijn de afgelopen jaren begonnen met datagedreven werken. Vaak ging het om experimenten. Bij het onderzoek is bewust gekozen voor projecten waarbij sprake was van implementatie. Bij zes cases werden innovaties ook door andere gemeenten gebruikt.
Tot de cases behoorden projecten als Havenmeester van de Toekomst (Utrecht), Fundering Woningen (Zaanstad), Handhaving openbare ruimte (Amsterdam), Datagedreven Aanpak Hondenoverlast (Dordrecht) en Monitor Sociaal Domein (Drechtsteden). Per casus is aangegeven tot welke vernieuwingen en waardecreatie het project heeft geleid. Slim Vegen (Utrecht), Rotterdam Groeit en Datagedreven Simulatie Bezoekersstromen (Utrecht) scoorden het beste. Het laatste project is inmiddels breed opgevolgd, tot in het buitenland toe. Veiligheids- en hulpdiensten kunnen thans effectiever worden ingezet. Onveilige situaties zijn beter te voorkomen.
Sleutelbegrippen
Een belangrijke vraag in het onderzoek was hoe vernieuwing tot stand komt in gemeenten. Persoonlijke drijfveren, interactie, samenwerking en verbinding zijn hierbij sleutelbegrippen. Ook gaan de onderzoekers in op de vraag hoe in gemeenten het spel is te spelen om tot vernieuwing te komen.
Voor vernieuwing is er experimenteerruimte nodig. Experimenteren leidt pas tot waarde-creatie als verbinding wordt gelegd met de vraag uit (gemeentelijke) domeinen. De ‘datamensen’ moeten goed kunnen samenwerken met de beleidsadviseurs en middenmanagers. Het is raadzaam hier meerdere disciplines bij te betrekken, ook personen uit de praktijk. Ook van kleine leveranciers valt veel te leren.
Bij complexe projecten is het verstandig over de grenzen van organisatie-eenheden heen te kijken. Werk samen in een netwerk of keten, luidt het advies. Tijdens het maakproces is ook de betrokkenheid van eindgebruikers gewenst. Verder wordt aanbevolen in korte cycli te werken met prototypes.
Een van de voornaamste bevindingen is dat datagedreven innovatie hoge eisen stelt aan het leren en ontwikkelen in organisaties. Het tempo ervan maakt dat een traditionele, op competenties gerichte leerstrategie hier niet meer bij past. Aanbevolen wordt een lerende aanpak waarbij de nadruk valt op het informele. Bij de meest succesvolle projecten vond leren plaats op een cyclische wijze. Het onderzoeksproject stond onder leiding van Renz Davits.