Binnen enkele maanden moet een gezamenlijk platform tot stand komen dat het bedrijfsleven waarschuwt bij cyberkwetsbaarheden. Een groot aantal internetgerelateerde organisaties, verenigd in het Anti Abuse Netwerk (AAN), heeft daartoe besloten.
Reden voor de oprichting is dat het de initiatiefnemers te lang duurt voordat de overheid deze informatiedeling heeft geregeld. De dreigingsmeldingen die bij het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) binnenkomen, belanden slechts bij een beperkt aantal bedrijven.
Het lukt de overheid niet snel te komen met een landelijk dekkend stelsel waar alle bedrijven terecht kunnen voor informatie en dat massaal waarschuwt bij hacks. Het ministerie van Justitie en Veiligheid wenst zelf alle regie te houden. Bovendien staan juridische beperkingen het grootscheeps delen van dreigingsinformatie in de weg.
Een oproep van de Cyber Security Raad (CSR) spoedig met een wetswijziging te komen, had niet het gewenste resultaat. Demissionair minister Ferd Grapperhaus toont weinig bereidheid tot snelle reparatie van de wet. Ook vrezen de initiatiefnemers dat de overheid er niet in slaagt zelf snel op te schalen. Tijdens Prinsjesdag bleek dat weinig meer middelen voor cybersecurity beschikbaar worden gesteld. De door de CSR gevraagde achthonderd miljoen euro komt er niet.
Urgentie
In het FD stelt Inge Bryan, voorzitter van de coalitie die het AAN voorbereidt, dat het NCSC ook volledig de urgentie en het tempo onderschat waarin zaken opgepakt moeten worden. Volgens haar moet informatie binnen enkele minuten worden gedeeld in plaats van weken.
Afgelopen maandag heeft de private sector daarom besloten de handen ineen te slaan en zelf een alarmsysteem op te tuigen. Eerste stap was te inventariseren wat betrokken organisaties als de Cyberveilig Nederland, Connect2Trust, DIVD (ethische hackers), NBIP (internet providers) en de Abuse Information Exchange zelf al in huis hebben. ‘Het is de bedoeling al die technische systemen waar dreigingsinformatie binnenkomt, aan elkaar te knopen. Gewerkt wordt aan één groot clearing house,’ aldus Michiel Steltman, co-voorzitter van de coalitie die het Anti Abuse Netwerk voorbereidt.
Volgens Steltman, tevens directeur van de Stichting Digitale Infrastructuur Nederland (DINL), past het meldpunt CleanNetworks van NBIP hier naadloos in. Dit meldpunt waarop hosting providers, managed service providers en andere digitale dienstverleners met een eigen aansluiting op het internet zijn aangesloten, draait al goed.
Slim
De komende maanden zullen al die functies met elkaar worden verbonden zodat alle binnenkomende dreigingsinformatie bij de 1,9 miljoen bedrijven terecht komt die Nederland telt. Alle hardware en software die voor AAN nodig is, zijn al klaar. Volgens Steltman komt het er nu op aan de informatiedeling slim te organiseren.
Bryan hoopt dat bedrijven als Microsoft informatie over lekken niet alleen bij het NCSC maar ook bij AAN gaan melden. Al die informatie moet vervolgens aan het bedrijfsleven worden doorgegeven. Volgens Steltman is vooral de opschaling nog een hele uitdaging. Want het gaat om vele honderdduizenden bedrijven. Het systeem moet zich bovendien richten op handelingsbekwame partijen. Het heeft geen zin mensen te adresseren die geen flauw benul van security hebben. Steltman: ‘Het gaat om partijen te vinden met handelingsperspectief. De vraag wie dat bij een organisatie heeft, is ingewikkeld.’
Steltman verwacht dat omstreeks de jaarwisseling de eerste versie van het gezamenlijke waarschuwingssysteem is te lanceren. Maar daarmee is het systeem nog niet volledig klaar. ‘Steeds zullen verbeteringen worden aangebracht. Gekozen is voor een agile werkwijze met incrementele stappen.’ Steltman: ‘Belangrijk is dat we nu gas kunnen geven. We hebben de afgelopen maanden bedacht wat het recept moet zijn. Thans is besloten op die basis te gaan werken en snel uit te rollen.’