De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vergadert 11 november over digitalisering in het onderwijs, met de vaste commissie voor Digitale Zaken als één van de volgcommissies. Arie Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, lijkt in dit licht geen zinnige reactie te kunnen geven op de wens van de Tweede Kamer om gratis laptops aan leerlingen te verstrekken,
Aanstaande donderdag moet in nog geen vier uur een waslijst aan onderwijs- en ict-gerelateerde agendapunten worden besproken: van digitalisering, blended learning en digitale weerbaarheid tot de datalekken en de grote hack bij ROC Mondriaan, een ransomware-aanval op de NWO en de adviezen van de Autoriteit Persoonsgegevens inzake Google G Suite for Education. Oh, en dus de kwestie rondom de verplichte aanschaf van grafische rekenmachines en laptops naar aanleiding van de evaluatie van de Wet Gratis Schoolboeken (WGS).
Strenge Europese regels
Vorig jaar 16 juni werden in de Tweede Kamer twee moties over digitalisering in het primair onderwijs naar voortgezet onderwijs aangenomen. Bij de motie Kwint constateerde de Kamer dat scholen veelal kiezen voor ‘gratis’ producten als het over digitale leermiddelen gaat. Daarop verzocht de Kamer de regering met de Autoriteit Persoonsgegevens in gesprek te gaan om te inventariseren welke digitale leermiddelen er door scholen worden gebruikt en of deze wel voldoen aan de strenge Europese regels die gelden voor de privacy van leerlingen.
In de tweede motie, die van Kwint en Van Meenen, werd de regering vervolgens verzocht op korte termijn data protection impact assessments (dpia’s) uit te voeren op alle internationale technologiebedrijven, toegespitst op toepassingen die in het onderwijs gebruikt worden. Ook het verzoek om de Kamer hierover periodiek te informeren. Daarna kwam er een circus op gang waarbij de resultaten en reacties hierop nu in genoemde commissievergadering op de agenda staan. Het kabinet roemt in de geleverde documenten voor deze vergadering de inzet van onderwijsondersteunende organisaties als Surf, Kennisnet en Sivon. Die kregen het toch maar mooi net op tijd voor elkaar om de in het onderwijs gebruikte cloudsoftware van techgiganten van de tekortkomingen op privacy-gebied te laten ontdoen.
De ruim zeventigduizend leden van de Algemene Onderwijsbond kregen in de oktobereditie van het Onderwijsblad echter een andere analyse van de situatie voorgeschoteld. Hieruit blijkt niet alleen dat met name het ‘funderend’ onderwijs gevangen zit, maar dat ondanks vragen en bezwaren vanuit de Kamer, het kabinet en genoemde ict -ondersteunende organisaties domweg niet willen of kunnen begrijpen dat de AVG privacy en security by design & default voorschrijven. En dat met wat nu bereikt is, alleen het mitigeren van de hoge privacyrisico’s, onderwijsplatformen en leveranciers ervan met zowel hun core-product als met al die andere verleidelijke gratis apps dus nog steeds niet aan de wet voldoen.
Marktverschijnsel
De kern van de zaak lijkt te liggen in het feit dat het kabinet ict-middelen voor het onderwijs primair als een marktverschijnsel benadert, en niet als essentieel en in toenemende mate bepalend onderdeel van haar publieke taak op onderwijs en onderzoeksgebied. Met name EZK doet dat ook nog steeds zo voor het overkoepelende digitaliseringsbeleid. Een mooi voorbeeld dat de rest van het kabinet daarin klakkeloos meegaat, is de recente evaluatie van de WGS in opdracht van de minister van OCW. Hierbij moest de Tweede Kamer lang wachten om antwoorden te krijgen op de vragen over gratis grafische rekenmachines en laptops in de onderwijs, in plaats van alleen maar gratis schoolboeken.
De hoofddoelen van de wet die worden geëvalueerd, gaan uitsluitend over zaken als ‘kostenbeperking/-bekostiging’, ‘financieel beleid’, ‘marktwerking’ en ‘aanbestedingsplicht’ en een zaligmakend ‘licentie-folio-model’. Dat de met vaste boekenprijs beschermde educatieve uitgevers zo ook de dienst uit kunnen blijven maken, samen met een winner-takes-all-monopolie van de techgiganten bij de distributie van digitale leermiddelen (terwijl zelf onderwijsmiddelen maken en als opensource delen de norm zou moeten zijn) vinden we nergens terug in deze evaluatie van SEO Economisch Onderzoek en Regioplan. Wel dat het met de diversiteit en transparantie van de markt voor digitale leermiddelen steeds minder goed gaat in Nederland.