Een goede balans tussen werk en privé vinden ontwikkelaars cruciaal, zo blijkt uit onderzoek van techjob-platform Honeypot. Die taak is weggelegd voor leidinggevenden. Zij moeten achterhalen wat er speelt en dat is extreem lastig nu werk en privé volledig zijn versmolten en alle communicatie online verloopt. Een duivels dilemma. ‘De een vindt deze tijd heerlijk, de ander gaat eraan kapot.’
Voor Vincent Wensink van Logius, onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, is feeling houden met zijn ontwikkelaars een dagelijkse beproeving. Wensink stuurt twee scrumteams aan. Nou ja, ‘aansturen’ blijkt tijdens de coronacrisis een rekbaar begrip. Wensink ziet zijn medewerkers vrijwel niet in het echt. Zelf is hij in een jaar tijd één keer op kantoor geweest. De meeste van zijn collega’s heeft hij al die tijd niet in het echt gezien. Stuur ze dan maar eens aan.
Voor scrummeetings is Wensink aangewezen op beeldbellen. Verder mailt, appt en belt hij zich een slag in de rondte. Toch blijft het behelpen. Wensink: ‘Doordat alle communicatie online verloopt, voel ik de energie van het gesprek niet en kan ik niet tot verdieping komen. Een groot deel van de non-verbale communicatie ontgaat me. In het gunstigste geval zie ik een gezicht en een stukje schouder. Dat is gewoon te weinig om erachter te komen hoe het echt gaat.’
Om die reden tast de scrummaster van Logius best vaak in het duister over de werkelijke gevoelens van zijn medewerkers. Zitten ze nog lekker in hun vel? Zorgen ze wel goed voor zichzelf? Zijn ze nog in balans? Of zakken ze weg in het coronamoeras? Voor Wensink en veel andere leidinggevenden is het een zoekplaatje.
Zelforganiserend werken
De gemiddelde developer is best een voorspelbaar type. Honkvast, gepassioneerd en creatief…, op voorwaarde dat werkgevers aan een klein aantal eisen voldoen. Dat blijkt uit een recent onderzoek van het Duitse techjob-platform Honeypot. Zo’n vierduizend ontwikkelaars uit 98 landen werden in februari 2020 bevraagd naar hun carrière, kwaliteit van leven en sociale vrijheid. Zoals zo vaak bleek salaris niet doorslaggevend. ‘De werkprivébalans staat voor hen op één, gevolgd door bedrijfscultuur, leermogelijkheden en het gebruik van interessante programmeertalen. Salaris staat op de vijfde plaats’, aldus Laura Schukkink, countrymanager Nederland van Honeypot.
De uitdaging voor leidinggevenden is helder. Zij moeten in de eerste plaats de balans tussen werk en privé voor hun ontwikkelaars goed zien te houden. Dat dit met alle beperkingen van online communicatie moet gebeuren, maakt het er niet gemakkelijker op. Bij Logius is men zich daar terdege van bewust. Logius bouwt digitale producten voor het ministerie van Binnenlandse Zaken, zoals DigiD, Mijnoverheid.nl en Digiport. Weinig mensen zullen zich realiseren dat dit soort veelgebruikte overheidsdiensten worden geprogrammeerd op zolderkamers, aan keukentafels, in stadsparken en op dakterrassen.
Vincent Wensink helpt zijn zestien programmeurs ‘zelforganiserend’ te werken: ‘Voor een aantal van hen is dat goed te doen. Zij juichen thuiswerken toe. Maar er zitten ook heel gesloten types tussen. Best veel it’ers hebben geen kinderen. Sommigen wonen alleen. Zij kunnen vast komen te zitten in hun bubbel als er geen goede aansturing is. En voor degenen mét kinderen kan het juist lastig zijn om thuis productie te draaien. Dat gaat wringen. Als dit nog lang duurt, voelt het een beetje als uitzichtloos. Ik hoor steeds vaker dat mijn medewerkers collega’s en kantoor missen.’
Stuurloos dobberen
Wat in hr-termen ‘balans tussen werk en privé’ wordt genoemd, kan in de coronapraktijk van vandaag zomaar ontaarden in ‘stuurloos dobberen op een zolderkamertje’. Eten wordt een synoniem voor diepvriespizza’s en bewegen betekent: trap op trap af. Het zijn clichés, maar toch, het gevaar loert dat medewerkers tussen wal en schip terechtkomen omdat de signalen die ze afgeven (over hoe het echt met hen gaat) niet worden opgepakt.
Eddy Thans weet erover mee te praten. De directeur van Prime Vision, een hightech-softwarebedrijf voor het ontwikkelen van sorteerprocessen, heeft negentig ontwikkelaars in dienst. Thans: ‘Zij zijn van divers pluimage, van gewone programmeurs tot wetenschappelijk geschoolde ai-specialisten. Hele leuke vogels, waarvan een aantal in het autistisch spectrum. Een deel van mijn medewerkers functioneert alleen als er een duidelijke structuur wordt meegegeven, een ander deel is juist allergisch voor structuur en heeft vrijheid nodig. Die laatste groep zie ik genieten van deze tijd waarin werk en privé zo door elkaar lopen. Dat extreme verschil in karakters maakt het aansturen nu zo lastig. De een vindt deze tijd heerlijk, de ander gaat eraan kapot.’
Kopje onder
In de zomer van 2020 merkte Thans dat een deel van zijn programmeurs serieus kopje onder dreigde te gaan in de zee van vrijheid. Hij nam een rigoureus besluit: stoppen met werkplekken op kantoor voor de mensen die vrijheid wilden. Voor hen werd flink geïnvesteerd in werkplekken thuis, met alles erop en eraan: bureaus, ergonomische stoelen, speciale muizen, headphones en extra beeldschermen.
Voor de ongeveer tien medewerkers die door de noodzakelijke vrijheid ziek of overspannen dreigden te worden, werd een heel andere oplossing gevonden. Zij werden juist teruggehaald naar kantoor en kregen extra begeleiding, met een duidelijke structuur en tips en tricks voor ontspanning, sporten en lunchwandelen. Na wat passen en meten lijkt het weer goed te gaan met het personeel van Prime Vision. De balans tussen werk en privé is voor iedereen weer zo’n beetje hersteld.
Psychological safety
Ook bij Yonego, een marketingbureau en serviceplatform voor consumenten, is het zoeken naar de juiste balans. Yonego heeft zo’n zeventig medewerkers in vaste dienst, waarvan zeven ontwikkelaars. Leidinggevende Sander Olislagers verwacht in principe dat zij ‘intrinsiek gemotiveerd’ zijn. Logisch, dan leveren ze de beste prestaties. Maar Olislagers weet ook dat dit een bijzondere tijd is en je als leidinggevende je verwachtingen soms moet bijstellen. Daarom laat hij zich van zijn meest coulante kant zien. Hij vindt het geen probleem als een medewerker aangeeft zich niet te kunnen concentreren omdat het thuis te rumoerig is. Een tijdje minder productie draaien is even geen halszaak. De developers van Yonego worden daar nu niet op afgerekend.
Yonego ontwikkelt commerciële platforms en maakt websites voor allerlei branches. Al het werk gebeurt momenteel van huis uit. ‘De nieuwelingen in ons bedrijf heb ik alleen via het cameraatje gezien’, zegt Olislagers, die in de online communicatie probeert zijn medewerkers een veilig gevoel te geven. ‘Psychological safety’ is wat hem betreft doorslaggevend voor een goede balans tussen werk en privé. De ontwikkelaars van Yonego moeten de vrijheid voelen om dingen uit te proberen en fouten te maken. Olislagers: ‘Dat hoort bij onze datagedreven organisatie. Het gaat bij ons om valideren van hypotheses. Ofwel: risico’s nemen. Dat doe je alleen als je je veilig voelt.’
Aan Olislagers de taak om erachter te komen of zijn medewerkers die veiligheid ook echt voelen. Dat moet online gebeuren en dat is nieuw en dus lastig. Voor de coronacrisis werd er gewoon lekker ‘geklankbord en geklaagd’ bij de koffieautomaat. Dat luchtte op. Maar de koffieautomaat is uit beeld verdwenen. De stekker is eruit, hij heeft geen functie meer. Olislagers: ‘Klankborden moeten we nu echt gaan faciliteren door structureel contactmomenten in te bouwen en te vragen hoe het gaat. We hebben ook zelf een tool ontwikkeld voor online feedback. Als we dit nu niet structureren, ontstaan er verkeerde verwachtingen omdat we bepaalde signalen gewoon niet oppakken. Denk bijvoorbeeld aan piekeren. Als we dat merken, komen we direct in actie.’
Uitlaatklep
Terug naar Logius. De directie onderkent het gevaar dat op de loer ligt als de balans tussen werk en privé verstoord raakt. Lunchwandelen, sporten en bewegen worden gestimuleerd. Ook wordt om de twee weken een vragenlijst gestuurd, waarin medewerkers kunnen aangeven hoe ze zich voelen. Daar kunnen leidinggevenden zoals Vincent Wensink weer op anticiperen. Soms is een coachingstraject nodig, soms doet een goed gesprek met een collega wonderen. Even stoom afblazen is toch de beste uitlaatklep.
Wensink: ‘Ik merk dat gesprekken vaak goed op gang komen zodra ik ga vertellen over mezelf. Als ik open ben over mijn situatie, zijn de medewerkers dat ook. Dan kan ik vragen naar hun privésituatie. Hebben ze nog gesport? Welke game spelen ze? Welke nieuwe programmeertalen hebben ze ontdekt? Hebben ze behoefte aan een vrije dag? Dat is wel een dingetje. Er is een berg aan vrije dagen ontstaan want niemand neemt ze op. Dan zeg ik: ‘het is lekker weer, neem vanmiddag vrij’. Anders blijven ze maar doorgaan. Acht uur kloppen zonder pauze is niet gezond.’
Dit artikel staat ook in Computable-magazine #03/21.
Waar slaan ontwikkelaars op aan?
Een goede balans tussen werk en privé is essentieel voor de gemiddelde softwareontwikkelaar. Maar er is meer. Werkgevers die willen voorkomen dat programmeurs er de brui aan geven en vertrekken naar de concurrent, kunnen het onderstaande lijstje maar beter uit hun hoofd leren.
• Alleen in veilige bedrijfscultuur kan een ontwikkelaar floreren;
• Zingeving en agile werken worden als vanzelfsprekend gezien;
• Developers geven graag feedback over verbetering van de organisatie;
• Nieuwe methodieken (extreme programming, pair programming) zijn populair;
• Er is goed contact nodig met een chief technology officer (cto) die begrijpt waar een ontwikkelaar mee bezig is.