Een beweging als de opensourcegemeenschap is nodig om het onmogelijke mogelijk te maken. Dit betoogt filmproducent Mick Ebeling tijdens zijn energieke bijdrage aan de Red Hat Summit 2021 Virtual Experience. Hij doet uit de doeken hoe hij met zijn Not Impossible Foundation projecten tot een goed einde weet te brengen.
In een vol programma met meer dan honderd sessies, verdeeld over twee dagen, vallen een paar lezingen op van niet-it’ers, waarin zij de inbreng van mensen uit een community benadrukken om snel tot innovaties te kunnen komen. Een van de voorbeelden in Nederland is Rijkswaterstaat, het uitvoerende agentschap van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat dat stelt dat je iets als vernieuwing niet in je eentje voor elkaar krijgt. ‘Innovatie is onmisbaar, maar lukt alleen als we onze krachten bundelen. Zowel met marktpartijen en kennispartners als met als met medeoverheden en marktpartijen. Als het lukt om samen te experimenteren en standaardiseren, zijn innovaties sneller tot productie te brengen en sneller in de praktijk uit te rollen’, aldus directeur-generaal Rijkswaterstaat Michèle Blom in de nota ‘Innovatieagenda 2030; Samen sneller met focus innoveren’.
Ook Timo Wielink betoogt dat het ‘zonder de opensourcegemeenschap nooit was gelukt’. Hij refereert aan de opstart van de vierde Call for Code van IBM (en Red Hat), een wereldwijde Tech-for-Good Challenge van ontwikkelaars om iets nuttigs te maken. Daar worden ditmaal drie uitdagingen van de zeventien Duurzaamheidsdoelen van de Verenigde Naties als ‘challenge’ gekozen. De Nederlander Wielink won met zijn team de allereerste Call for Code in 2018. Dat team ontwikkelde een eenvoudig en betaalbaar systeem om meteen na een natuurramp een communicatienetwerk in de lucht te hebben: Project Owl. ‘Het was geweldig om te merken dat duizenden ontwikkelaars over de hele wereld zich inspanden om mee te denken’, zegt hij daarover.
Project Daniël
Als tijdens de Red Hat summit de filmmaker Mick Ebeling zijn verhaal doet, spat de energie van het scherm. Hij heeft zijn lezing opgebouwd in hoofdstukken, die staan voor de projecten die zijn stichting uitvoert. Project Daniël van de Not Impossible Foundation, waarvan Ebeling de oprichter en ceo is, springt eruit. Hij vertelt over Daniël, een twaalfjarige jongen die tijdens de oorlog in Soedan beide armen verloor. Tijdens een bombardement verschool hij zich achter een boom, beide armen om de stam geslagen. Toen de bom ontplofte, redde de boom zijn leven, maar zijn armen raakte hij kwijt.
Hij reisde vervolgens af naar het Afrikaanse land, met een 3d-printer in zijn bagage en de onverdroten wil om Daniël van dienst te kunnen zijn. ‘Dankzij de hulp van velen is het gelukt om ter plekke een prothese te printen. En dan wel eentje die slechts honderd dollar kost. Voor een kunstarm tel je doorgaans vijftienduizend dollar neer.’ Voorts heeft hij inwoners van Daniëls dorp geleerd om te gaan met de printer; mensen die vaak nog nooit eerder een computer hadden gezien. Want helaas is Daniël niet de enige.
Zijn geheim: kijk naar de wereld door de lens van het absurde, en zoek er dan een persoon bij om het concreet te maken. ‘Het is absurd dat zoveel personen zonder armen door het leven moeten en hulpmiddelen onbereikbaar duur zijn. Dat moet je dus aanpakken. Zoek steeds jouw eigen Daniël.’
Bij al zijn projecten boort hij de gemeenschap aan van gepassioneerde en getalenteerde ingenieurs, makers, ideeëngenerators en verhalenvertellers.
Kunstenaar
Ebeling en zijn vrouw kwamen op het idee om de stichting op te richten tijdens een vernissage in een galerie. Zij leerden er Tony Quan kennen, oftewel Tempt1, een vooraanstaande graffiti-artiest uit de jaren tachtig, begonnen in Los Angeles.
In 2003 kreeg hij de diagnose van de spierziekte ALS. Hij is nu verlamd en kan alleen zijn ogen nog bewegen. ‘Ik vroeg hem wat hij wilde in het leven’, zegt Ebeling. ‘Met zijn broer kunnen praten, was het antwoord. Dat is mogelijk als je kijkt naar Stephen Hawking die geheel verlamd nog interessante lezingen verzorgde. Maar de apparatuur die de beroemde theoretisch natuurkundige hiervoor gebruikte, is alleen weggelegd voor mensen met veel geld.’
De stichting ging de uitdaging aan. ‘Daarbij moet je je omringen met individuen bij wie je jezelf heel dom vindt; zij komen met de ideeën. Ze kwamen van over de hele wereld met die hacker-cultuur van doen wat nodig is. Voortbordurend op Ebelings eigen suggestie dat als Hawking met zijn ogen een spraakcomputer kon aansturen, dan zou het ook mogelijk moeten zijn om met oogbewegingen te kunnen schilderen. Zo is de Eyewriter ontstaan.’ In 2010 werd Eyewriter door Time Magazine uitgeroepen tot een van de belangrijkste uitvindingen van dat jaar.
Ebeling praat verder over zijn Hunger Project, dat vergelijkbaar is met de Voedselbank. Zij het dat Not Impossible een band legt tussen personen die eten nodig hebben en restaurants. Deelnemers geven via een app aan dat ze honger hebben, en als reactie krijgen ze een lijst met restaurants in de buurt die meedoen en waar ze een maaltijd kunnen afhalen. Red Hat gaf tijdens de summit aan voor elke maaltijd een bedrag aan het project te doneren voor nog een maaltijd.
Hitrecord
Joseph Gordon-Levitt, Amerikaans acteur, regisseur, scenarioschrijver en ceo van Hitrecord, begint met de constatering dat de opensourcegemeenschap en hij veel gemeenschappelijk hebben. ‘Ook bij Hitrecord gaat het niet om wat iemand wil posten, niet om wat iemand wil doen, maar om wat je met elkaar kunt en wilt doen.’
Hitrecord is een online-platform waarop iedereen zijn of haar creativiteit uit en deelt met anderen. Het werd aanvankelijk opgezet als een soort productiehuis, en het bedrijf maakt gebruik van een verscheidenheid aan media om projecten zoals korte films, boeken en dvd’s te produceren. Hitrecord heeft korte films geproduceerd zoals Morgan M. Morgansen’s Date with Destiny en het vervolg Morgan and Destiny’s Eleventeenth Date: The Zeppelin Zoo.
‘Bij de oprichting in 2009 hadden we een lijstje gemaakt van wat we wilden bereiken met het platform. Op een gegeven ogenblik hadden we alle wensen afgevinkt en vroegen we ons af: wat nu? Toen zijn we ons gaan kijken naar het verbeteren van het proces, niet het product. Op het proces van samen iets creatiefs maken’, vertelt Gordon-Levitt. ‘Daarvoor moesten we onze technologie wel aanpassen. Het moest niet meer een visvijver voor projecten zijn, maar een platform voor samenwerking. Het moest daarom dus eenvoudig toegankelijk zijn.’
Leiderschap
Daarnaast is hij iedereen gaan bellen die zich bij Hitrecord had aangemeld, maar al snel weer was afgehaakt. ‘Er zijn altijd mensen die de kat uit de boom kijken. Ik wilde weten waarom ze precies afhaakten. Toen bleek dat velen zich geïntimideerd voelden door wat anderen allemaal konden maken. Ze voelden dat ze niet de vaardigheden hadden om iets bij te dragen. Dat was het startpunt om het anders aan te pakken, en de nadruk te leggen op het proces, op samen leren. Het leren werd niet meer iets dat je erbij doet, maar was voortaan het uitgangspunt. Nu zie je dat mensen zich aan elkaar optrekken en opbloeien. Het platform is inmiddels een levendig atelier.’
Hij geeft wel aan dat het ‘community-first’ is, maar dat er wel leiderschap moet zijn. ‘Geen dictator, maar iemand die stuurt, die de samenwerking organiseert. Iemand die ook grenzen stelt, want als iets grenzeloos is, begin je er niet aan; dan verzuip je in eindeloze keuzes.’
Gordon-Levitt ziet in die zin enorm veel overeenkomsten tussen de opensourcegemeenschap en zijn platform. ‘Maar ik zou eigenlijk nog iets meer van jullie open mentaliteit in ons platform willen hebben’, spreekt hij de Red Hat-gemeenschap toe.