'Onderwijs en ict' vormt bepaald niet een onderwerp waar de verkiezingsprogramma's van de 37 Nederlandse politieke partijen bol van staan. Baanbrekende ideëen komen nauwelijks voor. Zo heeft geen enkele partij een oplossing voor het nijpende gebrek aan ict’ers.
D66 komt met een handjevol concrete punten op onderwijsgebied, terwijl de VVD ook nog een duit in het zakje doet. VoltNL vertaalt een aantal Europese ontwikkelingen naar Nederland door. Bij1 wil digitalisering inzetten om kansengelijkheid te bevorderen.
De PvdA wijdt in haar uitgebreide onderwijsparagraaf nauwelijks over ict uit. Ook SP en GroenLinks houden zich wel heel erg op de vlakte. PVV en Forum voor Democratie geven geen blijk van enige visie op dit gebied. CDA, D66, PvdA, Bij1 onderstrepen expliciet de noodzaak dat iedereen digitaal zijn mannetje kan staan. Alleen Bij1 bepleit programmeerlessen.
Digitale vaardigheden
De VVD wil digitale vaardigheden onderdeel van het onderwijsprogramma maken. De grootste partij pleit voor aanpassing van het onderwijs aan moderne technieken. Kinderen moeten weerbaarder worden gemaakt tegen online beïnvloeding en privacyschending. Daarbij komt expliciet aandacht voor digitale platforms zoals sociale media, de gevolgen van gebruik voor persoonlijke data en kritisch beschouwen van aangeboden informatie. Leg ook uit hoe je online communiceert en hoe je veilig online acteert. Dat kan door gespecialiseerde leraren gemaakte instructiefilmpjes.
D66 onderstreept de noodzaak dat iedereen kan meedoen in de digitale samenleving. De komende jaren zullen veel banen verdwijnen. Daar komen andere banen voor in de plaats die andere vaardigheden vragen. Het omgaan met data, data-analyse en programmeren zijn steeds minder een vak apart en horen thuis in het hele curriculum. Daarom investeert D66 in digitale vaardigheden voor iedereen.
Het CDA wil een landelijk programma voor digitaliseringsonderwijs voor ouderen en eenzamen. Als het aan 50plus ligt, krijgen ouderen met alleen AOW en een klein pensioen een gratis tablet met een cursus hoe die te gebruiken. 50plus pleit voor digitaliseringlessen voor digibeten. Digitaal contact is vaak laagdrempeliger dan fysiek contact, zeker nu we door corona gedwongen zijn sociaal contact te beperken.
VVD en D66
Het onderwijs kan meer online doen, vindt de VVD. Mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten moeten worden verplicht tot het online aanbieden van meer hoorcolleges op een voor studenten toegankelijke manier. Ook wordt gepleit voor digitale proefcolleges zodat aankomende studenten vaker meteen een studie kiezen die bij hen past.
Ook wil de VVD digitaal onderwijs voor zieke leerlingen of leerlingen met een lichamelijke beperking. Hoogbegaafde leerlingen krijgen ook deze mogelijkheid als zij dat willen. Het samenwerkingsverband van scholen waar de leerling ingeschreven staat, is verantwoordelijk voor het geven van deze lessen.
D66 zet in op een betere connectiviteit. Alle scholen krijgen binnen vijf jaar een snelle internetverbinding. De democraten pleiten voor de ontwikkeling van open leerplatformen zodat scholen niet afhankelijk zijn van één of twee commerciële aanbieders. Het gebruiken en ontwerpen van digitale leermiddelen krijgt een plek in de lerarenopleidingen.
D66 wil meer opleidingscapaciteit voor studenten in de techniek, ict en kunstmatige intelligentie in het hele vervolgonderwijs. De partij streeft naar duizend afgestudeerden in kunstmatige intelligentie en informatica per jaar vanaf 2022. Er komen fors meer investeringen in onderzoek op het gebied van digitale techniek, zoals kunstmatige intelligentie, cyber security, quantum computing en fotonica.
Elke burger moet volgens D66 toegang hebben tot ‘digitale inburgering’. Deze bijscholing helpt alle burgers bij hun deelname aan de digitale wereld. Werknemers en werkzoekenden kunnen zich continu bijscholen in digitale vaardigheden. Het scholingsaanbod bereidt mensen voor op de nieuwe banen in de digitale economie. Politici, bestuurders en ambtenaren worden geschoold in digitale vaardigheden. Voor politici is er een expertise-toegangscentrum ter advisering over de digitalisering in de samenleving en bijbehorende technologie.
Extra hulp is nodig om de digitale transformatie in het midden- en kleinbedrijf te versnellen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van eerdere succesvolle instrumenten zoals de ‘landbouwconsulenten’ van de jaren vijftig, vindt D66.
CDA en Christenunie
Het CDA stelt voor om in het basisonderwijs een digitale school op te richten, waarmee de lessen in de belangrijkste vakken zijn te volgen. Deze school is bedoeld voor zieke kinderen, kinderen met een beperking of thuiszitters vanuit huis. Er moet een landelijk programma komen voor digitaliseringsonderwijs voor ouderen en eenzamen.
De inzet van leerrechten als instrument om ook na je schooltijd te blijven leren en je te blijven ontwikkelen, biedt instellingen in het MBO, HBO en WO de kans om naast het reguliere onderwijs een aparte bovenbouw voor volwassenenonderwijs te starten. Digitale cursussen en leren op de werkplek bieden ook de ruimte voor nieuwe aanbieders en nieuwe leermethoden.
Digitalisering biedt kansen voor verbetering van het onderwijs, meent de Christenunie. Tegelijkertijd vraagt dit dat het onderwijs wordt ingericht op het goede gebruik van ict. Leraren en leerlingen moeten digitaal geletterd zijn, de infrastructuur moet op orde zijn en de juiste leermiddelen beschikbaar zijn. Vanuit de investeringsagenda wordt geld beschikbaar gesteld voor de digitaliseringsagenda in het primair en voortgezet onderwijs. Belangrijk is daarbij dat digitalisering enkel wordt ingezet ter versterking en niet ter vervanging van fysiek onderwijs.
Groenlinks en Pvda
Volgens Groenlinks heeft de coronacrisis de digitalisering in het onderwijs enorm versneld. Na de crisis wil deze partij de goede kanten hiervan behouden, maar onderwijs op afstand mag niet worden gebruikt als middel om te bezuinigen. Scholen mogen alleen veilige en privacyvriendelijke elektronische onderwijssystemen gebruiken. Monopolievorming op deze systemen dient te worden voorkomen. Leraren krijgen meer mogelijkheden om zich digitaal te ontwikkelen en van elkaar te leren op het gebied van digitalisering en onderwijs op afstand.
De PvdA wil voldoende financiering voor digitalisering van het onderwijs waardoor ieder kind mee kan doen. Er zijn voldoende digiborden nodig. Elke leerling vanaf groep 4 moet een eigen device hebben.
Volt en Bij1
Volt wil naar Zweeds voorbeeld meer medialessen in het leerplan. Digitale geletterdheid hoort daar zeker in thuis. Verder pleit deze Europese partij voor het beter voorbereiden van leerlingen op de toekomst van het werk. Zeker binnen het technisch en bèta-onderwijs moet meer ruimte komen voor nieuwe technologie. Projecten als Steam, een onderwijsconcept dat allerlei technische vakken met elkaar verbindt, moeten ruim baan krijgen.
Bij Bij1 staat doorbreken van het oligopolie van de drie grote uitgeverijen in de academische wereld op de agenda. Dit kost de universiteitsbibliotheken de helft van hun budget. De overheid gaat dit oligopolie tegen door te investeren in open access publiceren, via digitale infrastructuur en internationale lobby.
Digitalisering zou een middel moeten zijn om kansengelijkheid en onderwijskwaliteit te bevorderen. Dat is het nu vaak niet. De klassen worden te groot waardoor leraren te weinig tijd en aandacht hebben om leerlingen adequaat bij te kunnen staan. De leerling-volgsystemen zijn een consequentie van dit tijd- en geldgebrek, maar menselijk contact raakt hierdoor verloren. Bij1 gelooft dat menselijk contact een essentieel onderdeel van onderwijs is dat absoluut niet verloren mag gaan.
Bepaalde leerling-volgsystemen permitteren ouders om de prestaties van hun kind, soms al bij oefenopgaven, te vergelijken met andere kinderen in de klas. Daarom is het belangrijk om kritisch te kijken naar de rol van surveillance in de digitalisering van het onderwijs en de mogelijk schadelijke effecten hiervan. Daarnaast zou de overheid scholen moeten ontmoedigen gebruik te maken van platforms van bedrijven die surveillance als bedrijfsmodel hebben.
Bij1 gelooft dat het niet alleen belangrijk is dat leerlingen digitale vaardigheden worden bijgebracht, maar dat zij ook een kritische houding leren aan te nemen ten opzichte van technologie. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door programmeerlessen aan te bieden op scholen, zodat leerlingen beter leren begrijpen hoe computers en technologie in elkaar zitten. Door meer te begrijpen over hoe computers, algoritmes en technologie in elkaar zitten, is het ook makkelijker je tegen bepaalde risico’s als privacyschending te wapenen.
Een pandemie wees ons met de neus op de feiten, het onderwijs was totaal niet voorbereid op afstandsonderwijs. Bij de eerste golf duurde het weken voordat er les gegeven werd en toen lessen eindelijk hervat werden was dat vooral een voortzetting van het klassikale onderwijs middels beeldbellen. We zijn ondertussen een jaar verder en er is nauwelijks iets veranderd waardoor veel leerlingen een achterstand hebben. Een achterstand op een curriculum welke volgens veel partijen er straks niet meer toe doet omdat leerlingen opgeleid worden voor banen die er niet zijn.
Ik wijs op een motie (2018) van de coalitiepartijen (CU, CDA, D66 & VVD) welke leidde tot een onderzoek naar de staat van het Nederlandse onderwijs met als belangrijkste conclusie dat huidige bekostigingssystematiek van onderwijsinstellingen gericht is op studentenaantallen en NIET op het aansluiten bij de arbeidsvraag. Jongeren worden opgeleid voor beroepen met lage baankansen omdat we straks niet duizenden afgestudeerde ‘landbouwconsulenten’ van de jaren vijftig nodig hebben. We hebben landbouwers nodig die zelf de tomaten kunnen plukken, de bussen komen namelijk nog steeds uit het oosten. En we wonen niet in een Minecraft wereld van digitale bouwstenen dus misschien dat ieder kind vanaf groep 4 gewoon weer handenarbeid moet krijgen.