Laatst sprak ik een collega uit de it. Het was een best prettig gesprek waarin we praktijkervaringen uitwisselden. Ergens midden in het gesprek vroeg hij plompverloren: ‘Maar heb jij dat certificaat al?’.
Ik wist vaag waar hij het over had en wist ook dat ik nog niet over dat papiertje beschikte. Ik voegde aan mijn ontkennende antwoord toe dat ik de materie die dat certificaat behandelde voor mij wel degelijk zinvol was, maar dat ik voor mijn overdenkingen dat certificaat niet nodig had. Ik zag het nut eigenlijk niet en voelde dat ik wat geïrriteerd raakte.
Ik kaatste de bal terug. ‘En jij? Heb jij het wel dan?’ Hij antwoordde positief en voegde daaraan toe: ‘Al een tijdje, eigenlijk.’ Ik zag mijn kans schoon: ‘Hoeveel jaar heb je het in de praktijk toegepast en wat heeft het je gebracht dan?’ Het antwoord: ‘Mmm…, nou ik heb het certificaat maar dat is het dan ook.’ I rest my case.
Met lede ogen
Ik hou van ambacht. Ik heb echt veel eerbied voor een goede timmerman, loodgieter of kok. En uiteraard, it’er. Die maken iets, kunnen iets, wat veel andere mensen niet kunnen. Vaak met een groot gemak en op een manier dat ze soms zelf niet goed onder woorden kunnen brengen. Hoe en waarom ze zo goed zijn weten ze vaak zelf niet. Ervaring is het meestal het antwoord.
Met enigszins lede ogen sla ik dan ook de ontwikkeling van de certificeringsindustrie gade. Die is de afgelopen jaren flink gegroeid. Op mijn eigen it-terrein maar ook daarbuiten. Er is geen ambacht te bedenken, of er is wel een ‘bewijs van vermogen’ met vaak een ingewikkelde afkorting voor te behalen. Op papier, dat wel.
Een klein onderzoekje: ‘Door certificatie van het managementsysteem maakt u aantoonbaar dat de ‘people-component’ en/of de ‘planet-component’ van duurzaam ondernemen geborgd is.’, staat op de site van Stichting Coördinatie Certificatie Management (SCCM) te lezen. SCCM is de koepelorganisatie van ruim twintig certificatie-instellingen die een certificering aanbieden voor ISO 14001 en ISO 45001/OHSAS 18001. Als je deze certificaten hebt, weer je zeker dat je goed bezig bent voor jouw mensen én het milieu. Zouden mensen dit zelf werkelijk geloven? In flinke industrie van certificaten dus en na een half uurtje verdiepen in deze materie duizelt het mij vanwege de vele certificerings-afkortingen.
Stickertjes plakken
In een samenleving waarin we elkaar niet allemaal kennen, is het begrijpelijk dat we ons best doen om de ambachten die we allemaal hebben inzichtelijk voor elkaar te maken. Maar in die poging lijken we naar een maatschappij te gaan waar deze papieren bewijzen van tja… eh… het volgen van een opleiding van een paar dagen belangrijker wordt dan het ambacht. Een diploma of certificaat ‘verkoopt’ gemakkelijk en wordt nu gebruikt als de haarlemmerolie van met moderne management, maar schiet negen van de tien keer het doel voorbij. It’ers en it-bedrijven met uitmuntende kennis, kunde en ervaring lopen de kans om een opdracht te missen omdat ervaring minder zwaar telt dan een certificaat.
In toenemende mate raak ik een beetje teleurgesteld over het stickertjes plakken op opleidingen, kennis en de patenteerde werkmethoden. In de drang om alles simpel te maken, wordt het juist nodeloos gecompliceerd en voelt het soms als een farce als ik de termen voorbij zie komen. Dat neemt soms beschamende vormen aan. Om een onderwerp de aandacht te geven die het verdient, moet je eigenlijk het woord ‘agile’ een paar keer laten vallen en het liefst in de kop. Maar op de keper beschouwd: wat heeft agile nu eigenlijk in al die jaren gebracht? In de it zitten we nog steeds op een faalpercentage van 75 procent.
Wat is de essentie?
Een vergelijkbaar sentiment heb ik als ik alle titels in de business voorbij zie komen. Die worden met het grootste gemak gebruikt en gratis uitgedeeld, lijkt het wel. Naast een cio hebben organisaties tegenwoordig vaak een cto en nu ook al een cdo, met uiteraard ieder een eigen rol. Maar wat is nou in essentie wat die rollen toevoegen? Waarom heeft weer iedere organisatie deze rollen nodig met bijkomende ondersteuning? Zijn we onszelf niet aan het verliezen in een onzinnig woud van specialismen?
En wat doet die certificeringseconomie met schoolverlaters? Leren die nog wel zich zelfstandig door complexe problemen heen te worstelen? Kennisontwikkeling op individueel en organisatieniveau zit niet in het papiertje. Het zit in het doen, in het maken en vooral fouten maken en daarvan leren. In het bijstellen van de aannames en het toetsen van de theorie. Het leveren van topprestaties in de it heeft te maken met ervaring dat ervoor zorgt dat vaklui de essentie zien in de it-productie. Overzicht en inzicht in de productie halen we niet uit een methode of een certificaat, maar uit volwassenheid en rust in het werk.
Dit artikel staat ook in Computable-magazine #04/2021.
No shit Sherlock! Ik meen ooit in 2013 eens in een reactie gesteld te hebben dat een certificaat de afdruk van een indruk is, niets meer en niets minder. Geschiedenis van Titanic tot DigiNotar leert dat het weinig garanties biedt. Het circus van stickertjes plakken is echter lucratief zoals de oplichter van de Smaakpolitie liet zien en de duizend-en-één nietzeggende certificaten zijn vaak een vorm van marketing omdat kwaliteit subjectief is. Ik werd dan ook ontzettend vrolijk van de reacties die ik kreeg op een opinie over de ‘certificeringseconomie’ omdat de kleuters die net hun strikdiploma hadden gehaald de voortschrijdende kenniseconomie niet begrepen. De hogere cognitieve vaardigheid van herkenning komt tenslotte uit ervaring maar betreffende een kip & ei discussie zorgt het leren van fouten juist voor een hoog faalpercentage.
En nu maar hopen dat voldoende managers dit artikel lezen en zich dan achter de oren krabben over hun eisenpakketten voor personeel.
Probleem is dat certificaten lekker af te vinken zijn in een Excel-sheet wat lekker voelt (heh, weer een KPI behaald, waar is mijn bonus!?). Als je op ervaring moet varen is het lastig, de meeste managers hebben namelijk geen idee wat ze moeten vragen omdat ze zelf geen idee hebben wat ‘die anderen’ doen. Als je vragen gaat stellen, leg je mogelijk je eigen onkunde bloot.
Hartgrondig eens met je observatie. Er wordt ook erg veel geld verdiend met de ‘verlengingen’ van geldigheid van de certificaten. Je kunt met gemak enkele duizenden euro’s per jaar kwijt zijn aan ‘verlengingen’ à € 250 per certificaat. Zo ben ik nu ex-CIPP en CBIP. Overigens deel ik de constatering van de almaar toenemende rollen niet helemaal. Sommige dingen veranderen en zijn soms ook verbeteringen. Zaak is met beide benen op de grond te blijven staan en de methodieken en certificaten niet als wetboek maar als checklist voor je activiteiten te zien.
Wie blind vaart op certificaten is dan ook met recht “certifiable”….
Certificaten, KPI’s, allerlei tools om agile processen te ondersteunen. Te vaak zaken bedoeld om mensen het prettige gevoel te geven dat alles onder controle is. Afvinken is een “must” voor veel managers omdat het de schijn wekt van controle. Niets is minder waar, de nulmetingen waarmee echt “bewezen” kan worden dat alle vinkjes ook echt tot verbeteringen hebben geleid zijn vaak onvindbaar of gewoon nooit uitgevoerd maar de vinkjes zorgen in ieder geval voor het excuus dat “het daar niet aan kan liggen”. Begrijp me niet verkeerd, ook ik heb me laten certificeren en ik heb nog dagelijks plezier van de kennis die ik heb opgedaan, maar laten we alsjeblieft nooit vergeten dat het geen garanties zijn voor kennis, inzet, inventiviteit en loyaliteit. En laten DAT nou net de zaken zijn die er voor zorgen voor succesvolle projecten.