China gaat de eigen cybersecurity-industrie fors stimuleren. De regering in Beijing heeft een ontwerp van een driejarenplan uitgebracht ter vergroting van de (internet)veiligheid. De sector cybersecurity moet in 2023 al een omvang hebben van meer dan 250 miljard yuan, zo’n 31,5 miljard euro. De ambities liggen hoog.
De stimulans past in een serie eerder genomen maatregelen waarmee China zijn greep op de digitale economie wil verstevigen. Monopolies worden hard aangepakt. Het ene big tech-bedrijf na het andere krijgt er van langs. Alibaba, Ant Group (Ant Financial en Alipay), Meituan (Groupon kloon) en Didi (tegenhanger van Uber) weten inmiddels wie er in China de baas is. Ook privacy heeft de aandacht van de Chinese leiders, evenals dataopslag en uitwisseling van gegevens. Jarenlang kreeg de Chinese hightech-industrie ruim baan. Maar de regering trekt de teugels thans fors aan.
Een week geleden nog werd op gezag van de Chinese cyberautoriteiten de app van Didi uit appstores verwijderd. De taxi-app zou bij het verzamelen van gebruikersdata de Chinese regels voor databescherming hebben overtreden. De in Amsterdam gevestigde techbelegger Prosus die een groot belang heeft in Tencent dat weer aandelen bezit in Didi, zag daardoor de afgelopen tijd zijn koers dalen.
De Chinese overheid is duidelijk bezig met een inhaalslag. Ook de wetgeving wordt strenger. Net als buiten China kentert de stemming over big tech. Maar waar elders nieuwe wetten lang op zich laten wachten, schakelt Beijing snel bij. Ook cybersecurity krijgt ineens de volle aandacht.