Nederland blijft qua digitalisering in de kopgroep van EU-landen. Net als vorig jaar staan we vierde, vlak achter Denemarken, Finland en Zweden.
Dat blijkt uit de jaarlijkse Digital Economy and Society Index (DESI) van de EU. De hoge positie valt deels te verklaren uit het feit dat Nederlandse bedrijven steeds meer gebruik maken van digitale technologieën. Ook de overheid investeert hierin. Bovendien stimuleert ze Nederlanders om digitaal vaardig(er) te worden. Tenslotte speelt mee dat het vaste en mobiele internet van uitstekend niveau zijn. Zo meldt het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK).
De Nederlandse digitale infrastructuur via vaste en mobiele netwerken scoort dit jaar hoger. Inmiddels is de tweede plaats in de EU bereikt. Dit komt mede door de zeer hoge beschikbaarheid van snel vast breedbandinternet (>100 Megabit per seconde). Nederlanders kunnen hiervan gebruik maken via de kabel. Bovendien versnelt de aanleg van glasvezel in steden en buitengebieden.
De beschikbaarheid van mobiel internet via 5G ligt ook ver boven het Europese gemiddelde. Hierin kunnen nog extra stappen worden gezet. De belangrijkste frequentieband (3,5 Ghz) voor 5G moet namelijk nog worden geveild.
Vaardigheid
De digitale vaardigheid ligt eveneens ver boven het EU-gemiddelde. Daarnaast stijgt het aantal beschikbare ict-specialisten gestaag. Als het gaat om afgestudeerden in de ict-sector, scoort Nederland beneden gemiddeld in de EU. Van alle Nederlandse afgestudeerden heeft drie procent dat gedaan in een ict-richting. En dat terwijl de vraag naar ict- en technisch geschoold personeel onverminderd hoog is.
Het mkb doet het beter dan het Europees gemiddelde. Steeds meer wordt online verkocht. Inmiddels komt in het mkb gemiddeld dertien procent van de totale omzet uit online-activiteiten. Met het integreren van technologie als big data en cloud in hun bedrijfsvoering behalen Nederlandse ondernemers binnen Europa scores die ver boven het gemiddelde liggen. Verbeteringen binnen digitaal ondernemen liggen in het toepassen van ai-technologie en in het benutten van ictom te kunnen verduurzamen.
Achterhaald
Volgens Stijn Grove, directeur Dutch Data Center Association (DDA), is de DESI-index hard aan vernieuwing toe. De EU definieert het begrip digitale infrastructuur wel erg beperkt, stelt hij. Alle nadruk ligt op de toegang via mobiele en vaste netwerken. Grove constateert dat bijvoorbeeld backbones, ip-carriers, zeekabels, datacenters, cloud, content delivery networks (cdn’s), internet exchanges, security en saas-leveranciers niet meetellen.
Grove: ‘Het is alsof je alleen kijkt naar de woonkernen in Nederland. Provinciale wegen, stoplichten, snelwegen, havens, vliegvelden, fabrieken en distributiecentra worden buiten beschouwing gelaten. Als je een waardeoordeel over de staat van de digitale infrastructuur wilt geven, moet je daar veel meer indicatoren bij betrekken.’