Slechts een op de drie werknemers houdt zich bezig met bij- of omscholing ter voorbereiding op automatisering van werk. Juist degenen die het grootste risico lopen om taken te verliezen aan systemen en machines, zijn het minst bereid zich te herscholen. Dat blijkt uit onderzoek van drie universiteiten.
De studie werd uitgevoerd door onderzoekers van Universiteit Twente, de Radboud Universiteit en het Onderzoekscentrum voor Onderwijs & Arbeidsmarkt van de Universiteit van Maastricht. Zij vroegen zevenduizend mensen in loondienst naar hun bereidheid tot om- of bijscholing om technologische veranderingen in hun beroep bij te houden.
Banen verdwijnen
Het idee is dat veel banen verdwijnen en beroepen inhoudelijk veranderen door de inzet van technologie. Daardoor is het volgens de onderzoekers belangrijk dat werknemers nieuwe vaardigheden aanleren of zich laten omscholen. Overigens zorgt automatisering ook voor nieuwe werkgelegenheid.
Hoewel twee derde van de werknemers bereid is om technologische vaardigheden te leren, is slechts een derde daar daadwerkelijk mee bezig. Met name onder de medewerkers met het grootste risico op automatisering van hun beroep, is de bereidheid tot herscholing klein. Ze worden door de werkgever te weinig gestimuleerd om te herscholen en denken vaak onterecht dat hun taken niet te automatiseren zijn.
Taak voor Personeelszaken
Onderzoeksleider Giedo Jansen pleit voor campagnes waarin deze hoogrisicogroep erop wordt gewezen dat hun beroep gemakkelijk is te automatiseren en het in hun belang is om te herscholen. Zo zouden personeelsafdelingen werknemers beter moeten wijzen op bijscholingsmogelijkheden, beperkingen en risico’s. Ook moet er meer budget worden vrijgemaakt.
In veel gevallen zijn er via de werkgever mogelijkheden tot om- of bijscholing. Bijna de helft van de werknemers krijgt tijd om nieuwe technologische vaardigheden aan te leren. Ruim een kwart krijgt hiervoor ook budget. Iets meer dan de helft van de ondervraagden krijgt informele bijscholing, waarbij medewerkers elkaar helpen.
De beroepsbevolking die relevante technologische ontwikkelingen niet kan bijbenen, is vaak minder productief en inzetbaar. Het schaadt ook hun werkgerelateerde welbevinden, zoals stress en herstelbehoefte. Werknemers die wel anticiperen op technologische veranderingen hebben daarvan minder last, aldus de onderzoekers.
Uit het onderzoek blijkt dat “59% van de werknemers wordt niet gestimuleerd zich voor te bereiden op technologische ontwikkelingen die de inhoud van het werk veranderen.”
Ik vraag me af of de onderzoekers hebben gekeken naar de belastingdienst. Bij een serie reorganisaties vanaf 2010 met centralisatie, samenvoegingen en splitsingen stonden vooral politieke business cases en vertrekregelingen centraal en niet de om- of bijscholing. Deze opzet heeft de Belastingdienst, haar werknemers, de staat, de politiek verantwoordelijken en belastingbetaler veel ellende opgeleverd. Van probleemoplossing naar probleemopvolging, met verkwisting van menselijk kapitaal door interne en externe aansturing. De vooraf ingevulde aangifte is zo’n beetje het enige succesverhaal na de jaren negentig bij de dienst die ooit het voorbeeld voor de anderen was, ook op het gebied van ICT.
Wat we missen in bovenstaand verhaal is dat veel mensen in de genoemde groep alle reden hebben om op zijn minst bijzonder voorzichtig, zoniet wantrouwig, te zijn.
Het is een groep van veelal oudere werknemers, meestal niet heel hoog opgeleid, in banen die het management in nogal wat gevallen graag af wil voeren (of ze dan daarbij weten wat ze doen, is vaak twijfelachtig, iets goed plannen en voorbereiden is niet erg in de mode vandaag de dag).
Het is een groep die op de arbeidsmarkt in veel gevallen ronduit slechte vooruitzichten heeft, en dat heel goed in de gaten heeft. Om goede tactische redenen bewegen ze niet, of zo laat mogelijk. Ze moeten wel, want hun vaste aanstelling is het enige wat ze beschermt, enigszins, voor een vogelvrij bestaan op de arbeidsmarkt.
Het is een groep die door veel managers eigenlijk al is afgeschreven, waar ze geen tijd en moeite meer in WILLEN steken (de managers dus). Dat maakt bovenstaand verhaal ietwat hypocriet.
Het is ook een groep met zijn eigen kwaliteiten, en potentieel. B.v. nauwgezet werken, een stevig afwerkingsniveau, en een schat aan kennis, ervaring, en mensenkennis. Veel omscholing gaat uit van de het aanleren van nieuwigheden als alleen zaligmakend, terwijl juist een intelligente kruisbestuiving tussen oude en nieuwe vaardigheden voor alle betrokken partijen het meeste potentieel biedt.
Dat vraagt dan wel om een open houding, en daar ontbreekt het nogal wat managers aan. De import van jonkies en dertigers wordt dan maar te vaak als zaligmakend beschouwd. En, toegegeven, er komt dan vaak meer energie binnen, maar het is toch handig dat al die ADHD-energie ook eens een keer de juiste kant op stuitert.
Faciliteren dus, en een intelligent integreren van alle competenties die deze mensen te bieden hebben. Enig overleg met ze kan daarbij geen kwaad.
Even aansluitend bij de opmerkingen van J Moerkens. Vroeger had je overal kantoren en andersoortige vestigingen. Daar zaten mensen waarmee je rechtstreeks contact kon hebben, die jou of je bedrijf rechtstreeks konden informeren en helpen. Je kunt nu veelal alleen met een computer communiceren en in het ergste geval met een expres slecht functionerende chatbot. Door falend kennismanagement, falende AO (“door een gebrek aan “nauwgezet werken, een stevig afwerkingsniveau”) en dus falende ICT, loop je vast. De menselijke maat verdwijnt steeds meer, want de mens (“met een schat aan kennis, ervaring, en mensenkennis) die wordt te pas en te onpas uit het proces gehaald. De AO was vroeger ook verre van perfect om allerlei redenen, maar de mensen op de werkvloer konden en mochten de plooien gladstrijken.
Ik kom nog weleens in de supermarkt en daar zie ik steeds minder kassa’s omdat we tot selfservice gedwongen worden. Ik zal het maar niet over de bijvangst hebben want de grootgrutter let al lang niet meer op de kleintjes omdat data analisten andere adviezen geven. Punt is dat door een verschraling van de service ook het assortiment verschraald en ze daarom hun eigen concurrentie voeden want waarom nog halen als het ook gebracht kan worden?
Een ontwikkeling die je ook steeds meer ziet bij allerlei loketten want niet alleen de kennis verdwijnt uit het proces maar vooral ook de empathie zoals Jaap al opmerkt. De mens wordt een QR-code zodat data analisten er mee aan de gang kunnen waardoor zo’n 30% van de maatschappij vervreemd – en dus eenzaam wordt – omdat ze niet zo ‘digital native’ zijn als de nieuwe generatie ‘hemelbestormers’ die nog geen 5 minuten zonder hun smartphone kunnen. Fijn dat Hugo de QR-code invoert maar mijn ouders hebben geen smartphone, de papieren versie is hun ‘strohalm’ terwijl een rotjong als Jacob daar de gek mee steekt.
Nu is er natuurlijk geen mooier vermaak dan leedvermaak want het digitale optimisme bij bestuurders is vaak groter dan de dagelijkse realiteit van acceptatie. De generatie van Neerlands Nieuws via het Polygoon Journaal laat zich nog makkelijk naar de slachtbank leiden omdat ze verstokt zijn van andere nieuwsbronnen maar dat blijft niet zo. Want hoewel de val van de muur voor sommigen net zo’n verrassing was als de machtsovername door de Taliban werden de daaruit volgende exodussen al eind jaren 70 van de vorige eeuw door (CIA) analisten voorspeld. De opportunistische mens is nu eenmaal moeilijk in te schatten met de statische data analyses maar voortschrijdende inzicht komt met de jaren.
Ik weet dat Computable niet het neo-filosofische maandblad is maar wat betreft de opmerking van J. Moerkens over een generatie die hun vaste aanstelling als het enige ziet wat ze beschermt tegen een vogelvrij bestaan op de arbeidsmarkt kunnen we bepaalde filosofische overwegingen niet achterwege laten. Arbeid speelt politiek namelijk net zo’n belangrijke rol als huisvesting omdat het de basis van de piramide van Maslow is. In gelul kunnen we niet wonen maar zonder gelul kunnen we het ook niet betalen want de Brusselse praatjesmakers verdienen heel wat meer dan de stratemakers. Too many chiefs and not enough indians lossen we tegenwoordig op met een stel goedkope Polen want als de arbeid niet te automatiseren is dan verplaatsen we deze gewoon.