De bestaande zeekabels die Nederland digitaal verbinden met de rest van de wereld verouderen en hebben een veel lagere capaciteit dan moderne connecties. De Fiber Carrier Association (FCA) ziet de positie van Nederland als digitale mainport in gevaar komen.
Nederland heeft een goede reputatie als het gaat om landing van zeekabels. Een mooi voorbeeld is de Cobra-kabel tussen Eemshaven (NL) en Endrup (DK). Maar de FCA maakt zich zorgen. De bestaande kabels verouderen en er is geen zicht op nieuwe. De organisatie is in overleg met de regering om het tij te keren.
Andere landen blijken nu in trek om via de zeebodem verbindingen te leggen. Zo landt Marea, de nieuwe kabel van onder meer Facebook en Microsoft, in Spanje (Bilbao) en staat Denemarken op de nominatie voor verschillende trans-Atlantische kabelprojecten, waaronder America Europe Connect-2 van Aqua Comms als onderdeel van het HAVFRUE mondiaal netwerk. Google heeft daarnaast aangekondigd een zeekabel aan te leggen tussen Frankrijk en de VS (genaamd Dunant) en er zijn plannen om Ierland en Frankrijk met elkaar te verbinden. Nederland ontbreekt in het rijtje nieuwe projecten.
In oktober 2020 informeerde staatssecretaris Mona Keijzer in een brief aan de Tweede Kamer over de rol die overheid wil gaan spelen bij de aanleg van zeekabels. Zij ziet de meerwaarde ervan en is bereid snel vergunningen te verlenen aan partijen die een nieuwe zeekabel willen leggen.
De FCA vindt dat er meer is te doen en dat er zeker haast moet worden gezet achter plannen om partijen te interesseren voor landing in Nederland. Ook moet de overheid zorgen dat er corridors komen voor zeekabels die kunnen landen bij Eemshaven of IJmuiden. Met alle andere activiteiten op de Noordzee, zoals de grote windparken, is het nodig ruimte te reserveren.
Verglaasd in 2029
In totaal zijn er zo’n acht miljoen panden in Nederland met 3,5 miljoen aansluitingen. Als er jaarlijks een half miljoen aansluitingen worden gerealiseerd, dan zouden in 2029 alle Nederlandse huishoudens over een glasvezelaansluiting beschikken. Zo meldt de FCA in haar jaarlijkse rapport ‘Nederland op Glasvezel’.
Het is de vraag of dit streefjaar wordt gehaald, omdat de woningbouw (onder meer door de stikstof- en pfas-problematiek) stagneert. Niettemin is er ook in coronajaar 2020 flink wat verglaasd in Nederland. Alle aanbieders hebben meer kilometers gelegd voor Fibre to the Home (FttH), Fibre to the Office (FttO), dark fibre, internationaal en overige netwerken. De FttH Council verwacht dat er in Europa in 2026 202 miljoen gebruikers zullen zijn, in 2019 lag dat aantal nog op 88,1 miljoen.
De pandemie heeft hier een zeker effect: mensen gaan steeds meer thuis werken. Voorheen woonden zij in steden, omdat het werk daar was, maar als je thuis werkt, kun je wonen waar je wilt. Dus is er meer behoefte aan glasvezel in niet-stedelijke gebieden.
Overigens is werk niet de enige drijfveer om glasvezel te willen hebben. Google gaat games via streamingtechniek aanbieden en augmented reality breekt door. Daarnaast bieden videodiensten steeds hogere resoluties; 8K is bij YouTube geen uitzondering.
Bandbreedtehonger
Een belangrijke innovatie om aan die bandbreedtehonger te voldoen, komt uit Nederlandse keuken. Alex Alvarado (Associate Professor) en Vinícius Oliari (promovendus), beiden werkzaam bij Eindhoven University of Technology (TU/e), hebben samen met Erik Agrell van de Chalmers University of Technology een nieuw wiskundig model ontwikkeld dat nauwkeurig beschrijft hoe lichtsignalen zich voortplanten in vezels als ze onderhevig zijn aan non-lineaire effecten. Door de grotere databehoefte ontstaat er meer vraag naar goedkope en betrouwbare ontvangers die een grote hoeveelheid dataverkeer in het non-lineaire gebied kunnen verwerken. Dit model vervult een constructieve rol bij het ontwikkelen van apparaten die optimaal functioneren in dit gebied.
Voor consumenten worden vaak passive optical networks gebruikt. Daarvoor is minder kabel nodig, omdat vanaf de splitter meerdere aansluitingen worden bediend. Het is dan een gedeeld medium, dat overigens dankzij technische verbeteringen van de laatste jaren nog steeds indrukwekkende snelheden haalt.
Vanwege beveiliging kiezen bedrijven toch nog vaak voor een point-to-point-verbinding.
Datacenters
In Nederland hebben 7,45 miljoen huishoudens een aansluiting op het internet en hiervan heeft iets meer dan negentig procent een snelheid die 30 Mbps of hoger ligt. De verdeling naar het type verbinding is als volgt: kabel 47, koper 33 en glasvezel twintig procent. Consumenten nemen een glasvezel als de diensten daarop hen aanspreken. Bijvoorbeeld videodiensten.
De verwachting is dat 5G de groei van glasvezel versterkt. De mobiele telefoons gebruiken dan immers veel meer data, die vervolgens van de zendmasten via glasvezel naar een point of presence voor internet wordt geleid.
En natuurlijk hebben de datacenters (ruim tweehonderd commerciële in Nederland) onderling razendsnelle verbindingen en met de internet-exchanges. Dit bij elkaar vormt het fijnmazige core-netwerk in ons land. Partijen die actief zijn op de core-netwerken zijn onder andere Relined, Eurofiber,KPN, Ziggo, BT, Colt, euNetworks, Verizon, Centurylink en Zayo. De vraag naar bandbreedtes en low latency verbindingen groeit mee. Waar voorheen een verbinding van 1 Gbps zeer gewild was, zien we nu aanbieders met verbindingen van 100 Gbps of hoger.
Beste Teus,
De internationale zeekabels zijn in EU-verband onderdeel geworden van de “EU Blue Economy” in 2020 en het belang ervan is na enige tijd aandringen bij de staatssecretaris van EZK (en ook flink wat artikeltjes erover hier in Computable) in Nederland nu bij de overheid aardig op het netvlies. In het Ontwerp Nationaal Waterprogramma 2022-2027 zijn de zeekabels onder de noemer “digitale hoofdinfrastructuur” opgenomen. Dit ontwerp ligt tot 21 september ter inzage en consultatie, dus geef je wensen en ideeën daar door, zou ik zeggen: https://www.helpdeskwater.nl/onderwerpen/wetgeving-beleid/nationaal/nationaal-water-programma-2022-2027/
Er wordt ook vanuit Rijkswaterstaat gekeken wat de mogelijkheden zijn om een grid met edge locaties ten behoeve van draadloze connectiviteit en een toekomstvast meetnet met sensoren op de Noordzee aan te leggen, zie https://cfns.nl. Ook zijn er bij diverse partijen plannen om kunstmatige eilanden in de Noordzee aan te gaan leggen, die uiteraard ook wat betreft de behoefte aan en mogelijkheden voor het leveren van connectiviteit in de plannen worden meegenomen. NL Digital presenteerde vandaag nog de nationale hosting marktpartijen als duurzame stakeholders op een internationale conferentie waarmee gepoogd wordt deze initiatieven te bundelen.
Ook in het hier in mei 2020 gepresenteerde Deltaplan Duurzame Digitale Noordzee ( https://www.computable.nl/artikel/opinie/digital-innovation/6931110/1509029/deltaplan-voor-duurzame-digitale-noordzee.html ) was er al aandacht aan de positie van Nederland en de zeekabel-problematiek waar genoemd community fieldlab en de studie naar een grid met edge locaties op zee mede een gevolg van is. Ook de FCA is welkom om mee te denken over hoe we de belangen het beste op elkaar kunnen afstemmen op de Noordzee. Ik zie goede kansen om niet alleen energie-hubs op de Noordzee te realiseren, maar ook dataknooppunten.