Hoe maak je integratie- en applicatieprojecten met low-code tot een succes? Veel organisaties zien de kansen van low-code, maar vrezen tegelijk het nog nieuwe en onbekende terrein. Om die reden is het lastig om te goed te starten. Daarom vijf ingrediënten die elk low-code-project nodig heeft om te slagen.
- Kies het low-codeplatform dat bij je past
Er zijn een aantal toonaangevende low-code-platformen op de markt en allemaal hebben ze hun eigen kwaliteiten. Kijk welke software past bij je organisatie. Het is belangrijk dat de businesskant van het bedrijf goed kan samenwerken met het projectteam van de low-code-implementatiepartner.
Kies het platform waarin je user stories kunt definiëren, wensen kunt opschrijven en waarin je requirements vastlegt en feedback goed ondersteunt. Kijk goed welk platform dat allemaal kan. Een goed platform presenteert heldere visualisatiemogelijkheden, om zo het team te voorzien van nieuwe en betere inzichten. Hiermee kun je checken of de uitkomst strookt met de oorspronkelijke plannen. Een goed platform moet de gebruikers een ervaring bieden, zodat iedereen betrokken blijft.
Daarnaast moet het platform uiteraard voldoen aan de technische eisen. Moet het bijvoorbeeld integreren met het erp-systeem, of met andere software? Waar wordt de data bewaard? Veel bedrijven vinden het prima om hun applicatie in een buitenlands datacenter te hebben draaien, maar een aantal ondernemingen wil data het liefst zo dichtbij mogelijk hebben, omwille van snelheid en security. Ook kan privacyregelgeving voorschrijven dat klantdata in hetzelfde systeem moet blijven als de andere applicaties van de organisatie. Overheidsorganisaties eisen bijvoorbeeld dat de servers in Nederland staan.
- Zet onafhankelijke tooling in
Natuurlijk zegt de leverancier dat de ontwikkelde software van de hoogste kwaliteit is, maar het is fijn dat een onafhankelijke tool dat kan bevestigen. Er kan bij het ontwikkelen van software altijd een fout achterblijven. Het is daarom goed om met low-code gemodelleerde applicaties regelmatig – dagelijks of wekelijks – te laten monitoren.
De functionaliteit van de applicaties wordt door een dergelijke tool onderzocht; zijn de applicaties op de juiste manier ingezet? Maken ze gebruik van ‘best practices’, zodat fouten niet herhaald worden? Tools halen die fouten naar boven, en voorkomen zo dat ze in productie gaan. Bovendien geven ze cijfers en scores over hoe goed het team heeft gemodelleerd, wijzen aan wat er eventueel verkeerd gedaan is, en doen voorstellen over wat en hoe er verbeterd kan worden. Ze geven een analyse van je applicatie. Daarnaast is het ook belangrijk security-kwaliteitscontroles te doen, zodat data en applicaties goed beschermd zijn.
- Zorg voor de juiste mensen
Zowel de eigen medewerkers als het team van de implementatiepartner moeten natuurlijk top zijn. Wie heb je precies nodig? Een implementatiepartner moet goed opgeleide en gecertificeerde engineers in huis hebben. Daarnaast bestaat het team uit een verantwoordelijke voor quality assurance en een solution architect, die vooraf kijkt hoe de te bouwen oplossing zo goed mogelijk in het bestaande landschap past: Welke regels zijn er van toepassing? Zijn er nog aanvullende eisen?
Een projectmanager zal je volgens de scrum-methode niet meteen in het ontwikkelteam vinden, maar die is wel noodzakelijk. Werken met low-code blijft een software-ontwikkeltraject, en daar hoort projectmanagement bij. Ten slotte werkt bij applicatieontwikkeling ook een ux-designer mee, om het ontwerp zo gebruiksvriendelijk mogelijk te maken.
De opdrachtgever zorgt in eerste instantie voor een goede product owner. Diegene bepaalt of het project links- of rechtsaf slaat en houdt het doel van het project in de gaten. Zonder de controle van deze product owner zal het team mogelijk zelf keuzes gaan maken, waarbij de kans groot is dat de originele visie uit beeld raakt.
Daarnaast leveren zij een business analist om alle werkzaamheden tegen het licht te houden. Hij of zij ondersteunt de product owner, stelt de moeilijke vragen en haalt informatie op uit de organisatie die het team kan helpen.
Ten slotte gaat er een tester aan de slag. De implementatiepartner test op technisch niveau, maar testen is een vak dat een andere mindset en skills vereist; is dit echt wat de klant vraagt en wil? Voldoet het aan alle eisen?
-
Begin bij Sprint 0
Voordat er daadwerkelijk een applicatie gemaakt wordt, is het verstandig eerst pas op de plaats te maken. Ga met een zogenaamde Sprint 0 op zoek naar ‘common understanding’; heeft iedereen in het team hetzelfde voor ogen? Volgen we de juiste processen, wat willen we bereiken? Zo maak je vanuit de scrum-aanpak een goede start. Voordat de bouw van de oplossing van start gaat, moet iedereen elkaars verwachtingen goed kennen, zodat er later in het project geen tijdrovende en dure omwegen genomen hoeven te worden.
Vervolgens wordt het scrum-proces verder opgestart. Sprints plannen en refinen, vervolgens reviewen, bouwen, testen en daarna wordt een demo gepland om te checken of het team op de goede weg is. Na een paar sprints volgt dan vanzelf de vraag of het gedane werk in productie kan worden genomen. Vergeet ook de sprint niet achteraf te evalueren; is alles verlopen zoals van tevoren gedacht? Zo zorg je ervoor dat je elke sprint weer beter verloopt. Deze retrospective wordt vaak onderschat, maar levert veel waarde op verderop in het traject.
-
Besteed aandacht aan architectuur en security
Dit zijn belangrijke onderdelen. Wat is het fundament waarop gebouwd gaat worden? De architectuur is de fundering van het project, en net als de fundering van een huis moet die staan vanaf de start, anders kom je er te laat achter dat er niet goed gebouwd is. Maak goede afspraken, zodat je ook in de toekomst beheersbare software kunt maken. Het kost in het begin wat meer tijd maar later in het project zal het echter veel opleveren doordat zaken in één keer goed worden opgezet.
Ook de veiligheid van het project moet bij de start duidelijk zijn. Security-by-design betekent vooraf nadenken over welke data verwerkt gaan worden. Gaat het om gevoelige gegevens? Medische info moet bijvoorbeeld altijd versleuteld worden, zodat het niet te herleiden is tot een persoon. Als dat niet van tevoren is geregeld, kan het later veel geld kosten. Check ook goed of data concurrentiegevoelig is. Vaak ligt dat wel voor de hand, maar lang niet altijd is even duidelijk hoe gevoelig data kan zijn.
Als deze vijf ingrediënten op orde zijn, dan staat niks je meer in de weg om een succesvol low-code-project te starten. Veel succes!