Door het uitgebreide en complexe IT-netwerk heeft Rijkswaterstaat veel variatie in het werk voor IT’ers. Nieuwe mensen kunnen bijdragen aan honderden verschillende projecten, afhankelijk van hun kennis en belangstelling en waar de organisatie behoefte aan heeft. Zo kunnen ze zich breed ontwikkelen.
Cees Moerkerken (36) en Luuk van Sloun (25) werken als IT’ers op de afdeling Infra. Beide zijn gek van technologie. Cees heeft thuis alles geautomatiseerd wat er te automatiseren valt, inclusief verlichting en alarmsysteem. Hij bouwde zelf een 3D-printer. Luuk is net zo’n gepassioneerde techneut. In zijn vrijetijd bouwt hij apps voor zichzelf en voor anderen om te leren hoe het allemaal werkt. Samen zitten ze bij de landelijke CIV (Centrale Informatie Voorziening) van Rijkswaterstaat. Daar komt hun gedrevenheid voor technologie goed tot zijn recht.
Luuk vertelt: “Ik draai als trainee telkens een paar maanden mee in een team. Ik ben al developer geweest, heb cloudwerkzaamheden gedaan, heb een begeleidende adviesrol gehad voor security en ben scrum master geweest voor een team dat ook wilde gaan scrummen. Daarvoor had ik ondersteuning van een coach. Het was interessant om scrum over te dragen. Je staat er versteld van hoe afwisselend het werk hier is.”
Cees: “De sfeer hier is open en gemoedelijk. Alle communicatie verloopt nu via Teams. Dat werkt eigenlijk prima.” Luuk: “Ik ben in coronatijd begonnen en heb nog niemand in het echt ontmoet. Nou ja, de allereerste dag heb ik mijn laptop opgehaald en mijn manager gesproken. Daarna heb ik geen locatie meer van binnen gezien.” Cees: “Rijkswaterstaat houdt gelukkig wel feeling. Ze vragen hoe het gaat en wat we willen. Straks gaan we weer een of twee dagen naar kantoor.” Luuk: “Het is fijn om bij elkaar te kunnen zitten.”
Iedere ochtend hebben Cees en Luuk een stand-up via Teams. Ze nemen de werkzaamheden door en lopen de hulpvragen na. Dat is ook het moment om even bij te praten. Hoe was het weekend? Hoe gaat het met de kleine? Heb je al vakantieplannen?
Dan weer aan het werk. Ook bij Rijkswaterstaat ligt de nadruk op migratie naar de cloud. Dat vraagt continu om bijsturing. Cees: “Sommige collega’s gebruiken de cloud op een manier die beter kan. Ik geef nu workshops door de hele organisatie om hen te laten zien hoe ze applicaties cloud-agnostisch kunnen uitrollen. Ik bedoel: slim en tijdbesparend.”
Voor al het werk is extra personeel nodig. Rijkswaterstaat zoekt Kubernetes-engineers, hybrid cloud-engineers, lead consultant identity acces managers en netwerkspecialisten. Waarom zouden ze bij Rijkswaterstaat willen werken? Cees: “Het unieke van deze organisatie is de variatie in het werk. Nieuwe mensen mogen veel uitproberen en kunnen bijdragen aan honderden projecten. We hebben alles in huis, van eigen applicaties tot ingekochte applicaties waar het applicatiemanagement voor gedaan wordt. Als ze Python-kennis hebben, is dat handig. We doen ook veel scripting, denk aan PowerShell en Terraform. Daar werken ze graag mee.”
Luuk: “Je mag van team naar team hoppen.” Cees: “Daar is de RWS IT Academy voor bedoeld. Jonge mensen moeten overal van kunnen proeven om erachter te komen wat ze leuk vinden. Dat is een sterk punt van Rijkswaterstaat, je kunt hier gigaveel leren als je de mogelijkheden aangrijpt. Gelukkig staan de leidinggevenden open voor feedback, we kunnen hen altijd bellen. Ivoren toren? Zeker niet!”
Persoonlijke ontwikkeling is een drive van beide. Luuk wil meer kennis over de cloud opdoen. Ook van netwerkarchitectuur wil hij meer weten, zodat hij beter gaat snappen “hoe het onder water werkt”. Cees wil meer te weten komen over de drijfveren van zijn afnemers, de applicatiebeheerteams. Zij leveren applicaties voor onder andere de scheepvaart, watermetingen en verkeer. Daar is nog veel te ontdekken.
Al met al lijkt Rijkswaterstaat voor IT’ers een boeiende werkgever. Cees had dat zelf eerst niet gedacht: “Toen ik hier voor het eerst kwam praten, dacht ik niet dat ik hier echt zou gaan werken. Maar die technologie… Wij hebben als enige organisatie in Nederland een landelijk dekkend glasvezelnetwerk. Dat komt bij elkaar in het datacenter. Echt, het is spannend om dat goed te managen.”