De digitalisering van het openbaar bestuur is Denemarken veel beter geregeld dan in Nederland. Veel valt te leren van de manier waarop de Denen hun digitale overheid aansturen. Dit land heeft een centraal aangestuurd digitaliseringsmodel met een goede regie. Er zijn duidelijke kaders en een helder overlegmodel, waarin ook private partijen tijdig participeren.
Dit blijkt uit de ‘Quick scan vergelijking governance digitale overheid‘. In dit rapport vergelijkt PwC de situatie in beide landen. Opdrachtgever was het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De vele incidenten in de afgelopen jaren gaven aanleiding tot een kritische verkenning naar de wijze waarop beide landen de aansturing van de digitale overheid hebben georganiseerd. Inzichten uit het rapport worden gebruikt voor nieuw beleid. De directie Digitale Overheid van eerdergenoemd departement wilde weten waarom de Denen hun zaakjes niet alleen beter voor elkaar hebben, maar ook veel minder budget nodig hebben.
De Deense generieke data-infrastructuur (GDI) waaronder alle middelen vallen om digitaal met de overheid te communiceren, was veel goedkoper. Het totale budget voor de centrale bouwstenen (inclusief innovatie) bedroeg slechts een derde van het Nederlandse budget. Het verschil in efficiency is enorm.
Eenheid
Denemarken heeft de digitale overheid totaal anders opgetuigd dan Nederland. Van begin af aan is gekozen voor een centrale aanpak. De governance van de digitale overheid is gebaseerd op wettelijk vastgelegde bevoegdheden op centraal niveau. Een agentschap voor digitalisering stelt de kaders vast. Deze instantie voert de met alle betrokkenen afgestemde regie. Denemarken heeft digitale bouwstenen gedefinieerd waarmee andere overheden aan de slag kunnen in het digitaliseren van de eigen diensten. Het gebruik van deze generieke voorzieningen is verplicht. Er is eenheid.
Kenmerk van de Nederlandse aanpak is de verregaande decentralisatie. Iedereen heeft overal iets over te zeggen. Een breed palet van beleidsmakers en uitvoeringsorganisaties geeft vorm aan de digitale overheid. Iedere speler heeft een eigen (wettelijke) taak en verantwoordelijkheid richting afnemers/gebruikers. Alles is gericht op het eigen project wat ten koste gaat van het algemeen belang. Rolopvattingen zijn te individueel. Aan generieke voorzieningen wordt weinig bijgedragen. De digitale overheid als geheel komt daarbij niet uit de verf. De budgetten zijn eveneens decentraal verdeeld. Ook dit schaadt de ontwikkeling van centrale voorzieningen. Het ecosysteem als geheel lijdt onder dit alles.
Lappendeken
Verder is sprake van een hele lappendeken aan rollen en budgetten. Voor zover er kennis en expertise aanwezig zijn, bevinden die zich op verschillende plekken. Die fragmentatie belemmert ook de functieroulatie en daarmee de uitwisseling van knowhow en ervaring. PwC constateert ook een versnippering van kennis en expertise. Werkplekken verliezen hierdoor hun aantrekkingskracht. Het ontbreekt aan een goed carrièreperspectief. Dit maakt het lastig talentvolle mensen aan te trekken.
Anders dan in Denemarken vloeit er weinig praktische kennis vanuit het bedrijfsleven naar de overheid. Hierdoor mist de overheid bepaalde inzichten, bijvoorbeeld in de kosteneffectiviteit van oplossingen. Ook kennis over trends en innovaties belandt niet bij de overheid.
Afdwingbare normen nodig
PwC adviseert naar Deens voorbeeld meer te sturen op hoofdlijnen. Ga van projecten naar beleid. Een gezaghebbende regierol komt uit de verf als de sturing via centrale budgetten gaat. Ook zijn afdwingbare normen nodig via wetgeving. De Deense situatie leert dat consistentie in de wijze van sturing en financiering resultaten oplevert.
Een succesfactor van de Deense governance is de verbondenheid van alle betrokken spelers. Er is een breed gedragen besef dat het voor iedere speler maar ook voor het geheel beter is als er één standaard wordt gehanteerd, kennis gedeeld en gebundeld wordt, zodat één agentschap een regisserende rol kan vervullen. Belangrijk ook is de wat en de hoe vraag te scheiden, stelt PwC. De overheid moet focus leggen op de wat vraag en de hoe vraag aan private partijen en uitvoeringsorganisaties laten
Het PwC-rapport is geschreven door voormalig topambtenaar Selwyn Moons. De aanbevelingen liggen op de formatietafel en worden gebruikt voor nieuw beleid.