Nederland doet relatief weinig onderzoek naar toepassing van kunstmatige intelligentie (ai). Maar het aandeel ai-onderzoeken neemt snel toe, in vergelijking met andere landen. Alleen in de Verenigde Staten en Japan groeide dit aandeel sneller. Dat concludeert het Rathenau Instituut.
In het totale aanbod van wetenschappelijk onderzoek in Nederland, vormt het onderzoek naar de inzet van kunstmatige intelligentie een bescheiden deel. In ons land ligt het aandeel ai-onderzoeken nog onder het gemiddelde van de tien landen en de EU die het Rathenau Instituut vergeleek.
Nederlands ai-onderzoek focust veel vaker dan het wereldwijd gemiddelde op machine learning, de verwerking van natuurlijke taal (natural language processing) en de ondersteuning van planning en besluitvorming (planning and decision making).
Koploper China
Tussen 2013 en 2018 werd in Nederland 4047 maal gepubliceerd over ai-onderzoek. Dat lijkt veel, maar is het niet. Koploper is China (bijna 81.000 publicaties), gevolgd door de gezamenlijke 27 EU-lidstaten (bijna 69.000) en de VS (ruim 55.000). Ook in landen als India, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Japan en Iran is meer over het onderwerp gepubliceerd dan hier. Wereldwijd verschenen in deze periode ruim 314.000 wetenschappelijke publicaties over ai.
In Nederland hebben in de betreffende periode 985 mensen zich (mede) beziggehouden met ai-onderzoek. Dat is ongeveer 1,5 procent van het wereldwijde totaal aantal onderzoekers dat zich met de technologie bezighield. Wereldwijd waren dit er ruim 66 duizend.
Sterke toename
Ondanks de bescheiden bijdrage van Nederlandse wetenschappers aan wereldwijd onderzoek naar kunstmatige intelligentie, is het Rathenau Instituut positief over de ontwikkelingen. Het Nederlandse ai-onderzoek is de laatste jaren sterk geïntensiveerd, aldus de Haagse organisatie. Het gaat om een toename van 115 procent, ofwel meer dan een verdubbeling, tussen 2013 en 2018. Uit de Nederlandse studies wordt bovendien relatief vaak geciteerd: ruim tweemaal zo vaak als gemiddeld. Het aantal citaten is een indicatie van de onderzoekskwaliteit.
Er is in Nederland veel geld beschikbaar voor ai-onderzoek. Zo ontwikkelden overheid en bedrijfsleven het AiNed Nationaal Groeifonds Investeringsprogramma, dat moet leiden tot een investering van 2,1 miljard euro tussen nu en 2027. Bovendien zien onderzoeksorganisatie NWO en overheidsagentschap RVO een stijging van de omvang en het aandeel van financiering dat naar ai-gerelateerde projecten gaat.
Samenwerking met bedrijfsleven
Een steeds groter aandeel van de ai-onderzoeken wordt uitgevoerd in samenwerking met het bedrijfsleven. Dit geldt opvallend vaak in Nederland. In gemiddeld twaalf procent van de Nederlandse ai-onderzoeken werken hogeronderwijsinstellingen samen met het bedrijfsleven. Alleen in de VS ligt dit percentage hoger (bijna veertien procent).
Het Rathenau Instituut doet onderzoek naar de impact van technologie op de maatschappij. Voor de hierboven beschreven studie baseerden de onderzoekers zich op de Scopus-database van databedrijf Elsevier. In deze database wordt onderzoekssamenvattingen en citaten nauwgezet bijgehouden.