Low-code is de nieuwe motor voor creatie. Via een paar muisklikken een idee omzetten in een product met als resultaat een ongekend snelle applicatieontwikkelingstijd. Ontwikkelaar moeten low-code dan ook omarmen als een ideaal product en niet zien als een aanval. Dat stelt Michael Beckley, technisch directeur bij Appian, tijdens de online-conferentie Appian World, dit jaar gehost vanuit de lobby van het hoofdkantoor in Washington. Vier vragen aan de topman.
Voor wie is low-code?
‘Low-code moet door ontwikkelaars gebruikt worden. Het biedt een nieuwe manier van ontwikkeling. Programmeren gebeurde vroeger met name via het toetsenbord. Via low-code hoeven gebruikers enkel een ontwerp te bedenken en kunnen ze deze via een paar muisklikken realiseren. Ze selecteren een aantal herbruikbare objecten en hoeven minder tijd te besteden aan het daadwerkelijke coderen. Dit maakt applicatieontwikkeling veel efficiënter en tot tien keer sneller. Op deze manier kunnen it’ers nog sneller bedrijfskritische applicaties ontwikkelen. Dat is een winst voor bedrijven.’
Hoe zien ontwikkelaars dat?
‘Toen wij in 2017 beursgenoteerd werden, wilden ontwikkelaars er niet mee werken en moesten we hen nog overtuigen van de kracht van low-code. We willen natuurlijk geen oorlog met ontwikkelaars voeren. We zien low-code juist als een hulpmiddel om sneller te werken. Door die extra snelheid, kan het it-tekort bovendien worden teruggeschroefd. Inmiddels hebben we de waarde van deze ontwikkelmethode wel bewezen. Zeker na de uitbraak van het coronavirus.’
Is no-code de toekomst van low-code?
‘Dat is de vraag die iedereen bezighoudt. Toch is dit niet het geval. Low-code is een marketinglabel en het is niet geschikt voor it’ers. No-code-applicaties worden nog steeds via code gebouwd, maar deze broncode is niet inzichtelijk voor de gebruiker. Hier willen ontwikkelaars juist wel inzicht in hebben om het te finetunen naar hun wensen. Om toch aanpassingen door te kunnen voeren, moet er een beroep worden gedaan op high-code. No-code biedt dus geen maatwerk en dit is alleen via hardcore-codering op te lossen.’
Is no-code dan afgeschreven?
‘Nee, dat is ook weer niet het geval. No-code is geschikt voor de business zelf: de burgerontwikkelaars. Via no-code kan de business zelf apps bouwen om in hun behoefte te voorzien. Zij hoeven hiervoor geen ontwikkeltijd van de it-afdeling aan te vragen. Dat helpt om schaduw-it te voorkomen. Het is dus uitermate geschikt voor bijvoorbeeld business-analisten of senior managers.’
Er zit een groot aantal denkfouten in de ‘ontwikkeling’ van ideeën als we kijken naar wet- en regelgeving aangaande allerlei informatieverwerkingen want even het ontwerp bedenken en dat vervolgens met een paar muisklikken realiseren klinkt niet als ‘privacy-by-design’ dus enige kanttekeningen lijken me op zijn plaats. Want de uitbraak van het coronavirus is als 9-11, individuele (grond)rechten worden onrechtmatig ter zijde geschoven voor het belang van het collectief. En natuurlijk bevat niet elke gegevensverzameling privacy gevoelige informatie maar tot op heden zie ik vooral een groot digitaal opportunisme aangaande low-code platformen, het is namelijk geen ontwikkelmethode.
Low-code is – net als No-code – een marketinglabel en het ontwikkelen van bedrijfskritische applicaties vraagt heel wat meer dan een platform, wij van WC-eend kijken in dat geval graag naar zekerheid over de langere termijn. De plotselinge verrassing van een vroegtijdige EoL van een platform omdat investeerders het geld eruit trekken is tenslotte niet ondenkbaar. Toegang tot de broncode middels een ESCROW overeenkomst is een maatregel hiertegen maar zoals al eens in een opinie uiteen gezet gaat het uiteindelijk om de gegevensstromen, het risico van SaaS wordt nog weleens onderschat. Schaduw-IT-oplossingen vergroten de risico’s doordat de gebruikers over het algemeen niet kijken naar de non-functionele compliance aspecten zoals beveiliging, betrouwbaarheid, enz.
Low-code, no-code… oude wijn in nieuwe zakken.
Er is niets tegen oude wijn, zolang het maar goede wijn is. En ik betwijfel de kwaliteit van de wijn ten zeerste.
In de jaren 90 van de vorige eeuw (ja, opa vertelt) was er een gelijke beweging, en die heeft zich in de afgelopen 20 jaar danig niet bewezen…
Ontwikkelaars wilden er niet mee werken en moesten overtuigd worden.
waarde zou inmiddels bewezen zijn.
even verder in het artikel : “Low-code is een marketinglabel en het is niet geschikt voor it’ers.”
No code nog minder want ontwikkelaars zouden code juist willen zien en aanpassen.
Waar moesten ontwikkelaars eigenlijk van overtuigd worden ?
Daarna de term high-code. Om het nog verwarrender te maken omdat high-level programmeren juist met low-code gebeurt.
Je wilt immers met hoge abstractie programmeren in een hogere programmeertaal.
In low/no-code terminilogie lijkt high-code juist low level programmeren te betekenen.
Uiteindelijk de veronderstelling dat zelf apps bouwen door de business, de schaduw-it helpt voorkomen.
En de reminder dat alle apps uiteindelijk toch uit code bestaan, duh 😛
En weer door..
Wat zou er toch komen na 4GL?
@Jack
Na IPv4 kwam IPv6. Of toch niet?
5GL is er overigens al enige tijd.
Low-code is fijne software voor het ontwikkelen van kleine web/mobiele applicaties. Het is daarmee een niche dat prima naast het programmeren van software kan bestaan. Het probleem van low-code platforms is het volgende, ze zijn:
1) Gesloten (In tegenstelling tot de meeste programmeertalen als Python of Java)
2) Specifiek (Ze hebben een beperkt toepassingsgebied)
Zodra low-code beschikbaar zou komen die open en breed inzetbaar, zou dit wellicht veranderen. De verwarring komt vooral, omdat (low-code) applicaties software zijn, maar niet alle software zijn applicaties.
IT’ers zijn vaak met veel bredere software bezig dan alleen applicaties, denk aan software als Linux (OS), Oracle (Database), Kubernetes (Cloud orchestratie) of React (Frontend Framework). Alle deze software is geprogrammeerd en met geen low-code kan je zulke software maken. Kan je met low-code zelf een low-code platform ontwikkelen?
Ik ben altijd wel van het idee van low-code gecharmeerd, maar in de praktijk loop je vaak tegen veel beperkingen op, zodat je er alsnog nog om heen aan het programmeren bent.