Onlangs kwam Gartner met nieuws over de hyperscalers Amazon Web Services (AWS), Microsoft Azure en Google Cloud. Deze wereldspelers met hun enorme marketingkracht weten veel bedrijven te overtuigen om workloads naar hun clouddatacenters te brengen. Maar in lang niet alle gevallen weten ze hun beloften waar te maken.
Zo blijkt de verkoopafdeling van AWS sommige klanten het afgelopen jaar behoorlijk onder druk te hebben gezet om hun jaarlijkse uitgavenverplichtingen met twintig procent te verhogen. Microsoft heeft soms last van diensten die tijdelijk niet beschikbaar zijn en kent ook complexe licenties en contracten. Klanten van het Google Cloud Platform kunnen ook niet altijd rekenen op optimale dienstverlening, wat Gartner toeschrijft aan de snelle groei van dit platform.
Deze kritische noten van Gartner laten nog eens nadrukkelijk zien dat je als organisatie altijd scherp moet blijven kijken naar wat leveranciers doen in plaats van zeggen. Bovendien benadrukken deze kanttekeningen dat je zult moeten werken aan een multi-cloudstrategie. Het is immers niet verstandig om al je eieren in één mand te leggen. Dat is weliswaar verleidelijk met het oog op interne kennisverwerving door bijvoorbeeld een Azure-team in te richten, maar het leidt gemakkelijk tot een lock-in die je op de middellange en lange termijn gaat beperken in het optimaal benutten van cloudtechnologie.
Workloads
Het formuleren van een multi-cloudstrategie begint bij een assessment dat uiteenvalt in twee delen: een technologisch en een organisatorisch deel.
Bij de technologische assessment kijk je naar alle bestaande workloads en techniek. Wat draait er precies, welke workloads lenen zich voor een migratie naar een cloudplatform? Wat kost het nu en hoeveel wordt dat in de cloud? En welk cloudplatform sluit het beste aan bij de specifieke workload?
Daarnaast is een organisatorisch assessment nodig. Hierbij kijk je naar alle bedrijfsprocessen en naar de manier waarop het it-beheer van alle assets is georganiseerd. Dit is uiteindelijk even belangrijk als de technologische exercitie. Het kan immers zo zijn dat je als organisatie technisch misschien wel klaar bent voor een bepaalde migratie, maar organisatorisch nog niet. Wellicht dat er op dat laatste vlak nog bepaalde veranderingen nodig zijn. Gebeuren die niet, dan kan het zo maar zijn dat een ingezet migratietraject strandt en dat alle bijbehorende kosten – die fors kunnen zijn – als schadepost beschouwd moeten worden.
Roadmap
Als het assessment is afgerond, is een roadmap samen te stellen die aangeeft welke route nodig is om alle stappen te ondernemen die leiden tot de nieuwe situatie. Het is daarbij raadzaam om naast een totaalbeeld ook compacte proof points – kleine, concrete businesscases – te creëren. Deze maken het migratietraject veel inzichtelijker, wat helpt bij het creëren van intern draagvlak. Op het moment dat je als organisatie al bepaalde workloads naar de cloud hebt gemigreerd en je alsnog een multi-cloudstrategie wilt ontwikkelen, kan een cloud cost management-tool helpen betere keuzes te maken. Daarbij is het goed op te merken dat deze tools veelal door de hyperscalers zelf worden geleverd en daardoor niet een heel gedetailleerd beeld geven. Eigen onderzoek of hulp van een gespecialiseerde partij zijn dan ook aan te raden.
Licentiebeleid
Binnen een multi-cloudstrategie past extra aandacht voor het licentiebeleid. Toen het abonnementsmodel van de cloud in opkomst was, leek het even alsof het licentiebeheer eenvoudiger kon worden. Betalen naar gebruik of per gebruiker klinkt immers simpel. Cloudtechnologie is echter een nieuwe, aparte it-asset met eigen licentieregels, naast die van traditionele licenties. Om maar een voorbeeld te noemen: cloudapps worden veel sneller uitgerold dan traditionele software, wat eisen stelt aan je tijdshorizon binnen het licentiebeleid. Die flexibiliteit is juist een van de usp’s van cloud. Daar wil je dus geen drempels opwerpen.
De cloud heeft potentieel en zal zeker nog groeien. Tegelijkertijd zien we dat sommige bedrijven voor bepaalde workloads toch weer kiezen voor een on-premise-aanpak, omdat het beter aansluit bij hun eisen, bijvoorbeeld op het gebied van beschikbaarheid of compliancy. Deze trend laat zien, dat je niet zonder een strategie kunt waarin alle voors en tegens van on-premise, public en private cloud goed zijn afgewogen.
Hmm… een technologisch assesment om op basis van een objectieve kosten-baten analyse de workload plaatsing te bepalen klinkt bekend, de vraag is alleen hoe objectief is de cloud als hier sprake is van overpromising and under-delivering?
Want het bekende meten & weten om de verschillende KPI’s te kunnen benchmarken betekent namelijk ook dat je appels met appels moet vergelijken want voor je het weet heb je weer een zuurpruim die roept dat het zuivere, onafhankelijke geknutsel on-prem de beste oplossing is. Want kritiek geven is makkelijker gezegd dan gedaan dus op basis van welke technologische KPI’s wordt een technologisch assesement uitgevoerd?
Ik vraag hierin niet naar het recept van kok want één KPI gaat om de verplaatsbaarheid van de workload (wat iets meer is dan data portabiliteit) omdat de organisatorische KPI van governance hier een grote rol in neem. En dat de cloud potentieel heeft heb ik nooit ontkent alleen ben ik wat sceptisch over de beloofde wonderen ervan, een overtuiging die ik al een aantal jaar heb zoals mijn getrouwe criticaster weten.
Het is dan ook een terechte opmerking dat de cloud cost management-tools van Hyperscalers van het type ‘Wij van WC-eend, beloven WC-eend’ zijn en de organisatorische kosten van beheer zitten er zeker niet in, de zuurpruim die roept dat het zuivere, onafhankelijke geknutsel de beste oplossing is heeft een beetje gelijk over de ‘managed services’ die vaak als extra meekomen maar ook de betaalde liefde heeft een prijs als het om pay-per-use gaat want de cloud heeft absoluut niet eigen licentie regels.