Mijn zoontje Jules is drie en speelt het klaar om in enkele seconden een tablet te ontgrendelen, Netflix te openen en de volgende episode van ‘Brandweerman Sam’ te kiezen. Lou is anderhalf en begint al op een smartphone te duwen. Ze zijn vast niet de enigen. Kleuters hebben die handelingen vlugger in de vingers dan hun ouders.
Het is eigen aan deze tijd. Jammer genoeg is de opleiding die hen straks op school te wachten staat, hier niet op afgestemd. Excel en Powerpoint zijn voorbeelden van de eerste it-vaardigheden die hen pas in het middelbaar onderwijs worden aangeleerd. Voor kinderen die nog voor ze kunnen lezen en schrijven met tablets aan de slag gaan, is dat een stap naar een vervlogen tijdperk.
Het MS Office-pakket kan de jeugd van vandaag zichzelf probleemloos aanleren omdat ze digitaal veel verder ontwikkeld zijn dan de vorige generaties. Powerpoint is voor hen zoals de tafel van drie aan een twaalfjarige aanleren: saai en het stimuleert hun brein niet.
Metamorfose
Het is meteen een van de redenen waarom de ict-sector kreunt onder een tekort aan mankracht en de meeste afgestudeerden die wij aanwerven, onvoldoende enterprise ready blijken. Een probleem dat deels is terug te brengen tot ons onderwijspakket dat al vijftien jaar bijna ongewijzigd bleef terwijl de wereld er omheen een metamorfose onderging. We moeten kinderen al op jonge leeftijd vertrouwd maken met digitalisatie en automatisatie en hun logisch denken en probleemoplossend vermogen aanwakkeren. In een tijdperk waarin kleuters tablets bedienen, zijn onze kinderen zonder meer klaar om al in het lager onderwijs kennis te maken met programmeren.
Heel Vlaanderen
CoderDojo is het perfecte voorbeeld dat het kan. Deze organisatie biedt kinderen in heel Vlaanderen de mogelijkheid om computerspelletjes op te bouwen, robots te programmeren en websites en applicaties te maken. Al vanaf zeven jaar zijn kinderen er welkom. Het stimuleert niet alleen hun creativiteit en hun analytisch vermogen vanaf een heel jonge leeftijd, het bereidt hen ook voor op de digitale wereld waarin ze straks hun carrière moeten opbouwen.
Het bewijst dat dit ook perfect in ons onderwijs is te integreren. Het vergt alleen een beetje inspanning en wat budget. Als we onze kinderen daardoor met een flinke voorsprong kunnen klaarstomen voor de start van hun carrière – al dan niet in it – waarom zouden we het dan niet doen? Door kinderen vertrouwd maken met het MS Office-pakket, gaan we geen nieuwe Steve Jobs, Elon Musk of Mark Zuckerberg opleiden. Daarom pleiten wij ervoor om programmeren vandaag al in een kindvriendelijke vorm te introduceren in het lager onderwijs. Zo bieden we elk kind een faire kans op een carrière in de boeiende it-sector.
Volgens mij zijn sociale vaardigheden belangrijker om te leren, vooral in die leeftijdsklasse.
Waarom concentreren op programmeren en waarom in dezelfde zin met woorden als “Excel” en “Powerpoint”.
Door direct te focussen op specifieke tools leer je de jongeren niet programmeren, maar leer je ze de knopjes in te drukken in specifieke toepassingen.
Om goed te leren programmeren moet je ze leren logisch na te denken. Het opdelen van het probleem in deelproblemen en dan de oplossingen van die deelproblemen meenemen in het geheel van oplossingen en dan naar een algehele oplossing te werken.
Het aanleren om de deeloplossingen dusdanig te kiezen dat ze alleen op de interface afhankelijk van elkaar zijn en niet op de specifieke implementatie.
Programmeren is niet het invullen van excel of het maken van een powerpoint presentatie.
Programmeren is niet het kunnen aanzetten van een smartphone of een tablet en ook niet het kunnen starten van een applicatie.
Logisch nadenken helpt de kinderen ook als ze andere leerrichtingen kiezen (bijv. wiskunde, scheikunde of zelfs talen). Ga ze niet verplichten om werk te kiezen in de IT, er zijn talloze andere branches die ook een schreeuwend tekort hebben aan mensen.
Het was 1978 (ongeveer) dat je in het laatste jaar HAVO (Titus Brandsma, Dordt) in een extra lesuur programmeerles kon nemen.
Dat was een geweldig initiatief van onze wiskunde-leraar samen met TU Delft. Hij bracht elke week onze kras-kaarten daarheen.
Ja, wachten op resultaat duurde toen een week, niet 1 seconde…
Mij werd geboden wat mij interesseerde. Dat was heel waardevol.
Duwen en trekken werkt niet. Interesseren wel.
“Logisch denken”
Een wonderlijke combinatie. Op wat voor manieren zou je nog meer kunnen denken ? Misschien abstract denken, of oplossingsgericht, of formeel, informeel. Zouden die dan minder logisch zijn ?
Wat te denken van het idee dat als kleuters tablets bedienen, iets oudere kinderen wel kunnen programmeren…
Laatst was een gedragsdeskundige op tv. Hij verbaasde zich dat het kabinet allerlei maatregelen had genomen die massaal niet werden opgevolgd. Hadden ze zijn vakgroep maar benaderd, dan hadden ze het kunnen weten.. aldus de verontwaardigde specialist.
Ik moest denken aan de IT en hoe het daar aan toe gaat. Zou het kabinet de techneuten ook wat gevraagd hebben bij het kiezen voor een automatiseringsstrategie ?
Zelf ben ik wel gecharmeerd van het denken van Cruijf de voetballer. “Voordat ik de fout maak maak ik hem niet”, “als je een speler ziet sprinten is hij te laat vertrokken”, “Voetbal is simpel, maar simpel voetballen blijkt vaak het moeilijkste wat er is”.
Toegepast op mijn werk : elke werkdag met je team keihard sprinten en elke sprint dezelfde fouten maken om uiteindelijk te eindigen in een chaos van idiote oplossingen.
Wellicht was dit beetje doemdenken en ga ik het pas zien als ik het doorheb.
Ik kan me nog herinneren dat we in 1978 al een TRS-80 model 1 hadden waardoor je niet een week hoefde te wachten op het resultaat, de spaghetticode schreef je zelf of nam je over (beter goed gejat dan slecht bedacht) want veel distributie ging toen nog vaak via boeken. Wat betreft te laat vertrokken is er nog de wet van de remmende voorsprong want reversed engineering gaat om het hergebruik van een oplossing met een kleine aanpassing, het is beter om de ander fouten te laten maken. Verder kan ik me ook nog herinneren dat we eind jaren 70 en begin jaren 80 nog veel elektrodozen e.d. hadden omdat techniekonderwijs toen nog heel gewoon was op de lagere school. Laat die sociale vaardigheden van Jan maar zitten want juist de feminisering in het lager onderwijs slaat de nieuwsgierigheid dood, experimenteren is tenslotte ook leren.
Kinderen moeten leren programmeren, het onderwerp komt om de zo veel tijd weer langs. Maar wat heb je aan kunnen programmeren als je niet in staat bent om een probleem te definiëren, in staat bent het probleem in deelproblemen op te knippen en een onderscheid kunt maken tussen een syntactisch correct programma en een semantisch correct programma?
De auteur trekt een parallel met Excel en Powerpoint. Als je een business case wilt maken, dan gebeurt dat in Excel. Als je die business case vervolgens wilt presenteren gebeurt dat in PowerPoint. Uiteindelijk zijn dat slechts tools, en bieden die tools je de mogelijkheid een goede business case te maken, maar ook een slechte business case. De tool is geduldig, maar zonder achterliggend begrip volkomen nutteloos (idem voor PowerPoint, uiteraard… random slides maken kan iedereen; een boodschap overbrengen met die slides is een heel ander verhaal).
Ergo, laten we ons vooral niet blind staren op programmeer vaardigheden van kinderen, laten we kinderen vooral de ruimte bieden te experimenteren en te ontdekken, ze leren wat het verschil is tussen begrip van een kennisdomein en gebruik van een tool. Sowieso, zo lang de taal- en rekenvaardigheid van kinderen in Nederland elk jaar achteruit gaan lijken me dat belangrijker aspecten om op te focussen dan de vraag of een kind al dan niet zou moeten kunnen programmeren.
Zoals Jan aangeeft, is sociale vaardigheden aanleren heel belangrijk. Technische opdrachten kunnen goed uitgevoerd worden door mensen met weinig sociale vaardigheden. Maar projecten als geheel lopen altijd slecht zonder mensen met voldoende sociale vaardigheden. Enig inzicht in techniek en mechanismen is natuurlijk ook belangrijk, omdat we die elke dag overal tegenkomen. Kinderen de gelegenheid geven om te experimenteren en zo te ontdekken hoe e.e.a. werkt, levert enthousiaste nieuwe techneuten op. Leren bij kinderen moet ook leuk zijn zodat ze de rest van hun leven ook willen bijleren.
Leren programmeren is nuttig maar ik denk niet dat veel kinderen dit leuk zullen vinden, net als wiskunde. Volgens mij is het belangrijker dat jonge mensen leren om zelf vragen op te stellen en bijbehorende informatie te vinden en daarna te beoordelen of die informatie betrouwbaar en compleet genoeg is voor het beantwoorden van hun eigen vragen.
@Ewout, de feminisering van het onderwijs gaat door. Dat is op zich geen punt. Maar er moet wel een balans zijn als de leraren stereotype m/v gedrag vertonen, omdat ze ook rolmodel zijn. Dan moet je wat veranderen aan gedrag of getalsverhoudingen. En dat geldt niet alleen voor m/v verhoudingen.
Een getalsmatige verhouding van 85% juffen in het basisonderwijs klopt niet met de diversiteit in de maatschappij met als gevolg een feminisering welke (mogelijk?) consequenties heeft op de ontwikkeling van de cognitieve vaardigheden. Ik heb het hierin vooral over vaardigheden zoals het analyseren wat je dus kunt doen middels het pramatische experimenteren via de ’techniek’ lessen want wat betreft het stereotype van één zwart schaap in de kudde is ons schoolsysteem niet gericht op het ontwikkelen van talenten. Met name het curriculum van het basisonderwijs mist als vak ’techniek’ waardoor we ondertussen een overschot aan bestuurlijke ICT-ers hebben, een faire kans aangaande programmeren begint tenslotte met het terughalen van deze arbeid welke middels offshoring naar lagelonen landen is verplaatst. Bottom-up communicatie vraagt sociale vaardigheden zoals het luisteren naar geluiden die misschien wel om een hele andere vorm van communicatie gaan, de auteur klaagt vooral over een te kleine visvijver.
@Ewout, vroeger had je op de lagere scholen misschien ook wel 85% meesters. De ouders van de meisjes kregen meestal het advies om de meisjes naar de spinazieacademie te sturen en te laten werken tot aan het trouwen. Als excuus mochten die meisjes later alsnog naar de moedermavo gaan. Het is nu anders. De laatste decennia doen meisjes het qua cijfers meestal beter op school dan jongens, vooral bij sommige minderheden zoals Marokkaanse Nederlanders. Jongens lopen vaker stuk op school, meisjes later in hun carrière. Hoe goed is het (school)advies aan de ouders en leerlingen? Meisjes heten meer schoolgericht te zijn. Maar mogen we ons afvragen, zijn de scholen met hun huidige algemeen vormend onderwijs wel voldoende “jongensgericht”? En komt dit door minder aandacht voor werken met techniek en onderzoek, of is het de leerstijl die veranderd is, net als de omgang met ouders totaal veranderd is? Ik krijg de indruk dat bij “vrouwenberoepen” men na de scholing meer moet leren om echt aan de slag te kunnen dan bij “mannenberoepen”. Heeft dit te maken met de keuze voor eindtermen of de manier van toetsen? Na 3-4 decennia van black box onderzoek weet men nog niet waar het zoal mis gaat, alsof het de onderwijswereld is overkomen.