De Amerikaanse overheid heeft voor zijn technologiesector een pakket steunmaatregelen klaar staan ter waarde van 250 miljard dollar. Met het geld moeten Amerikaanse bedrijven beter kunnen concurreren met China. De Senaat heeft het plan al goedgekeurd, het Huis van Afgevaardigden moet nog stemmen.
Het plan is een onderdeel van een groter relanceplan dat president Joe Biden begin april aankondigde en dat zo’n tweeduizend miljard dollar waard is. Het voorziet in de aanleg van infrastructuurwerken om het Amerikaanse wegennet, spoorwegen en bruggen op te knappen. Maar ook de technologiesector wordt dus geld toegestopt. Voor bijvoorbeeld de chipindustrie alleen al is er ruim vijftig miljard dollar voorzien.
Amerika wil met de wet minder afhankelijk worden van Aziatische bedrijven en met name van Chinese en Taiwanese chipproducenten. Door zelf een grotere rol te spelen in de chipmarkt wil Biden ook het tekort aan halfgeleiders aanpakken. Zeker de Amerikaanse auto-industrie wordt daardoor sterk getroffen. Technologie is voor veel Amerikaanse politici ook de snelste weg naar mondiaal economisch leiderschap, nog een reden waarom het wetsvoorstel zowel van de Democraten als de Republikeinen steun kreeg, een behoorlijk zeldzaam voorval.
Behalve chips is ook kunstmatige intelligentie een speerpunt van de nieuwe wet. Daarnaast is er ook nog tien miljard uitgetrokken om de Nasa toe te laten snel weer astronauten naar de maan te sturen.