De omstreden Omgevingswet treedt pas op 1 juli 2022 in werking. Dat betekent opnieuw uitstel, nu met een halfjaar. De verdaging geeft het Rijk, gemeenten, provincies, waterschappen en uitvoeringsorganisaties meer ruimte om de implementatie van de wet goed af te ronden, meldt demissionair minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een brief aan beide Kamers.
De Omgevingswet en het bijbehorende DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet) wordt al het nieuwe rijks-ict-debacle in de dop genoemd. Vorig jaar mei werd de invoering ervan al met een jaar uitgesteld naar 1 januari 2022. Afgelopen april werd duidelijk dat die deadline ook niet wordt gehaald. Het digitaal stelsel dat het fundament onder deze ‘megawet’ vormt, is nog zo gebrekkig dat invoering op die datum onverantwoord zou zijn. Demissionair minister Ollongren (BZK) heeft daarom besloten de deadline een halfjaar op te schuiven naar 1 juli 2022.
Doel van de Omgevingswet en het bijbehorende DSO is het bundelen van wetgeving rondom ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water binnen één stelsel. Het idee is dat de gebruikers (burgers, ondernemers) van het DSO online met ‘een klik op de kaart’ informatie over regelgeving centraal opvragen en daardoor makkelijker en efficiënter zaken doen op het gebied van omgevingsrecht en ruimtelijke ordening.
Stelselherziening
De stelselherziening is een complex traject waarbij vele wetten over het omgevingsrecht in de Omgevingswet moeten worden geïntegreerd. Bovendien moet er een ict-omgeving (het DSO) worden opgetuigd met nieuwe standaarden, software en koppelpunten. Een centrale rol is weggelegd voor het DSO-LV (Landelijke Voorziening), waarop provincies, gemeenten en waterschappen zich moeten aansluiten.
Volgens de bewindsvrouw is het DSO-LV stabiel en hebben de diverse overheidslagen al op afzonderlijke delen testen uitgevoerd maar is er meer tijd nodig voor het toetsten en inregelen ‘van de ketens voor vergunningverlening en planvorming elk op zich en in samenhang.’ Daarnaast is de verwachting dat de laatste betrokken softwareleveranciers pas in oktober van 2021 hun systemen in gereedheid hebben gebracht.
Een latere inwerkingtreding van de Omgevingswet brengt extra kosten met zich mee voor bevoegd gezagen en het ministerie van BZK, meldt Ollongren. Tijdens een financiële evaluatie in 2022 kan pas de balans worden opgemaakt. De nieuwe wet brengt hoge kosten met zich mee. Alleen al de overgang naar deze wet gaat de gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk 1,3 tot 1,9 miljard euro kosten.
BIT en Adviescollege ICT-Toetsing
Het Bureau ICT Toetsing (BIT), de vroegere ict-waakhond van het Rijk, heeft zich eerder kritisch over de Omgevingswet uitgelaten. De minister heeft daar voor een deel naar geluisterd door tijdelijke alternatieve maatregelen in te voeren. Daardoor zou de Omgevingswet met de op 1 juli 2022 gereed zijnde onderdelen van het DSO alvast van start kunnen gaan, ook al werken sommige landelijke of lokale voorzieningen dan nog niet volledig. Zij wijst op ict-oplossingen, zoals het tijdelijk publiceren van omgevingsplannen via de huidige digitale standaarden, het overgangsrecht en serviceteams die overheden werk uit handen nemen.
De opvolger van het BIT, Adviescollege ICT-Toetsing, blijft het project met argwaan volgen. Voorzitter Hans Verkruijsse wijst in een recent interview met i-Bestuur er op dat het BIT al in 2017 aangaf dat de omgevingswet-ict te ingewikkeld was en tot problemen zou leiden. Met als advies: knip het DSO in kleinere stukken op. Drie jaar later blijkt er nauwelijks iets veranderd en valt politiek Den Haag over de DSO-misère heen.
Reden voor Verkruijsse en zijn team om eind vorig jaar wederom een kritisch rapport naar verantwoordelijk minister Ollongren te sturen. Het is volgens de nieuwe ict-waakhond helemaal niet nodig dat alle regelgeving per se in één nieuw omvangrijk systeem komt. ‘De omgevingsregelgeving is zo uitgebreid dat je die prima in aparte ‘dedicated’ systemen kunt stoppen om die vervolgens met de XBRL-standaard te verbinden. We zullen het DSO blijven volgen.’
Als er geen nieuwe aanvraag voor een toets komt, sluit Verkruijsse niet uit dat het Adviescollege ICT-Toetsing zelf onderzoek gaat doen.
Nu maar hopen dat de politici niet weer zoals gewoonlijk allerlei (dure) aanpassingen aan de software laten maken waardoor alles nog later in productie kan….