Een jaar nadat de nieuwe toegankelijkheidswetgeving voor publieke websites is ingegaan, zit er nog weinig schot in de zaak. Voor ruim vier miljoen Nederlanders met een beperking is het nog steeds lastig om gebruik te maken van sites van ministeries, provincies, gemeenten, waterschappen en andere (semi)-overheidsinstanties. Een stand van zaken.
Even het geheugen opfrissen: vanaf 23 september vorig jaar moeten overheidsorganisaties in Nederland voldoen aan richtlijnen om websites toegankelijk te maken voor mensen met een functiebeperking, net als andere Europese lidstaten. Dat is een uitvloeisel van eerder opgestelde Richtlijnen voor Toegankelijkheid van Webcontent (Web Content Accessibility Guidelines, WCAG) 2.1 van het World Wide Web Consortium (W3C). Dit besluit is gefaseerd ingevoerd. Afgelopen juni is in Nederland de laatste fase ingegaan en sindsdien moeten ook apps voldoen aan de richtlijnen.
Bijna een kwart van de Nederlanders kampt met een beperking; voor hen is een drempelloze digitale toegang van (semi-)overheidswebsites van groot belang. Veel mensen denken bij een beperking aan mensen die blind, doof of immobiel zijn, maar het zijn ook mensen met dyslexie, die kleurenblind zijn, met een cognitieve beperking kampen, een tijdelijke beperking hebben (denk aan een gebroken arm) of minder digitaal vaardig zijn, zoals ouderen en laaggeletterden.
Papieren tijger
Die Europese richtlijn voor digitale toegankelijkheid blijkt in Nederland vaak een papieren tijger. Afdwingen door middel van sancties kan niet. Wel hebben overheidsinstanties een registratieplicht: zij moeten verantwoording afleggen over hoe ver ze zijn met de toegankelijkheid van hun site. Daarvoor stellen zij een toegankelijkheidsverklaring op die wordt gepubliceerd op de website van Logius, de it-beheerder van de (rijks)overheid. Die toegankelijkheid kent een aantal niveaus, grofweg variërend van A (voldoet volledig), B (voldoet gedeeltelijk), C (eerste maatregelen genomen) en D (voldoet niet).
Niet geheel verrassend komt een jaar na dato in dit ‘Register van toegankelijkheidsverklaringen‘ de A nog nauwelijks voor. Al moet na een schifting eerlijkheidshalve worden toegegeven dat de D ook in de minderheid is. De meeste sites lijken in een B- of C-status te verkeren. Overheidsorganisaties ondernemen dus actie, ook al verloopt dat gestaag. Inmiddels staat de teller op de site Toegankelijkheidsverklaring.nl op bijna vierduizend.
Toezicht houden
Dit beeld komt overeen met recent onderzoek van Stuurlui, een webbureau voor WordPress-sites gespecialiseerd in online toegankelijkheid, naar de drempels van sites bij aanbieders van essentiële samenlevingsdiensten (energie, hypotheek, telefonie/tv/internet, vervoer, verzekeringen, water en woningen). Volgens Stuurlui kunnen deze aanbieders vooral terrein winnen op het gebied van een strakkere, logischer paginastructuur. Websites kunnen op deze manier beter worden ‘gelezen’ door schermlezers, voorleesassistenten en andere browser-plug-ins die helpen met online navigatie.
Knop, een bureau voor toegankelijke online communicatie, wijst er op dat het houden van toezicht op de digitale toegankelijkheid eveneens een vraagstuk is. Dit bleek uit eerder onderzoek van Knop onder Nederlandse provincies. Die wachten eigenlijk tot de Wet digitale overheid, waarin dit besluit wordt ondergebracht, definitief van kracht wordt. Dat zal naar verwachting pas medio 2022 gebeuren; het wetsvoorstel is momenteel in behandeling in de Eerste Kamer.
Specialisten
In een blog op zijn site constateert Knop dat veel overheidsorganisaties het lastig vinden om de toegankelijkheidswetgeving te ‘verzilveren’. Er moet namelijk nogal wat geregeld worden. Digitale toegankelijkheid gaat verder dan alleen de hoofdwebsite drempelvrij maken. Hoe zit dat bijvoorbeeld bij een externe projectsite waar een overheid bij betrokken is? En moeten bijvoorbeeld PDF-documenten voldoen aan toegankelijkheidsrichtlijnen? En de e-mailnieuwsbrief? Zo ja, hoe doe je dat? Wie zorgt er voor dat een vlog van een bestuurder wordt voorzien van ondertiteling en audiodescriptie? Moeten het intranet en interne applicaties ook drempelvrij gemaakt worden? Hoe dienen sitebouwers en appleveranciers te worden aangestuurd? En hoe hou je kennis in huis wanneer een specialist aankondigt te vertrekken?
Volgens Knop breken webredacteuren, online adviseurs en online marketing- en communicatiespecialisten hun hoofd over dit soort zaken. Het bureau pleit er daarom voor een projectleider digitale toegankelijkheid aan te stellen, in navolging van eerder in het leven geroepen specialisten als privacy officers, ciso’s en div-adviseurs.
Aan lot overgelaten
Overigens is het ook niet weer zo dat (semi)-overheidsorganisaties aan hun lot worden overgelaten. Er is volop ondersteuning te vinden middels scans, tools, trainingen, kennisbanken, audits, gebruikersonderzoeken en adviezen, aangeboden door in toegankelijkheid gespecialiseerde bureaus en organisaties als Stuurlui, Knop, Technobility, Digitaal Toegankelijk, Stichting Accessibility of Stichting Appt. Die laatste biedt tevens een ‘Meldpunt ontoegankelijke apps‘. Appt neemt na een melding contact op met de ontwikkelaars om hen te helpen de app toegankelijk te maken.
Bij de (rijks)overheid vervult Logius de rol van steun en toeverlaat via de site digitoegankelijk.nl. Het biedt ondersteuning middels onder meer een stappenplan, toegankelijkheidstoets, webinars en de tool ‘Invulassistent Toegankelijkheidsverklaring’ en houdt oog op DigiToegankelijk, de Nederlandse invulling van de Europese toegankelijkheidsstandaard, gebaseerd op WCAG 2.1.
Aanjagers
Logius werkt samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Die heeft een aanjaagteam in het leven geroepen om de 352 gemeenten te helpen met het voldoen aan de toegankelijkheidseisen, onder andere via het ‘Optimaal digitaal spel‘ waarmee teamleden spelenderwijs via een bordspel inzicht verkrijgen in hoe de online dienstverlening valt te verbeteren. Ook zijn er ‘ambassadeurs’ benoemd die het gesprek aangaan met gemeentebestuurders en raadsleden.
De VNG organiseert sinds een aantal jaren de (publieks)verkiezing voor ‘Meest Toegankelijke Gemeente van Nederland’. Ook is er jaarlijks een Week van de Toegankelijkheid, een initiatief van Ieder(in), een koepelorganisatie voor mensen met een beperking of chronische ziekte. Tijdens deze week wordt op 7 oktober aanstaande de winnende gemeente van de VNG-verkiezing bekend gemaakt. Dan blijkt of en hoe deze winnaar haar digitale barrières heeft geslecht.
Dit artikel staat ook in Computable-magazine #04/2021.
Bibliotheken
Mensen die moeite hebben met het gebruik van computers en daardoor ook met de online diensten van overheidsinstanties, kunnen bij bibliotheken terecht. Kortgeleden is daarvoor in de Bibliotheek Oegstgeest het tweehonderdste Informatiepunt Digitale Overheid (IDO) geopend. Bij een IDO kunnen burgers vragen stellen over (overheids)websites en krijgen zij hulp bij bijvoorbeeld het aanvragen van zorg- en huurtoeslag en een DigiD en het online doen van aangifte bij de Belastingdienst. Het is de bedoeling dat er eind 2022 een landelijk dekkend netwerk is gerealiseerd met zo’n vierhonderd bibliotheken in Nederland die een IDO huisvesten.