Het gemeentehuis wordt als kantoor minder belangrijk nu vele ambtenaren hun werk thuis kunnen doen. Je vraagt je tegelijkertijd af in hoeverre de loketfunctie nog relevant is in dit digitale tijdperk. Een interessante vraag is dan: wat is de rol van een gemeentehuis?
In de praktijk blijkt dat de 24/7 economie steeds meer de norm wordt. Je vraagt je af waarom het nog noodzakelijk is dat je voor talloze zaken nog fysiek naar een gemeentehuis moet komen. De burger is inmiddels gewend aan een bepaald niveau van digitaal koopgedrag en dienstverlening. Via mobiele apps zijn online aankopen slechts één klik verwijderd, we kunnen onze aankopen vervolgens continu monitoren en allerlei klantgerichte services afnemen. Er zijn dus weliswaar de laatste decennia grote stappen zijn gezet in het kader van digitale dienstverlening bij gemeenten. Maar het afgelopen jaar liet zien dat we er nog lang niet zijn. Een volledig digitale gemeente in 2030 is wellicht nog een stap te ver, maar er zijn enorm veel mogelijkheden om hier in de buurt te komen. Wat je wil is dat de overheid digitaal kan optrekken met wat er in de samenleving gebeurt. Zowel in- als extern is er nog veel ruimte om de informatie-uitwisseling te verbeteren. Wat gemeenten te doen staat is erkennen dat er noodzaak is om te veranderen. Dat er een enorme potentie ligt door nieuwe technologieën toe te passen en niet te wachten tot de samenleving terugkeert naar het oude normaal.
Huis van de Stad
Veel gemeenten denken in deze ontwikkeling ook na over de invulling van hun gemeentehuis. Uit onderzoek van BCT blijkt dat een kwart van de hogere ambtenaren bij Nederlandse gemeenten denkt dat we in 2030 afscheid hebben genomen van het fysieke gemeentehuis. Een derde verwacht dat het gemeentehuis nog wel bestaat tegen die tijd, maar er alleen nog een loketfunctie is. Daarnaast denkt bijna de helft dat er in 2030 op gemeentehuizen veel minder personeel werkzaam is. Daar komt bij dat door Covid-19 is gebleken dat veel ambtenaren niet gebonden zijn aan een vaste werkplek op het gemeentehuis.
De functie van kantoor komt er dus ook heel anders uit te zien. Rijswijk is bijvoorbeeld al ver in de ontwikkeling van het Huis van de Stad. Daar is nadrukkelijk nog ruimte voor de loketfunctie, hoewel meer diensten digitaal aan burgers en bedrijven worden aangeboden. Bert van Lith, Informatiemanager bij de gemeente Rijswijk, vertelde op NPO Radio 1 hoe hij aankijkt tegen de rol van het Huis van de Stad. Er moet altijd ruimte blijven voor een fysiek loket voor burgers die minder goed met de digitale kanalen uit de voeten kunnen. Tegelijkertijd erkent Van Lith dat de manier waarop de gemeente werkt anders zal worden ingevuld. Dat is door de coronacrisis zelfs als gestart. ‘We hebben in drie maanden tijd iedereen kunnen faciliteren in thuiswerken. Digitaal staat centraal en veel processen worden nu al digitaal uitgevoerd, maar sociale contact blijven belangrijk’, aldus Van Lith op de nationale radio. Daar komt bij dat je als gemeente nog altijd de taak hebt om participatie te faciliteren. Een gemeentehuis of Huis van de Stad moet een plek zijn waar burgers het lokale bestuur elkaar ontmoeten voor meedenken en reflectie. ‘Participatie staat prominent op de agenda. Dan is zo’n herkenbare plek als het gemeentehuis heel belangrijk’, aldus Van Lith.
Keten van samenwerking
De discussie over de rol van het fysieke gemeentehuis komt op een moment dat meer en meer gemeenten beseffen dat zij in de maatschappij een andere rol innemen. De gemeente heeft meer dan ooit een regierol, in een keten van samenwerking met talloze maatschappelijke organisaties. Op verschillende beleidsdomeinen wordt een actieve rol van gemeenten verwacht, waarbij zij samenwerking en informatie-uitwisseling met ketenpartners aanjagen.
41 procent van de respondenten in genoemd onderzoek is van mening dat gegevensuitwisseling in de keten een van de belangrijkste it-trends is richting 2030. Deze ketensamenwerking zal ondersteund moeten worden door de juiste technologie. Nu is de technologische infrastructuur bij gemeenten voor een groot deel nog ingericht in silo’s. Vanuit het verleden is het zo gegroeid dat ieder discipline zijn eigen oplossingen had. Daar is min of meer een eind aan gekomen, mede door de invoering van zaakgericht werken. Maar nu staan gemeenten voor de uitdaging samenwerking met partners buiten de ambtelijke organisatie vlot te laten verlopen.
Datzelfde geldt voor de data-uitwisseling, wat dus terecht als een punt van zorg uit het onderzoek komt. Zorg ervoor dat je als lokale overheid optimaal samenwerkt en kansrijke netwerken creëert om het bestaansrecht in de toekomst te borgen. Kijk naar betrouwbare partners om de belemmeringen uit de technologische infrastructuur weg te nemen en de weg vrij te maken voor innovaties.
Dat het gemeentehuis zijn functie als kantoor verloren heeft was al voor de pandemie duidelijk, ambtelijke organisatie was de ‘early adoptor’ van Het Nieuwe Werken zoals dat eind jaren 90 gebracht werd door Microsoft. In de jaren die volgden zag ik bij verschillende gemeenten steeds meer lege werkplekken komen omdat ambtenaren thuis of ergens anders gingen werken. Sommigen gingen harder werken en andere minder want een druk gezin en een rustig baantje zijn nu eenmaal nog altijd het beste te combineren bij de overheid, ik oordeel niet maar geef alleen een waarneming.
In de jaren dat ik tewerkgesteld was bij verschillende gemeenten zag ik ook steeds meer gegevensuitwisselingen die voorbij de gebruikelijk ambtelijke keten gingen, digitaal zaakgericht werken middels oneigenlijke middelen was eerder regelmaat dan uitzondering. Pragmatische maar niet gecontracteerde oplossingen zorgden dan ook voor de vele datalekken, antwoord hierop was in 2013 de oprichting van IBD omdat m.n. middelgrote en kleine gemeenten moeite hadden met de informatiebeveiliging. Durf niet te zeggen hoeveel gemeente voldoen aan de BIO (de opvolger van de BIG) maar vrees dat het nog net zo’n papieren tijgers is. Want wat betreft de ketensamenwerking ondersteunen met de juiste technologie is de BIO vaak niet meer dan een vinkje in de aanbesteding, ja het kan wil nog nog niet zeggen dat het ook gebeurt.