Ruim 75 jaar na de Tweede Wereldoorlog liggen in de Nederlandse grond en waterbodem, verspreid over het hele land, nog ontplofbare oorlogsresten. Het nieuwe online Kenniscentrum Ontplofbare Oorlogsresten (Kenniscentrum OO) biedt gemeenten informatie over het omgaan met deze explosieven. Daarmee kunnen gemeenten (graaf)werkzaamheden in de bodem, zoals voor het leggen van kabels, veilig zijn uit te voeren.
Gemeenten moeten ervoor zorgen dat oorlogsresten geen risico vormen voor de openbare orde en veiligheid. De Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) voert de eventuele ruiming uit. Het voornaamste doel van het Kenniscentrum OO is gemeenten voorzien van afdoende informatie waarmee ze zelf een beslissing kunnen nemen over het wel of niet ruimen van ontplofbare oorlogsresten.
De oprichting van het kenniscentrum KOO was een langgekoesterde wens van veel gemeenten. De Nederlandse bodem bevat namelijk nog steeds een groot maar onbekend aantal conventionele explosieven of ontplofbare oorlogsresten, zoals ze ook wel genoemd worden. Van alle explosieven die in de Tweede Wereldoorlog zijn afgeschoten of afgeworpen, was ongeveer 10 procent een blindganger; daarvan ligt naar schatting nog een aanzienlijk deel in de bodem. Gemeenten moeten ervoor zorgen dat deze explosieven geen risico vormen voor de openbare orde en veiligheid.
Het KOO is een gezamenlijk initiatief van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, Infrastructuur en Waterstaat, Defensie, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Justitie en Veiligheid en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Rijkswaterstaat heeft, als kenner van de Nederlandse bodem, het centrum opgericht.