Nederlandse gemeenten blijken op grote schaal burgers op sociale media te volgen ter voorbereiding op ongeregeldheden. Een op de zes lokale overheden doet dat via nepaccounts wat tegen de regels ingaat.
Dit komt naar voren uit een onderzoek van de NHL Stenden Hogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen waarover de Volkskrant bericht. Opdrachtgever was het onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap. Ongeveer de helft van de Nederlandse gemeenten zijn in het onderzoek betrokken.
Overigens weet meer dan de helft van de gemeenteambtenaren niet dat ze bijvoorbeeld geen Facebookgroepen en Twitteraccounts via nepaccounts mogen volgen. Alleen politie en inlichtingendiensten is dat onder strikte voorwaarden toegestaan.
Ook aan het opslaan van persoonlijke gegevens kunnen betrokken gemeenten hun vingers snijden. Volgens de onderzoekers slaan zeker 23 gemeenten deze aldus vergaarde data geautomatiseerd op in dossiers. Daarmee lopen ze het risico van privacyschending. Verder moet bij online monitoring altijd een functionaris gegevensbescherming zijn betrokken. Een derde van de gemeenten heeft dat verzuimd. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) onthoudt zich voorlopig van commentaar.
Eén op de zes lokale overheden moet toegeven de wet, al dan niet bewust, structureel te overtreden. Het aandeel kan groter zijn omdat ruim de helft van de gemeenten niet aan het onderzoek heeft willen deelnemen. Bij de grote ministeries en diensten zal het wel niet beter zijn.
Toezicht, controle, onderzoek, algemene en buitengewone opsporing. Die termen worden vaak door elkaar gehaald, maar zijn juridisch verschillend en gekoppeld aan verschillende bevoegdheden die niet iedere ambtenaar heeft.
Een politicus mag een ambtelijke organisatie niet zomaar opdragen om gegevens te verzamelen en te controleren. En een topambtenaar moet nee durven te zeggen tegen een bestuurder die vraagt wat niet mag. Anders zijn het flopambtenaren die hun ondergeschikten in de val laten lopen en als wetsovertreder laten werken. Ambtenaren en “verdachte” burgers mogen nooit tegen elkaar uitgespeeld worden, zoals dat bijvoorbeeld bij de toeslagen is gebeurd.
Als de wettelijke bevoegdheden niet voldoende zouden zijn, wat ik me wel eens kan voorstellen, dan moet er een publieke politieke afweging gemaakt worden. En als de juridische kennis van de ambtenaar onvoldoende is om gerommel te voorkomen, dan moet daar wat aan gedaan worden.
Het is curieus dat het zo vaak misgaat. Gemeenten hebben functionarissen zoals Chief Information Officers, Chief Information Security Officers en Functionarissen Gegevensbescherming. “Uit het onderzoek blijkt dat bij ongeveer eenderde van de gemeenten geen functionaris gegevensbescherming is betrokken bij online-monitoring, dat is wel wettelijk verplicht.“ Waar waren die functionarissen; hebben ze onder een steen gezeten? En zijn de betrokken ambtenaren naar de OR gestapt of hadden ze niet door waarmee ze bezig waren?
@Jaap
Iedere Nederlander wordt geachte de wet te kennen. Iedere Nederlander wordt geacht moreel besef te bezitten en zich er rekenschap van te geven wat wel en niet kan en mag. Dat geldt net zo goed voor ambtenaren. De wet overtreden is de wet overtreden, of dat nu doelbewust gebeurt of vanuit onwetendheid.
Het maakt niet uit hoeveel functionarissen, CxxO’s, compliance officers of wat dan ook je er tegen aan gooit. Kijk gewoon even naar de constateringen in het rapport “Ongekend Onrecht”.
Het is niet “curieus” dat het zo vaak mis gaat.
De Nederlandse overheid is te groot en heeft veel te veel macht en invloed. Middenstand wordt langzaam vervangen door ambtenarenklasse. Nog even en het raakt hier net zoals in Oost-Duitsland tijdens Honecker. De Belastingdienst is hier bij uitstek een voorbeeld van.
@Robert, het uitgangspunt dat iedere Nederlander geacht wordt de wet (en de regelgeving) te kennen, is ook een kwestie van zich indekken door de wetgever. Je hebt als burger of bedrijf te maken met typische juridische taal, archaïsche taal vanuit oudere wetgeving, expliciete verwijzingen naar andere wetgeving, voor de leek onzichtbare verwijzingen vanuit andere wetgeving, directe en indirecte werking van verdragen en Europese wetgeving, enz. Ook juristen zijn het vaak oneens over interpretaties. Je hebt de grammaticale interpretatiemethode, de wetshistorische (op de oorspronkelijke bedoeling gerichte) interpretatiemethode, de bredere wetsystematische interpretatiemethode, de nog bredere rechtshistorische (niet zuiver juridische) interpretatiemethode, de teleologische (logische op het huidige vermeende doel van de wet gerichte) interpretatiemethode, de anticiperende (op komende wetgeving gerichte) interpretatiemethode. Een rechter kan ook nog eens autonome interpretatiemethode op na houden.
De VNG houdt zich stil. Je mag verwachten dat de VNG om advies is gevraagd over dit onderwerp door bijvoorbeeld CxxO’s van kleinere gemeenten en dat de VNG hierover een advies heeft uitgegeven voor alle gemeenten, dan wel de vraag heeft doorgespeeld naar het rijk. Ben benieuwd wat de VNG nog gaat verklaren.
@Jaap
Je assessment dat het lastig is de wet te kennen, is correct. Er is veel wetgeving, en jurisprudentie juist kunnen interpreteren is al snel voorbehouden aan juristen.
Echter, iedere gemeente heeft een juridische afdeling. Ieder bedrijf heeft een juridische afdeling. En voor de meeste burgers geldt dat ze met een beperkte hoeveelheid wetgeving in aanraking komen, en er altijd hulp van een jurist ingeschakeld kan worden.
Ergo, als je als ambtenaar denkt dat je in je taakuitvoering bezig bent met iets dat juridisch twijfelachtig zou kunnen zijn, heb je de mogelijkheid, zowel in functie als in privé, om een jurist te raadplegen. Ieder iets groter bedrijf heeft awareness cursussen rondom de manier waarop het bedrijf zaken wenst te doen. Steevast zit er in die cursussen een verwijzing naar de juridische afdeling, voor vragen of onzekerheden. Ik kan me haast niet voorstellen dat iets dergelijks niet binnen gemeentes beschikbaar is.
@Robert, de betrokken personen, van hoog tot laag, hadden inderdaad via allerlei routes goede informatie kunnen krijgen, of gewaarschuwd kunnen worden. En als een ambtenaar gedwongen wordt om verkeerde dingen te doen, dan kan deze naar de OR stappen.
Dat digitaal zaakgericht werken is wel een dingetje als overijverige ambtenaren hierin digitaal gaan rechercheren in open bronnen.