Eindelijk heeft de Tweede Kamer een vaste commissie Digitale Zaken. Het idee van zo'n commissie werd al in 2019 geopperd in het parlement en kreeg vorig jaar mei het laatste duwtje van de tijdelijke commissie Digitale Toekomst. Nu, enkele weken na de Tweede Kamerverkiezingen, stelt de vaste commissie zich voor.
De vaste Kamercommissie Digitale Zaken (Diza) heeft twee doelstellingen. Het eerste doel is overzicht scheppen in de maatschappelijke ontwikkelingen op het vlak van digitalisering en nieuwe technologie. ‘Deze gaan snel en hebben invloed op onder meer werkgelegenheid, veiligheid, democratie, privacy en de verhouding tussen burgers onderling en tussen burgers en de overheid’, schrijft de commissie op site van de Tweede Kamer.
Het andere doel is om te zorgen voor verbinding in de behandeling van digitale dossiers op de verschillende beleidsterreinen. De commissie wil dat de overheid de regie neemt op enkele overstijgende thema’s die diep ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer van mensen.
Leijten leidt
De commissie Digitale Zaken telt 35 Kamerleden (zie kader onderaan), met nog eens 31 plaatsvervangers. Renske Leijten (SP) is momenteel de voorzitter. Diza is een vaste commissie van de Tweede Kamer, zoals er bijvoorbeeld ook vaste commissies zijn voor Financiën, Infrastructuur & Milieu en Europese Zaken.
De aanstelling van een commissie-Diza was een aanbeveling van de tijdelijke commissie Digitale Toekomst, voorgezeten door toenmalig Kamerlid Kathalijne Buitenweg (GL). Zij wees er op dat de Tweede Kamer gefragmenteerd over digitalisering spreekt, waardoor niet altijd alle risico’s, kansen en maatschappelijke waarden aan de orde komen. Afgelopen najaar diende CDA-Kamerlid Harrie van der Molen met collega-Kamerleden van VVD, GroenLinks, D66 en 50Plus een motie in voor een vaste commissie. De motie werd aangenomen, enkel de PVV stemde tegen.
De commissie-aanstelling hing al in de lucht sinds medio 2019. Tijdens de behandeling van een motie naar de instelling van een parlementair onderzoek naar politieke grip op digitalisering, werd de oprichting van een vaste Kamercommissie al geopperd in de Tweede Kamer.
Vergadering
De commissie komt tweewekelijks bijeen, voorlopig voornamelijk via videoverbinding. De eerste officiële vergadering staat gepland op 12 mei. Dit is een procedurevergadering, waarin onder meer wordt gesproken over een kennismaking met de Raad van State en over een introductiebijeenkomst door Rathenau Instituut.
Ook wordt er gesproken over het verplicht delen van data binnen de technologiesector. Dat gebeurt naar aanleiding van een een brief van demissionair staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken).
Commissie-Diza
De vaste Kamercommissie Digitale Zaken telt 35 permanente leden en nog eens 31 plaatsvervangers. De permanente leden zijn (in alfabetische volgorde):
- Fleur Agema (PVV)
- Mustafa Amhaouch (CDA)
- Farik Azarkan (Denk)
- Salima Belhaj (D66)
- Kauthar Boachallikh (GL)
- Don Ceder (CU)
- Laurens Dassen (Volt)
- Inge van Dijk (CDA)
- Derk Jan Eppink (JA21)
- Sietse Fritsma (PVV)
- Jaco Geurts (CDA)
- Lisa van Ginneken (D66)
- Liane den Haan (50Plus)
- Maarten Hijink (SP)
- Folkert Idsinga (VVD)
- Freek Jansen (FVD)
- Romke de Jong (D66)
- Roelien Kamminga (VVD)
- Barbara Kathmann (PvdA)
- Daniel Koerhuis (VVD)
- Daan de Kort (VVD)
- Attje Kuiken (PvdA)
- Tom van der Lee (GL)
- Renske Leijten (SP, voorzitter)
- Gideon van Meijeren (FVD)
- Caroline van der Plas (BBB)
- Lammert van Raan (PvdD)
- Queeny Rajkowski (VVD)
- Sylvana Simons (BIJ1)
- Chris Stoffer (SGP)
- Pim van Strien (VVD)
- Peter Valstar (VVD)
- Danai van Weerdenburg (PVV)
- Hanneke van der Werf (D66)
Daarnaast zijn er 31 plaatsvervangers.
Misschien moeten de parlementen eerst eens zelf wat kennis over ICT opbouwen, juist bij regeringszaken gaat ICT vrijwel altijd mis en lopen de kosten enorm uit de hand. (Belastingdienst, UWV, noem maar op). Ze kunnen een voorbeeld nemen aan het bedrijfsleven. In ieder geval een goede offerte laten uitbrengen en zich daar aan houden zou al wat schelen maar ook door wat kennis op te bouwen (vanuit nul dus) kunnen ze meepraten en daardoor begrijpen wat er moet gebeuren, dat is beter dan externe consultants voor veel geld inhuren.
Meer bèta’s in de politiek is niet alleen voor ict-gerelateerde zaken van belang. Wat meer rechtlijnigheid in het beleid zou ook geen kwaad kunnen. Meer bèta-leerlingen, maar dan wel verplicht drietalig (inclusief Nederlands). Hoe iemand dit recht kan praten is mij een raadsel. Ik zou de Kamerleden zeker geen ict-kennis op laten doen, niet iedereen is overal geschikt voor.
Politieke grip op digitalisering is niet gelijk aan bestuurlijke regie door een wirwar aan zelfstandige bestuursorganen want door deze bestuurlijke fragmentatie hebben politiek verantwoordelijken zich op afstand geplaatst van de uitvooer zoals mr. Pieter van Vollenhove als voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid ooit concludeerde. Advies 4 (en 5) van de tijdelijke commissie Digitale toekomst gaan om het wettelijke kader en het toezicht welke dus beïnvloed worden door wetgeving vanuit de Europese Unie. Overstijgende thema’s die diep ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer gaan tenslotte om het recht op inzage, correctie en verwijdering van gegevens.
Overwegende dat ZBO’s veelal geen concurrentie kennen in de wettelijke taak aangaande het bijhouden van registers kost inzage geld, veelal meer dan wettelijk is toegestaan. En aangaande correctie van de gegevens is het proces veelal niet ingericht op burgerparticipatie, de burger moet gewoon zijn bek houden en belasting betalen. Wamt zelfs met een rechterlijk bevel is verwijdering van onrechtmatige gegevens onmogelijk, Autoriteit Persoonsgegens is uiteindelijk zelf een ZBO met budgettair een beperkte daadkracht en betreffende macht en tegenmacht zal de commissie dan ook haar weg moeten vinden in een digitale jungle die niet om de regie gaat maar om de spelregels.