AP vraagt om vast budget van 100 miljoen euro

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) vraagt om een structureel budget van honderd miljoen euro op jaarbasis. Alleen met dat geld zegt de privacytoezichthouder in de toekomst haar taken te kunnen uitvoeren. De vraag om extra financiering is gisteren naar de informateur van het nieuw te vormen kabinet gestuurd in de hoop dat het wordt opgenomen in de nieuwe begroting.

Volgens de privacytoezichthouder is het bedrag vergelijkbaar met de budgetten en de omvang van andere toezichthouders (zie kader onderaan artikel). Ook is het volgens de AP een voorwaarde om de komende jaren een organisatie op te kunnen tuigen die kan toezien op de naleving van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in de alsmaar groeiende digitale samenleving.

De AP beschikt dit jaar over een budget van 25 miljoen euro. Die bijdrage van het ministerie van Justitie en Veiligheid wordt volgens de huidige plannen teruggeschroefd naar 18,5 miljoen per jaar (periode 2022-2025). KPMG berekende dat de AP daarmee afstevent op een tekort van 26,4 in 2022 tot 48 miljoen in 2025.

Er is voor die periode namelijk een plan ontwikkeld om de organisatie stapsgewijs te laten groeien door meer personeel aan te nemen, achterstanden weg te werken en te investeren in ict. Het geschetste ‘groeipad’ moet leiden tot 470 voltijdbanen in 2025. Uiteindelijk moet een organisatie ontstaan die met een vast budget van honderd miljoen euro op jaarbasis haar taken kan vervullen. De cijfers staan in een zogenoemde position paper die moet bijdragen aan de onderbouwing van gesprekken tijdens de formatieonderhandelingen en het debat over de Voorjaarsnota 2021. 

Het onderwerp zal ook aan bod komen tijdens een debat in de Tweede Kamer over de bescherming van persoonsgegevens, dat vandaag (tot 13.00 uur) op de agenda staat. 

AP faalt in toezichthouden

Eind 2020 luidde AP-voorzitter Aleid Wolfsen de noodklok. Hij moest toegeven dat zijn organisatie door gebrek aan budget en mankracht faalde in het toezichthouden op de AVG.

Een schrijnende effect daarvan is dat van de 27.000 gemelde datalekken in 2019 er maar 0,3 procent werd onderzocht. Slechts 0,04 procent van de 27.800 gemelde klachten en overtredingen leidde tot een sanctie, bijvoorbeeld een boete. Er lagen bijna tweeduizend klachten op de plank. Kortom, bedrijven die de fout in gaan met de privacy en techbedrijven die het niet nauw nemen met de privacy, hebben weinig te duchten van de privacywaakhond.