Datacenters beschikken over ups-systemen om geen hinder te ondervinden van eventuele stroomuitval of frequentiewisselingen. Leveranciers van dergelijke systemen, Eaton en Microsoft, hebben nu een slimme ups bedacht die energie aan het net kan leveren als daar behoefte aan is. De EnergyAware Ups heeft met succes proef gedraaid in het Microsoft Innovation Center in Boydton, Virginia (VS).
De innovatie is mogelijk, omdat de ups-systemen zijn uitgerust met lithium-ion-batterijen. Zij hebben namelijk een langere levensduur en de mogelijkheid tot het doorlopen van acht keer meer laad/ontlaadcycli vergeleken met traditionele vrla-batterijen die gewoonlijk in ups-systemen zijn verwerkt. De slimmigheid van Eaton is dat het bedrijf software-algoritmes en besturing heeft toegevoegd aan een Power Xpert 9395P Ups om interactie met het energienet mogelijk te maken.
Hyperscale-datacenters zoals die van Microsoft zijn in feite datafabrieken met energiecentrales. Zo zijn ze inzetbaar als gedistribueerde energievoorzieningen om het landelijke stroomnet te ontlasten als dat nodig is.
‘The Big Switch’
Jeff Bezos heeft Amazon Web Services (cloud computing) groot gemaakt door als een van de eersten de overcapaciteit van de servers die hij gebruikte voor zijn webwinkel aan het publiek aan te bieden. De ontwikkeling daarvan is goed beschreven in het boek ‘The Big Switch’ van de Amerikaanse schrijver Nicolas Carr.
Naar het voorbeeld van Amazon kunnen de hyperscalers (die een uitvloeisel zijn van cloud computing) op hun beurt de overcapaciteit van hun energie-opslagsystemen aan de markt aanbieden. Dat komt op zich goed uit, omdat Tennet, de beheerder van het landelijke elektriciteitsnet, door de inzet van duurzaam opgewekte energie (windmolens, zonnecollectoren) te maken krijgt met (sterk) wisselend aanbod. Op het moment dat vraag en aanbod uit balans is, heeft dat een afwijking in de frequentie tot gevolg. Die frequentieafwijkingen dienen beperkt te worden en momenteel gebeurt dat met name door conventionele centrales die meer of juist minder elektriciteit leveren, het zogenoemd primair reservevermogen dat Tennet inkoopt. Jaren geleden is Tennet al begonnen te onderzoeken of ook kleinere aanbieders zonder, of met alternatieve elektriciteitscentrales primair reservevermogen kunnen leveren om afwijkingen in Europese netfrequentie te compenseren. Partijen met een directe aansluiting en partijen die meer dan 60 MW produceren zijn zelfs verplicht om regel- en reservevermogen beschikbaar te stellen.
De mogelijkheid om het vermogen van ups’en beschikbaar te stellen, past binnen het ‘balans-streven’ van Tennet.
Goedkoper inkopen
De software van Eaton maakt het bovendien mogelijk om stroom in te kopen op het moment dat de prijs gunstig is. Door vervolgens ook nog eens de elektriciteit aan het landelijke net te leveren als daar behoefte aan is, strijkt een datacenter daar geld voor op. Daarmee wordt een ups een bedrijfsmiddel in plaats van louter een kostenpost, zoals dat nu het geval is.
Het mes snijdt dus aan meerdere kanten. De beheerders van datacenters hebben er financieel voordeel bij, Tennet krijgt de mogelijkheid de balans beter te bewaken en uiteindelijk is het milieu er ook bij gebaat, omdat de inzet van duurzaam opgewekte energie beter beheersbaar wordt.
Overigens werkt de oplossing van Eaton alleen met de nieuwe ups. Het is, beaamt Tom aan de Stegge (accountmanager bij Eaton Nederland), onwaarschijnlijk dat datacenters meteen hun apparatuur gaan inwisselen. ‘Maar ups-systemen hebben niet het eeuwige leven; elke vijftien tot twintig jaar is er een levenscyclus waarin een upgrade mogelijk is.’ Hij zegt dat er nog geen klanten zijn in Nederland, omdat de techniek recent op de markt is, maar hij verwacht dat er zeker datacenters zijn in ons land die hun licht gaan opsteken over deze toepassing.
‘Tennet en netbeheerders juichen het initiatief toe omdat de netcongestieproblemen hierdoor minder worden. Tennet financieert deze verdienmodellen ook op de zogeheten: balancing & ancillary servicesmarket’, stelt Aan de Stegge.
Mooie ontwikkeling
Stijn Grove, directeur van de Dutch Datacenter Association, noemt de EnergyAware Ups een mooie ontwikkeling. Hij haalt aan dat in Nederland de datacenters energie nauwelijks achter de hand houden met batterijen, maar generatoren klaar hebben staan voor inzet bij stroomuitval. De ups’en worden vooral gebruikt voor het veilig opstarten van de generatoren en de eerste opvang van stroomuitval. ‘Batterijen zijn duur en er was geen businesscase om ze in te zetten, maar dat lijkt nu te veranderen.’
Er zijn overigens, zo geeft Grove aan, wel Nederlandse datacenters die hun generatoren beschikbaar stellen om eventueel elektriciteit voor het net op te wekken.
Stijn Grove geeft al aan dat het starten van een (diesel)generator enkele seconden duurt en zonder batterijen ICT ermee stopt. En die batterijen zijn dus vooral duur omdat de diesel goedkoop is hoewel iets minder goedkoop nu vrijstellingsregeling voor accijns is vervallen. Het goedkoper inkopen van energie om deze vervolgens op te slaan is dus interessant omdat we plaatselijk pieken hebben van teveel stroom die we niet aan het net kwijt kunnen als het op een zonnige dag ook nog eens lekker waait. Er is namelijk al enige tijd een groeiend aantal kleinere aanbieders met alternatieve elektriciteitscentrales. Het beschikbaar stellen van (diesel)generatoren om zo een tekort aan stroom aan te vullen is alsof ik een kabelbaan op een vervuilende energiebron laat draaien terwijl er vlakbij windmolens staan.