Vorige week kwam de Nederlandse verdachte van de website We Leake Info voor de rechter. Op deze website konden bezoekers onder meer tegen betaling gegevens uit gelekte databases vinden, inclusief wachtwoorden. De verdachte zegt hiermee uitsluitend goede bedoelingen te hebben gehad. Ik weet niet of hij schuldig is of niet, maar dit klinkt alsof je met een bivakmuts en een pistool de juwelier binnenkomt lopen en vraagt of de juwelier ook een passend horloge voor je pistool heeft.
Persoonsgegevens zijn geld waard. Vroeger gaf men er niks voor. Sterker nog, vroeger werd een dik telefoonboekvol met privacygevoelige gegevens gratis door je brievenbus gegooid. Als je jouw gegevens groter in dat boek wilde hebben moest je nog bijbetalen ook. Het was nog in de tijd dat je een paspoort kon overtekenen.
Zwarte markt
Ik kan me niet herinneren dat er toen een levende handel in persoonsgegevens was. Dat er Kamervragen werden gesteld omdat iemand alle gegevens uit de dossiers van de GGD onder een kopieermachine had gelegd en te koop aanbood op de zwarte markt in Beverwijk.
En nu handelen de grootste bedrijven ter wereld in persoonsgegevens. Facebook en Google zijn er miljardenbedrijven door geworden. Met onze toestemming nog wel. Of ja, toestemming? We hebben op ‘ok’ gedrukt omdat we geen zin hadden de driehonderd A4’tjes door te lezen waarop ergens in het midden stond dat jouw achternaam en adres nu eigendom zijn van Google.
Voor rechter dagen
Maar wees gerust, Google en Facebook zeggen dat ze hiermee goede bedoelingen hebben. Net als de Nederlandse verdachte van We Leake Info dus. Misschien had de verdachte ook even om toestemming moeten vragen. Of misschien nog beter, misschien moeten we Facebook en Google een keer voor de rechter dagen.