Deutsche Telekom is begonnen met de verkoop van T-Mobile Nederland. Het bedrijfsonderdeel moet naar voorzichtige ramingen zo’n vijf miljard euro opbrengen. De moedermaatschappij heeft het geld hard nodig voor vermindering van de schuldenlast die 130 miljard euro bedraagt. Bovendien moet de Duitsers hun verouderde netwerk vervangen wat behoorlijk in de papieren gaat lopen.
T-Mobile Nederland heeft 6,8 miljoen klanten die 1,9 miljard euro in het laadje brengen. De gemiddelde omzet per klant ligt bij de derde mobiele operator van Nederland vrij laag. KPN en Vodafone verdienen meer per klant. Een probleem dat potentiële gegadigden kan afschrikken, is dat T-Mobile in de kern van zijn netwerk veel Huawei-apparatuur gebruikt. Het ministerie van Economische Zaken & Klimaat wil dat mobiele operators qua infrastructuur minder afhankelijk worden van die Chinese fabrikant. De details van deze ministeriële regeling zijn niet openbaar, maar zeker is dat bepaalde apparatuur moet verdwijnen.
Eind juli kunnen gegadigden voor T-Mobile Nederland al een bod doen. Volgens persbureau Reuters heeft zakenbank Morgan Stanley namens Deutsche Telekom reeds informatiepakketten aan geïnteresseerde partijen verstuurd. De Amerikaanse investeerders Kohlberg Kravis Roberts (KKR) en Warburg Pincus zouden op het vinkentouw zitten. De Franse miljardair Xavier Niel, eigenaar van mobiele operator Free, heeft naar verwachting ook interesse.
Kapitaal nodig
Eerder dit jaar sloot het Spaanse Cellnex een overeenkomst met Deutsche Telekom om het onderdeel T-Mobile Infra in Nederland over te nemen. Het betreft 3.150 antenne-opstelpunten. Het Duitse telecomconcern wordt uiteindelijk een minderheidsaandeelhouder van Cellnex Nederland.
Heel veel kapitaal is ook nodig voor de aanleg van een glasvezelnetwerk. Duitsland mist dergelijke snelle internetverbindingen. Te lang is voortgeborduurd op koper. Volgens Reuters wil Deutsche Telekom een inhaalslag maken door een aparte onderneming voor de aanleg van een glasvezelinfrastructuur op te richten.
Het idee is om investeerders daarin te laten deelnemen aangevuld met schuldfinanciering. De pensioenfondsen APG en PGGM alsmede het Canadese Brookfield en staatsinvesteringsfondsen zouden hiervoor zijn benaderd. Institutionele beleggers zien wel wat in glasvezel omdat die snelle internetverbindingen een vaste, gestage stroom inkomsten genereren.