Veel organisaties verhuizen hun hostinginfrastructuur naar een iaas- of volledige cloudoplossing. Bedrijven die deze stap nog niet hebben gemaakt, spelen nu met het idee om over te stappen van on-premise of co-locatie naar cloud. Dat roept vragen op.
Maar hoe kies je nu de juiste infrastructuur en hoe weet je of dit voor jouw organisatie ook daadwerkelijk de juiste stap is? Voor welke organisaties is co-locatie een logische keuze, voor welke partijen zijn dedicated servers interessant of is het verstandig om over te stappen naar de cloud? Laten we beginnen met een overzicht van de verschillende mogelijkheden.
Co-locatie
De grootste dataverbruikers van deze wereld bouwen vaak een eigen datacenter of huren die in zijn geheel (Salesforce, Facebook, Google). Maar dan hebben we het over de écht grote jongens. Deze laten we voor nu even buiten beschouwing. Voor alle overige organisaties kan co-locatie een uitkomst zijn.
Bij co-locatie huurt een organisatie ruimte in een datacenter, in de vorm van één of meerdere racks, inclusief stroom, koeling en connectiviteit. Het bedrijf schaft eigen apparatuur aan en plaatst die in de gehuurde racks. Soms gaat het hier om organisaties die specifieke hardware nodig hebben, servers met specifieke eisen. Maar het kan ook om gangbare modellen gaan. Voor partijen met veel cash kan dit interessant zijn, want dit vergt een behoorlijke investering die in drie tot vijf jaar wordt afgeschreven.
Een nadeel van colocatie is dat je als bedrijf minder flexibel bent binnen die periode. Bij grote veranderingen kun je niet ineens alles opzeggen en een nieuwe infrastructuur kopen, of je moet alles in één keer afschrijven. Dat is financieel gezien vaak niet wenselijk. In veel situaties is co-locatie dan ook niet de meest voor de hand liggende keuze. Hoewel de businesscase om over te gaan op de cloud soms sterk is, zie je geregeld dat hiervoor niet wordt gekozen. In die gevallen adviseren de engineers van het bedrijf dit niet omdat zij bang zijn hun baan te verliezen.
Dedicated servers
Een dedicated server is een server die een organisatie huurt inclusief plaatsing in het datacentrum en die niet wordt gedeeld met andere partijen. Het grote verschil met colocatie is dat bedrijven de apparatuur niet zelf hoeven aan te schaffen en het fysieke beheer niet zelf meer hoeven te doen. Bovendien bieden dedicated servers meer flexibiliteit, omdat het mogelijk is om een jaar- of maandcontract af te sluiten. Organisaties kunnen dus eenvoudig opzeggen, opschalen, of voor zwaardere en/of andere apparatuur kiezen.
Dit is een interessante optie voor partijen die niet naar de cloud willen omdat het te duur is, of die het maximale willen halen uit de performance van de CPU, RAM of SSD’s (en soms zelfs SATA) en/of volledige controle wensen te hebben over de server. Daarom kiezen vooral meer technische partijen voor dedicated servers in plaats van cloud.
Shared rack servers
Dedicated servers kunnen geplaatst worden in een private of een shared rack. De naam zegt het eigenlijk al: een private rack is voor jou alleen en een shared rack deel je met andere organisaties. Dat laatste levert een aantal voordelen op die vergelijkbaar zijn met de cloud. Vaak gaat het om maandelijkse contracten, kun je de oplossing bestellen via de website en wordt het binnen een uur of zelfs nog sneller opgeleverd.
Vendor lock-in
De cloud is interessant voor kleine partijen of bedrijven die net starten en de technische kennis niet in huis hebben. De cloud is echter ook interessant voor bedrijven met hoge peak loads en daarom flexibiliteit behoeven. Developers willen nog wel eens voor platform-as-a-service (paas) kiezen, omdat ze eenvoudig applicaties kunnen ontwikkelen, zonder een hele infrastructuur op te hoeven tuigen en te beheren. Het gevaar van paas is echter dat er al snel een vendor lock-in ontstaat. Het ene paas-platform is vaak niet compatibel met het platform van een andere provider. Door alleen die technologie af te nemen, staan de applicaties als het ware ‘vast’ in een specifiek platform en is switchen naar een andere partij erg lastig. Ook zijn vaak de migratie kosten hoog doordat het inkomende verkeer wel gratis is, maar het uitgaande verkeer tegen hoge prijs dient te worden afgerekend.
Een hybride infrastructuur combineert de voordelen van colocatie, dedicated servers en de cloud met elkaar en vormt daarmee een zeer krachtige oplossing. Voor een e-commerce partij met een hoge peakload rondom de feestdagen is de cloud wellicht de beste keuze. Als de organisatie daarentegen ook een continue belasting (base load) heeft, biedt een hybride architectuur waarschijnlijk de beste resultaten, waarbij de base load op dedicated servers of op een gevirtualiseerde omgeving draait en de pieken worden opgevangen door een hyperscaler.
Zo doet elke organisatie er verstandig aan om te onderzoeken welke hostingoplossing het beste bij hen past. Organisaties die een strategische overstap naar de cloud willen maken, doen er goed aan eerst een solide businesscase op te stellen. Enkel rekening houden met de kosten van de hardware, rackspace en het internetverkeer is niet voldoende.
De grote vervolgvraag is natuurlijk: welke factoren moeten bedrijven daarnaast nog meenemen in hun afweging? Graag leg ik in mijn volgende blog uit met welke overige kosten bedrijven rekening moeten houden en geef ik antwoord op de vraag waar te beginnen.
Wat een heerlijk tendentieus stuk aangaande engineers want de meeste engineers die ik ken zijn niet bang om hun baan te verliezen omdat er nog een schreeuwend tekort is aan techneuten. Krijg dan ook een déjà vu gevoel want een sales director bij één van mijn vorige werkgevers wist het ook allemaal heel goed alleen bleek hij – op mijn vraag – zelf al 5 jaar geen klant meer gesproken te hebben. Want wat betreft een colocatie hebben we zo’n 600+ opties omdat we in Nederland een zeer groot aantal multitenant datacentra hebben. Dus als er geen contractuele inertie is dan kun je profiteren van de prijsverschillen met hybride cloud want Continual Service Improvement (CSI) aangaande je workload plaatsing gaat grotendeels om een business case.
De afsluitende zin in de één na laatste alinea slaat echter wel de spijker op de kop want je moet inderdaad niet enkel rekening houden met de kosten van de hardware, rackspace en het internetverkeer. Natuurlijk ben ik ‘Gekke Henkie’ als ik het over de bedot.com economie van IT achter gesloten deuren gaat maar e-commerce partij met een hoge peakload rondom de feestdagen is even voorspelbaar als sommige reacties. De boekhouder wil namelijk graag weten hoeveel winst die extra load oplevert omdat er achteraf een rekening van de provider betaald moet worden. De financiële schaalparameters zijn andere factoren dan waar (software)engineers zoals Dino naar kijken maar de CapEx is vaak een lineaire lijn naar beneden in de kosten door een economische afschrijving die, in tegenstelling tot de variabele kosten van de cloud, zeer voorspelbaar zijn.
“Voor partijen met veel cash kan dit interessant zijn, want dit vergt een behoorlijke investering die in drie tot vijf jaar wordt afgeschreven.”
Ja, er is een boekhoudkundige afschrijving maar het gaat uiteindelijk om het rendement van de investering welke bepalend is in de keus van koop of huur. SalesForce laat namelijk ook zien dat velen wel in 5 jaar afschrijven maar pas na 7 jaar of meer de asset afvoeren. En voor wat de nieuwe Europese regels (1 maart 2021) waard zijn zullen de leveranciers van m.n. data center infrastructuur deze tot 8 jaar moeten ondersteunen met firmware en security updates op basis van een transparant en niet discriminerend kostenmodel. De vraag van Svenja (CTO Leaseweb) in opinie van 3 april 2020 over een houdbaarheidsdatum voor (software)ondersteuning is daarmee deels beantwoord want de handelaren in de code blijven boefjes;-)
“wat betreft een colocatie hebben we zo’n 600+ opties”
“profiteren van de prijsverschillen met hybride cloud want Continual Service Improvement…”
oudlid weer op verkooptour.
en daarna een relaas, alsof hij de enige is die kosten met baten kan vergelijken.
Ik begrijp dat het verkopen van een concept zoals Hybride Cloud niet op de waardering van Dino kan rekenen. Maar van het ouderwetse on-prem datacenter met de vaste kosten van de investeringen vooraf naar het everything-as-a-service van variabele kosten gaat in de eerste plaats om de vergelijking in het rendement. En het mooie van colocatie is dan ook dat je van een gedeeld (stroom)netwerk naar een gedeeld rack tot een gedeelde server en weer terug kunt gaan wat een grotere keuzevrijheid geeft dan alleen een on-prem mogelijkheid. Oja, het concept van de Hybride Cloud gaat niet om één merk maar om een eenduidige governance in met name de cost accounting van de resources.
Ik heb ooit eens geprobeerd om een model van kosten op basis van transacties te maken want het probleem van kijken maar niet kopen bij e-commerce gaat om de conversie. Leuke conclusies kwamen hieruit want wat betreft een bedot.com economie blijken de baten nogal diffuus als je deze niet koppelt aan de meetbare opbrengsten. Wat betreft Continual Service Improvement geldt vaak hetzelfde, een koppeling hiervan aan de kwaliteitsbeleving kent een leuk concept met het idee van de ‘fastpass’ in het pretpark maar ik vrees dat ik dan weer beschuldigd wordt van verkooppraatjes. Die variabele in het capaciteitsmangement werkt natuurlijk niet in een leeg park maar betreffende ideale bezettingsgraden zijn er iets meer rekensommetjes dan kosten-baten analyse als we kijken naar prijselasticiteit.
Wat betreft het rekenen met de financiële schaalparameters hangt niet alleen aan resources een prijskaartje. De grote vervolgvraag aangaande de footprint van de infrastructuur betreft ondertussen steeds vaker ook de housing. Afgeleidde vraag (Dino?) hierin gaat om efficiëntie per rack/vloertegel want het natuurkundige sommetje van Watt gedeeld door Voltage past vaak niet zo goed in de aanbiedingen van colocatie. Voorspelbare reacties…..