Datagedreven werken. Het leeuwendeel van de organisaties geeft aan dat ze dit al doen. In de praktijk kom je ze echter nog niet vaak tegen. Om een datagedreven organisatie te zijn, is namelijk meer nodig dan alleen geweldige technologie en goede data.
Het vereist de juiste interne processen en cultuur, waarbij het bedrijf ervoor moet zorgen dat goed gebruik van data leidt tot het nemen van de juiste beslissingen. Bedrijven hebben meer data dan ooit, maar zitten vast in een cultuur waarin de beslissingen top-down worden genomen en waarin traditionele tools worden gebruikt zoals wekelijkse rapportages en vooraf geconfigureerde dashboards. Dit betekent dat de kansen die de data biedt lang niet worden benut.
Symptomen
Is jouw organisatie werkelijk datagedreven of is het slechts een façade? Onderstaande symptomen spelen bij organisaties die zich slechts voordoet als datagedreven. Ook wordt aangegeven hoe je deze bestrijdt.
- Voor het gemiddelde gaan
Klanten, leveranciers en andere belanghebbenden op dezelfde manier behandelen en beslissingen nemen op basis van gemiddelden kan negatieve gevolgen hebben. Als een bedrijf bijvoorbeeld dertig dagen invoert als de optimale betalingstermijn – terwijl sommige leveranciers 45 dagen vragen en anderen al na 25 dagen boetes opleggen – zal het geld verliezen door sommige facturen eerder dan nodig te betalen en anderen te laat. Data als leidraad nemen, is goed, maar als gemiddelde waarden het zicht op de werkelijkheid wegnemen, gaan nuances verloren en wat ten koste gaat van je uiteindelijke doel: het optimaal benutten van data.
- Iedereen heeft zijn eigen versie van de waarheid
Als medewerkers beweren dat ‘hun waarheid beter is dan de waarheid van anderen’, dan doe je je meer datagedreven voor dan dat je daadwerkelijk bent. Elke afdeling kan zelfstandig werken en beslissingen nemen op basis van data, maar als de informatie die ze hebben anders is, dan zullen ze het niet snel eens worden. De oorzaak hiervan ligt doorgaans in datasilo’s waarbij elke afdeling alleen naar zijn eigen deel van de werkelijkheid kijkt. Ook kan er onenigheid zijn over welke data gebruikt moeten worden voor besluitvorming.
Daarom is het belangrijk dat alle betrokkenen het eens zijn over welke data leidend zijn. Zo wordt een gemeenschappelijke bron van waarheid gecreëerd om beslissingen te nemen. Om dit te faciliteren, is het verstandig uniforme data zo breed mogelijk beschikbaar te maken binnen een organisatie en te zorgen dat iedereen toegang heeft tot dezelfde informatie. Het gaat om het resultaat, niet het eigenaarschap van de data. Dit loslaten vraagt wel om een cultuuromslag.
- Achteraf beslissingen met data onderbouwen
Het is heel menselijk om beslissingen te nemen en pas daarna op zoek te gaan naar de relevante data om ze te ondersteunen. We hebben immers allemaal de neiging om op ons eigen instinct en onderbuikgevoel te vertrouwen. Er zijn hier echter twee problemen: de ene betreft de heilige manier waarop we data zijn gaan bekijken; de andere manier waarop we beslissingen aan anderen communiceren.
Het is belangrijk te erkennen dat instinct en ervaring nog steeds cruciaal zijn bij zakendoen. Sommige gebeurtenissen – zoals de Cvoid-19-crisis – zijn ongekend en om te beslissen hoe je moet handelen heeft het weinig zin om te kijken naar historische data. Maar over het algemeen is het niet wenselijk om data te misbruiken om een beslissing te rechtvaardigen. Dit schept een slecht precedent terwijl je als leider juist een voorbeeld zou moeten stellen.
Als data op grote schaal worden gedeeld, kun je op teams vertrouwen met medewerkers die belangrijke domeinexpertise hebben, om zo inzichten en kansen te ontdekken. Het is de taak van de leider om zijn ervaring toe te passen op deze inzichten en de juiste koers te bepalen. Ideeën beginnen niet altijd bij de leider, maar wel bij data. Hiervoor kan het nodig zijn het ego te onderdrukken en te accepteren dat in een datagedreven wereld ideeën overal kunnen ontstaan. Wel zullen leiders altijd een cruciale rol hebben bij het bepalen van de te volgen koers.
De verkeerde prikkels inzetten
Data worden vaak gebruikt voor bonussen en andere beloningen, maar die prikkels werken averechts als ze niet verstandig worden ingezet. Wanneer verkopers weten dat ze beloond worden voor een tweede telefoontje, zullen ze dat telefoontje plegen, zelfs als een deal onwaarschijnlijk is. Het gebruik van data om mensen te prikkelen kan werken, maar doelen moeten worden gebruikt om te motiveren en niet als straf. Anders moedigen ze alleen maar slecht gedrag aan. Een medewerker van de klantenservice die gemiddeld vijftien in plaats van twaalf minuten nodig heeft om een klant te bellen, is mogelijk ‘minder productief’, maar kan in werkelijkheid ook hogere Net Promotor-scores behalen en meer bijdragen aan het bedrijfsresultaat. Focussen op de verkeerde of te weinig metrics kan dus uiteindelijk je bedrijf schaden.
Data heeft een enorm potentieel voor het verbeteren van klantenservice, innovatie en efficiëntie. Organisaties moeten zorgen voor de juiste randvoorwaarden om van dit potentieel te profiteren. Data moeten uniform zijn en breed beschikbaar worden gemaakt zodat werknemers één gemeenschappelijke bron van waarheid hebben. Eerstelijnswerkers moeten in staat worden gesteld actie te ondernemen op basis van data en over duidelijke kanalen beschikken om ideeën te delen en deze snel in acties om te zetten.
Dit alles vergt een flinke cultuuromslag, maar de kansen zijn groot. De bedrijven die de genoemde symptomen weten te bestrijden en overwinnen kunnen de façade van zich afwerpen en uitzien naar een veelbelovende, pure datagedreven toekomst.
Dat iedereen nog steeds zijn eigen versie van de waarheid heeft, zoals blijkt uit het bestaan van datasilo’s, is juist het gevolg van datagedrevenheid en het meest eenvoudige bewijs dat SOA als gemeenschappelijke taal nog steeds niet van de grond is gekomen.
interesse filosofie en dan verbaasd zijn als iedereen zijn eigen versie van de waarheid heeft 😛
Prima verhaal: iedereen zijn eigen waarheid en dat dan weer in een poldermodel gegoten.
De juiste ingrediënten voor een “slagvaardige” organisatie met een “optimale” besluitvorming…
Nu alleen nog de juiste cultuur en processen; aangevuld met het SOA-sausje van Jack als de Haarlemmerolie… gaat helemaal goedkomen… zeker in een poldermodel…
🙂
Jack,
Ik zal wel weer mensen te kakken zetten maar data is niet het doel maar het middel. Dit middel kan wel verschillend zijn want de data als bewijslast kent meer belang als waarheid dan data als stuurmiddel in een proces. De digitale transformatie gaat om dataverwerking en dat gebeurt ondertussen steeds vaker buiten het datacentrum.
Dino en Will hebben elkaar gevonden maar ze zijn nog steeds de weg kwijt, ik wijs even op de consumerization van een technologie die zo’n 10 jaar geleden enkel een militair gebruik kende. Bepalen van de ideale koers door GPS data te gebruiken kan zomaar een besparing van 20% op de brandstofkosten opleveren wat gezien de huidige prijzen serieus geld is en bijkomend kan de klant zijn pakketje volgen.
Ieder zijn eigen waarheid want filosofische waarheid van tijd & zijn zorgt ervoor dat een stilstaande klok maar twee keer per etmaal de juiste tijd aangeeft. De vraag is of er nog één gemeenschappelijke bron van waarheid is als data steeds vaker buiten de gebruikelijke (organisatorische) silo’s opgeslagen wordt en door machines aangemaakt leverde afgelopen weken interessante discussies op. Ik pleegde namelijk niet een telefoontje maar ging bij de Rijnlandse bedrijven op bezoek, weg van de zolderkamer nu het weer kan.
Natuurlijk kan data nieuwe inzichten op leveren maar niet zonder de domein expertise die om kennis van de processen gaat, kennis die vervolgens vertaald moet worden naar techniek want data als stuurmiddel stelt andere eisen aan de infrastructuur dan data die als bewijsmiddel gebruikt wordt. Oja, we hebben ook nog data als een referentie voor bijvoorbeeld de kwaliteitscontrole.
Het managen van de verwachtingen gaat om de voorspelbaarheid omdat een ieder begrijpt dat je niet in 2 minuten van Maastricht naar Groningen kunt gaan. Ik zeg dit even omdat ik staande gehouden werd voor te snel rijden ter hoogte van Lelystad op bijna hetzelfde moment dat ik beboet werd voor fout parkeren.