Tegelijk met de aankondiging van het Strategisch Actieplan voor AI (SAPAI) in 2019 door de demissionair staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (EZK) Mona Keijzer, zag ook de Nederlandse AI Coalitie (NL AIC) het levenslicht. Ruim een jaar later hebben ruim vierhonderd organisaties, instellingen en bedrijven zich bij de coalitie aangesloten. 'We zijn zelfs al aan een aantal projecten begonnen.’
Aan het woord is Kees van der Klauw, sinds het allereerste begin actief als strateeg en coalitiemanager voor de NL AIC. ‘Afgezien van de omvang en het commitment, hebben we ook aan invloed gewonnen’, stelt hij vast. ‘Je ziet dat het samenbrengen van competenties onmiddellijk leidt tot een versnelling van kennis en toepassingen, maar ook het gesprek op gang brengt over randvoorwaarden als normen, ethiek en waarden.’
Het SAPAI spreekt van drie sporen: 1) het benutten van maatschappelijke economische kansen die ai biedt, 2) het creëren van voorwaarden om de juiste kennis en het uitwisselen van data te faciliteren, en 3) het versterken van het fundament van de publieke waarden.
Van der Klauw knikt instemmend: ‘Daar staan wij ook voor en wij vinden bovendien dat je dat in één integraal proces moet gaan doen. Ondanks sterke voortgang in wetenschap en een aantal specialismen, verkeert ai nog in een beginfase. Toch is het al goed toe te passen en het komt in bijna alle sectoren al wel naar voren. Ons uitgangspunt is dat je eigenlijk niet achteraf moet gaan kijken of aan ethische en privacy voorwaarden is voldaan, maar dat je die moet meenemen in het ontwerp.’
Quadruple helix
Om die reden wordt het vertrouwde triple helix model (waarin overheid, wetenschap/onderwijs en bedrijfsleven samenwerken) opgerekt naar een quadruple helix format waarin ook plaats is voor burgerbelangen. In de woorden van Van der Klauw: ‘De belangen van eindgebruikers proberen we vanaf het eerste moment mee te nemen. Door met elkaar te praten over échte toepassingen, dus geen theoretische zaken, ontstaat een normering over wat wel en niet acceptabel is.’
Daartoe zullen zogenaamde ELSA Labs (Ethical Legal Societal Aspects) worden ingericht waarbij inwoners, bedrijven, kennisinstellingen en de overheid onderzoeken hoe ai kan bijdragen aan de vorming van onze samenleving. ‘Op verschillende plaatsen in Nederland willen we met wetenschappers en technisch specialisten, maar ook maatschappelijke vertegenwoordigers en juristen, over dit soort cases gaan praten, nadenken, experimenteren.’
Die discussie is van belang, benadrukt Van der Klauw. ‘We streven ernaar om ook de Autoriteit Persoonsgegevens en de Autoriteit Financiële Markten meer up-front bij die discussie te betrekken. Natuurlijk hebben die een toezichthoudende taak om achteraf vast te stellen of iets wel of niet aan regels voldoet. Maar iedereen is nog een beetje aan het zoeken wat die regels precies moeten zijn. De wetgeving is vaak helder en die verandert niet zo snel, maar de interpretatie daarvan, die verschilt per land, per persoon, per departement zelfs. En daarom is die interactie van belang. Wij zeggen: net zoals je experimenteert met ai in toepassingsgebieden moet je ook gaan experimenteren met wetgeving. Met experimenteren bedoel ik dat je de discussie aangaat met maatschappelijke vertegenwoordigers en dat je misschien per toepassingsgebied moet kijken naar de kaders. Als het gaat om vrede, veiligheid, recht, dan wil je misschien andere criteria aanleggen dan wanneer het gaat om het verkopen van producten via websites.’
Van der Klauw – in 2015 ook betrokken bij de oprichting van The Alliance for Internet of Things Innovation (AIOTI) – pleit hierbij voor het invoeren van een lerende benadering. ‘Het is niet iets wat je eenmalig vastlegt. Nederland streeft daarin wel een unieke aanpak na. Het ministerie van EZK promoot ook binnen Europa sterk de lerende aanpak.’
Hoog op de ladder
In Nederland zijn al heel veel goede dingen gaande op het gebied van ai, stelt Van der Klauw. ‘We staan hoog op de wetenschappelijke ladder en ook een groeiend aantal bedrijven is goed bezig. Als ik alleen al kijk naar onze deelnemers, dan ben ik onder de indruk van wat daar al gebeurt. Nederland is een klein land in een wereld die enorm snel verandert, dus het eerste wat je moet doen is je nationaal organiseren. Parallel daaraan zijn we gaan nadenken over de stappen naar Europa en verder internationaal. We onderhouden contacten met de Europese Commissie en kijken onder meer hoe onze deelnemers kunnen meedoen met Europese programma’s. Maar we willen zeker ook de unieke aanpak en de kennis en kunde die Nederland heeft, vermarkten in Europa en daarbuiten.’
Een recent onderzoeksrapport van adviesbureau McKinsey & Companyꜟ onderschrijft dat Nederland op het terrein van ai goed staat voorgesorteerd.
‘Wij hebben die resultaten ook gebruikt ter onderbouwing van het investeringsvoorstel dat we ingediend hebben bij het Nationaal Groeifonds’, aldus Van der Klauw. Niet dat hij persoonlijk heeft aangeklopt bij ‘Wopke en Wiebes’² overigens. Hij glimlacht: ‘Ik ben geen lobbyist, ik ben iemand die ergens in gelooft en er dan voor gaat. Ik probeer alleen maar te beargumenteren waarom dit een goede investering is.’
Natuurlijk spelen economische belangen, ‘maar die kunnen hand in hand gaan met welzijn. Het is niet alleen maar welvaart, het is ook welzijn. De studie van McKinsey betreft eigenlijk de hele Europese regio en trekt ook vergelijkingen met landen buiten Europa, dus dat maakt de conclusie wel sterk. Het is altijd lastig om te voorspellen wat het effect zal zijn van digitale innovaties, dus er zit een grote mate van onzekerheid in. En daar moet je trouwens maar aan wennen, anders kun je dat niet organiseren. Maar ik denk dat we als Nederland wel aannemelijk kunnen maken wat er voor ons in zit. Het uitgangspunt is prima, wetenschappelijk en ook voor wat betreft digitale infrastructuur. Verder is de bereidheid van Nederlanders om aan innovatie te werken groot, maar het aantal startups mag nog best omhoog. Waar we achterblijven – en dat wordt niet beter als we niet opschieten – dat is qua investeringen. Daar willen we echt omhoog op de ladder.’
Structureel gebruik van data
Ai kan een bijdrage leveren aan heel veel sectoren, benadrukt Van der Klauw. ‘Dus je hoeft niet met elkaar in discussie over: gaan we investeren in landbouw, of landbouw saneren? Gaan we investeren in mobiliteit of juist mobiliteit beperken? De energietransitie idem, op al die gebieden kan ai een positieve bijdrage leveren. Waar het om gaat, is het structureel gebruik van data en het oplossen van complexe problemen in een interactieve en lerende benadering. Waarbij mensen nog steeds aan de knoppen zitten hoor. Het is niet zo dat wij onze autonomie uit handen geven aan een robot. AI kan mensen helpen, ook in de gezondheidszorg. Als het zo doorgaat, stijgen de kosten in gezondheidszorg in tien, vijftien jaar van tien procent van het bbp³ naar twintig procent van het bbp. Dat is gewoon niet op te brengen. Structureel datagebruik over meerdere disciplines heen gaat absoluut helpen.’
‘Als je het openbaar vervoer wil verbeteren, moet je eigenlijk gebruik kunnen maken, geanonimiseerd, van de data van de reizigers. Misschien wil niet iedereen dat, maar als heel veel mensen bereid zijn om dat te doen om daarmee beter OV te krijgen? We voeren enorme debatten in Nederland, terwijl het grootste deel van de Nederlandse bevolking hun data allang deelt met buitenlandse big tech bedrijven, in ruil voor iets wat ze blijkbaar belangrijk vinden. Als we dat duidelijk kunnen maken, what’s in it for them, dan denk ik dat dit versneld kan worden.’
De overheid is met nadruk onderdeel van deze puzzel.
‘Het sleutelwoord is vertrouwen. Vier jaar geleden was ik op een conferentie van de OESO⁴. Daar werd door alle aanwezigen onderschreven dat als er één belangrijk aspect is om digitale innovatie te promoten, dan is dat vertrouwen. En vertrouwen is perceptie. Een solide systeem kan helpen natuurlijk, maar we zien in de maatschappij dat iets nog zó vertrouwenswaardig kan zijn als het gaat om privacy en security, maar dat betekent niet dat het ook wordt vertrouwd. Dus in de coalitie denken we na over hoe we door communicatie en educatie mensen kunnen meenemen in wat ai is. Daarin willen we ook samen optrekken met de overheid.’
Van der Klauw is ervan overtuigd: ‘Door uit te leggen waar je mee bezig bent, en precies te laten zien wat je doet, en wat ook controleerbaar is, daarmee ga je vertrouwen wekken. Ik denk ook dat de pers een rol heeft om dat te modereren.’
Europa wil zich onderscheiden door juist ook de ‘normen en waarden dialoog’, en dat betekent ongetwijfeld een zorgvuldig maar mogelijk ook langdurig proces. Verlies je zo geen tijd ten opzichte van de VS waar ondernemerschap heerst boven regels, of van China waar een top-down benadering impliceert: zo gaan we het doen, punt?
‘Een time-out is ondenkbaar. Ik moet eerlijk zijn: ik denk dat we vanuit een achterstandssituatie komen. Aan de andere kant zie je het bewustzijn voor privacy en security toenemen. Dat is een kans om een beetje van die achterstand in te lopen. Maar men moet niet denken dat we nu in Europa de klok stil kunnen zetten en dan met wat wetgeving komen. Mijn ervaring is dat zodra hier wetgeving komt, de snelste die daaraan gaat voldoen is China. Op het moment dat er een kader is en men weet dat men niet kan exporteren zonder daaraan te voldoen, gaat men daaraan voldoen. Snelheid en ondernemerschap van andere landen mogen we best wel adopteren. Ik noem dat gezonde paranoia: je kunt niet de tijd stilzetten, je moet ervan uitgaan dat anderen altijd bezig zijn om je in te halen, maar dankzij het toenemende bewustzijn op het gebied van privacy en security hebben we nu wel een kans.’
Nederland heeft Europa nodig om zich goed te blijven positioneren ten opzichte van de Verenigde Staten en China?
‘Ik denk dat we in Europa als één moeten optrekken. Het is naïef om te denken dat enig land in Europa in staat is om die machtsblokken te breken. Ook wet- en regelgeving gaan dat niet tegenhouden, er moet gewoon keihard gewerkt worden. De European Digital Single Market is enorm belangrijk. Er mogen geen barrières zijn tussen landen want dat beperkt het Europese bedrijfsleven in alle EU-landen. Zonder een digitale interne markt zijn thuismarkten te klein.
‘Het gaat veel sneller als je experts uit het toepassingsdomein combineert met data experts. Nederland heeft verstand van high tech systemen, maar ook van tuinbouw. Als je kijkt naar bijvoorbeeld de glastuinbouw, die is zeer geavanceerd. Dus de combinatie van mensen die hun hele leven lang al in de glastuinbouw zitten met data analytics experts, met ai experts, dat kan voor een enorme versnelling zorgen.’
De ‘personal data’ zijn we misschien kwijtgeraakt aan Amerikaanse bedrijven, maar Europa kent een sterke maakindustrie en dus veel ‘industrial data’ als concurrentiefactor. High Performance Computing gaat ook helpen.
‘Ja, helemaal mee eens. Infrastructuur is belangrijk, maar ook European Digital Innovation Hubs⁵ zijn een zeer goed idee. Dat wordt regionaal deployed en gaat om praktische digitaliseringstoepassingen, maar het netwerk kan leiden tot gemeenschappelijke kennis opbouwen en ook normering van hoe je dingen doet.’
De NL AIC is nu ruim een jaar bezig, is er laaghangend fruit te plukken?
‘Op het gebied van data delen hebben we inmiddels een paar écht praktische projecten. Een nieuwe methode is federatief data delen, waarbij je data zoveel mogelijk laat staan bij de bron en je het algoritme rondstuurt. Waar ik ook heel blij mee ben: het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is met alle provincies en een aantal steden aan het kijken hoe ze met ai de service aan de burger kunnen verbeteren, en ook een aantal interne processen. Het CBS is ook daarbij betrokken. Bij een ander project wordt gekeken naar een moeilijk, maar ook heel belangrijk onderwerp als verborgen armoede. Je kunt met behulp van ai voorspellen dat mensen in de problemen komen, als je maar kunt beschikken over de data. Dat is natuurlijk heel privacygevoelig. Maar als je dat op een goede manier doet, dan kun je heel veel ellende voorkomen.’
Dit artikel is ook te lezen in GOV magazine nummer 18 van Atos.
Voetnoten
¹ McKinsey & Company: How nine digital frontrunners can lead on ai in Europe – Harnessing the opportunity of artificial intelligence in Europe’s digital frontrunners October 2020
² Het Nationaal Groenfonds heet in de media ook wel ‘Wopke-Wiebes-fonds’, naar het initiatief van de demissionair minister Wopke Hoekstra en voormalig minister Eric Wiebes
³ Bruto binnenlands product (bbp), de totale toegevoegde waarde van alle in een land geproduceerde finale goederen en diensten
⁴ Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is een samenwerkingsverband van 37 landen op het gebied van sociaal en economisch beleid
⁵ European Digital Innovation Hubs (EDIH’s) zijn een initiatief van de Europese Commissie voor regionale ecosystemen van bedrijven, onderzoekers en investeerders voor het versnellen van effectieve en functionele inzet van digitalisering