De Europese Commissie heeft ai en data hoog op haar prioriteitenlijst staan. In het kader van het financieringsprogramma Digitaal Europa kondigde zij op 19 februari 2020 een Europese datastrategie aan en op 25 november 2020 het voorstel voor de verordening over Europese data-governance. Nauw betrokken bij de ontwikkelingen en plannen is Lucilla Sioli, directeur Artificial Intelligence and Digital Industry bij het directoraat-generaal Communications Networks, Content and Technology (DG Connect) van de Europese Commissie. Een interview.
Data-governance moet er in voorzien dat data veilig kunnen worden gedeeld. Europese dataruimten moeten het mogelijk maken om gegevens uit de gehele Europese Unie op een betrouwbare, veilige manier uit te wisselen en te delen met de publieke en private sector. De verordening moet de ontwikkeling van nieuwe data-gestuurde producten en diensten stimuleren. Data zijn meer en meer bepalend voor de manier waarop we produceren, consumeren en leven, stelt de Europese Commissie. Met een digitale interne markt voor data kunnen gegevens binnen de hele EU en door alle sectoren heen worden gedeeld. Organisaties, bedrijven en burgers zullen daarvan profijt hebben. Data-gestuurde innovatie kan bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken zoals bijvoorbeeld betere zorg (door gepersonaliseerde geneeskunde) en beter openbaar vervoer. Tegelijk gaat er ook een impuls vanuit voor de Europese economie, door onder meer betere beleidsvorming en gemoderniseerde openbare diensten.
Wereldleider
Lucilla Sioli is verantwoordelijk voor de coördinatie van de Europese strategie voor digitalisering van de industrie en voor beleidsontwikkeling op het gebied van artificiële intelligentie. Het DG Connect ondersteunt in dit kader onderzoek, ontwikkeling en innovatie op het gebied van digitale industriële technologieën, waaronder micro-elektronica, fotonica, robotica en ai.
Sioli heeft de rotsvaste overtuiging dat Europa een toonaangevende rol kan gaan spelen in de deze ontwikkelingen: ‘Ik denk dat Europa een wereldleider op het gebied van ai kan worden door te investeren in ai-toepassingen in met name industriële sectoren. Europa heeft een comparatief voordeel in vergelijking met andere delen van de wereld als je kijkt naar bijvoorbeeld de automobielsector of de fabricage van medische apparatuur. Maar ook als je denkt aan energiedistributie en financiële dienstverlening hebben we een sterke positie.’
‘Investeringen in het beter en efficiënter gebruiken en delen van die industrial data kunnen ons concurrentievoordeel verder vergroten en de positie van Europa verder versterken’, zegt Sioli. Daarin ligt ook de Europese strategie van digitalisering van de industrie op het gebied van ai besloten, voegt zij eraan toe. ‘De missie van DG Connect is om het concurrentievermogen van Europa te versterken en ervoor zorg te dragen dat de verschillende sectoren optimaal gebruik kunnen maken van digitale innovaties, zodat zij op wereldniveau kunnen concurreren en banen kunnen creëren.’
‘Als we daarin slagen zullen we ons echt onderscheiden op het wereldtoneel. AI zal de digitale transformatie bespoedigen, dat is ook een kans voor Europa.’
Sioli refereert, vanuit een technologische context, daarom aan het ondersteunen van ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld high-performance computing, 5G, semi-conductors en micro-electronica. Ze glimlacht: ‘Er wordt wel vaak gesproken over software en applicaties, maar laten we niet vergeten dat voor ai, cloud en edge computing een hoogwaardige infrastructuur een vereiste is.’
Vertrouwen
Maar, benadrukt Sioli, de datagestuurde economie behelst meer dan alleen technologische innovatie. De voorstellen voor Europese dataruimten en meer datadelen zijn een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling van de Europese data-economie. ‘Op dit moment worden er binnen Europa nog weinig data gedeeld met andere sectoren en landen. Met de nieuwe voorstellen wil de Europese Commissie de randvoorwaarden scheppen om de data-uitwisseling binnen de EU te stimuleren.’
Tot de maatregelen behoort ook het voornemen om Europeanen zeggenschap te geven over het gebruik van data die zij genereren, door het voor bedrijven en particulieren makkelijker en veiliger te maken hun data onder duidelijke voorwaarden vrijwillig ter beschikking te stellen voor toepassingen van maatschappelijk belang. Als uitgangspunt voor de interne markt voor data geldt dat de Europese regels volledig in acht worden genomen – vooral wat betreft privacy, gegevensbescherming en mededinging – en dat gebruikers de rechten krijgen en de vaardigheden leren om volledige controle over hun data uit te oefenen, stelt Sioli.
‘De zorgen die de meeste mensen hebben als het gaat over ai en data, gaan over fundamentele rechten en veiligheid. De burger verwacht dat ai niet discriminerend is bijvoorbeeld bij de relaties die zij heeft met de publieke sector alsook hun werkgevers en dat ai veilig is bijvoorbeeld wanneer toegepast in medische apparatuur. Wat ik wil benadrukken is dat we een ontwikkeling als ai nodig hebben, ook omdat we denken dat het openbaar bestuur efficiënter wordt bij het uitvoeren van bepaalde taken dan wanneer we het niet zouden hebben. Maar voorop staat dat we ervoor moeten zorgen dat het goed werkt en op de juiste wijze wordt ingezet. Dat willen we absoluut zeker weten. Wij moeten innovatie stimuleren en tegelijkertijd het vertrouwen vergroten. Innovatie werkt alleen op basis van vertrouwen, en dat zullen we als Europese Commissie uitdragen.’
Industrie 4.0
Sioli geeft aan dat de Europese Commissie op weg naar de datagestuurde economie voorstander is van publiek-private partnerships, want daar moet het gebeuren. Ze noemt in dit verband de inrichting van de Industrial Data Space over alle ketens en sectoren van de economie heen, waarbinnen ICT-bedrijven, ontwikkelaars van smart services en productiebedrijven samenwerken aan een referentiearchitectuur die gecontroleerde datadeling mogelijk maakt. De stip op de horizon is een ‘Industrie 4.0’, met als output digitale en technologische innovaties die elkaar versterken en meer duurzaam zijn – wat weer naadloos aansluit op de Green Deal-doelstellingen, het groeiscenario om de EU voor 2050 klimaatneutraal te maken.
‘We zijn aan het kijken hoe we de relaties tussen de verschillende partners in de waardeketen beter kunnen organiseren. Beleidsontwikkeling, regelgeving en standaarden moeten de randvoorwaarden creëren voor innovatie. Regulering is altijd iets wat je doet als het je echt niet lukt om iets anders te doen, in het kader van innovatie zullen we dan ook ‘het principe van proportionaliteit’ toepassen.’
Ze legt uit dat dit voor ai impliceert dat nieuwe wet- en regelgeving zal worden ingezet voor ai-toepassingen met hoge(re) risico’s. ‘Dan moet je bijvoorbeeld denken aan robots waarvoor we een safety assessment kunnen gaan houden om te toetsen of ai daar naar wens functioneert en wordt toegepast. Het sluit eventuele risico’s niet uit, maar verkleint wel de kans.’
Sommige landen in Europa zijn verder gevorderd met digitale ontwikkelingen dan andere. In welke mate is dit van invloed op de strategie, de stappen die gezet moeten worden?
‘Als het gaat om ai en persoonlijke data zijn de verschillen relatief klein. Al kunnen de landen die al verder zijn in hun digitaliseringsproces hiervan wel profiteren natuurlijk.’
Kunnen cultuurverschillen tussen landen of bedrijven, denk aan de automobielsector in bijvoorbeeld Duitsland en Italië, nog een rol spelen bij beoogde publiek-private samenwerkingen?
‘Dat is volgens mij geen probleem. Wat moeilijker is, is om verschillende sectoren met elkaar te laten samenwerken. Het zijn niet alleen it-bedrijven die ai-toepassingen ontwikkelen, de automobielsector is gewend zelf veel aan softwareontwikkeling te doen. En in mijn moederland Italië hebben bijvoorbeeld ook de energiesector en spoorwegsector veel ai-toepassingen ontwikkeld.’
‘We zijn momenteel bezig met een nieuw publiek-privaat partnership initiatief binnen het EC Horizon-subsidieprogramma op het vlak van ai-technologie, data en robotica. En wat het dan complex maakt, is hoe we die samenwerking tussen verschillende partijen vorm en inhoud kunnen geven zonder dat de individuele belangen en investeringen op het vlak van r&d en innovatie worden geschaad. Maar als we ervaringen en kennis delen, dan kunnen we daar allemaal profijt van hebben.’
Sioli, tot slot, is positief over de Nederlandse Ai Coalitie (NL AIC). ‘Ik heb erover gelezen en vind het een erg goed initiatief. Eigenlijk zou elk Europees land een ai-coalitie moeten hebben.’
Dit artikel is ook verschenen in GOV-magazine nummer 18 van Atos.
DESI
Digital Economy and Society Index (DESI) is een samengestelde index die relevante indicatoren over de digitale prestaties van Europa samenvat en de evolutie van de EU-lidstaten op het gebied van digitaal concurrentievermogen volgt.