Sony gaat met Taiwan Semiconductor Manufacturing Co. (TSMC) in Japan een nieuwe fabriek bouwen voor gespecialiseerde chips van een vorige generatie, het type waar momenteel het meest gebrek aan bestaat.
De investering van zeven 7 miljard dollar moet de productiecapaciteit vergroten van chips die zijn gebaseerd op een vrij gedateerde technologie. Juist naar deze minder geavanceerde halfgeleiders is de vraag enorm groot. Met name autofabrikanten en makers van huishoudelijke apparatuur en ‘gewone’ machines hebben behoefte aan goedkope chips die technisch bepaald niet het neusje van de zalm zijn. Prestaties en energieverbruik zijn daarbij minder van belang.
De huidige tekorten zijn mede ontstaan doordat vooraanstaande fabrikanten als TSMC, Samsung en Intel vrijwel al hun kaarten hebben gezet op de meest geavanceerde chips. Vooral de 5-nanometer productiecapaciteit wordt snel uitgebreid. TSMC investeert zelfs al in de fabricage van chips van 3-nanometer. Hoe kleiner de transistor des te meer geavanceerd het productieproces en groter de opbrengst. Maar juist de ‘verouderde’ chips van 22 en 28 nanometer zijn momenteel niet aan te slepen.
Van elke zes dollar aan investeringen gaat maar één dollar naar deze zogenoemde ‘legacy chips’, zo blijkt uit ramingen van marktonderzoeker Gartner. Deze wanverhouding valt te verklaren uit het feit dat veel grote chipfabrikanten hun geld liever zetten op de chips van de toekomst. Daar verwachten zij in de toekomst het meest aan te verdienen. Bovendien bestaat het risico dat de vraag naar verouderde chips straks weer inzakt.
Maar dat kan in de huidige situatie nog wel even duren. De nieuwe fabriek van Sony en TSMC komt pas eind 2024 volledig op stoom. Het duurt altijd een jaar of twee, drie voordat zo’n fabriek rijp is voor massaproductie.