Van alle 37 politieke verkiezingsprogramma's heeft de sociaal-liberale partij Splinter de meest uitgesproken en praktisch ingestoken paragraaf over ict en privacy. 'Streetwise' noemen opstellers en ict-experts Marjan Schnetz en René Veldwijk de programmapunten. Concrete actiepunten om in de Tweede Kamer nu echt eens wat te doen aan de falende ict-projecten. Belangrijkste uitgangspunt: transparantie, de goedkope variant van toezicht. Een dubbelgesprek met twee kandidaten van Splinter – lijst 22: Schnetz staat op plek 2, Veldwijk op plek 9.
Partners Marjan Schnetz en René Veldwijk (associé) zijn beiden verbonden aan ict-maatschap Ockham Groep. Zij houden zich veelvuldig met ict-overheidsvraagstukken bezig. Schnetz (bestuursrecht) komt uit de wereld van Wolters Kluwer, waar ze zich jarenlang actief was met data- en contentmanagement en het ontsluiten van informatie op een slimme manier. Dat laatste is iets wat bij de overheid hoog op de agenda staat. Zij heeft de laatste jaren aan diverse projecten gewerkt, – ‘ook die niet zijn geslaagd’ – daar waar Veldwijk (econoom/informatiekunde) zich vooral heeft toegelegd op het kritisch volgen van de overheids-ict. Onder andere als publicist bij Computable en als belangeloos adviseur – gevraagd en ongevraagd – van politiek Den Haag.
Hoe komen jullie bij Splinter terecht?
René Veldwijk: ‘We kennen Femke Merel van Kooten, toen nog Tweede Kamerlid voor de Partij van de dieren, via gemeenschappelijke kennissen. Toen we elkaar beter leerden kennen, vertelde ik haar dat ik regelmatig contact had met Tweede Kamerleden over de ict-wanprestaties bij de overheid. ‘Laten we eens bellen’, was haar voorstel. Dat gebeurde pas nadat ze vertrok bij de PvdD omdat ze daar alleen ‘dieren’ mocht doen en verder ging als eenmansfractie. Er ging een wereld voor haar open en ze pakte allerlei dossiers op, waaronder ict. We zijn om de tafel gaan zitten om de brandende ict-dossiers door te kijken. Dat pakte ze goed op, onder andere over het UWV.’
Marjan Schnetz: ‘Ik heb Femke een aantal keer geholpen met wat Kamerdossiers, onder meer over zorg en ict. Nadat ze de partij Splinter had opgericht, belde ze ons op en vroeg of wij op de lijst van Splinter wilden komen. Nu ben ik politiek geïnteresseerd – ik ben al lang lid van de Pvda en actief geweest bij de Jonge Socialisten – maar aan de Tweede Kamer had ik nooit gedacht. Femke wil bij Splinter experts op de lijst met kennis van zaken. Dat gaf bij mij de doorslag: haar helpen en in de Kamer het verschil maken op gebied van de dossiers ict en privacy, waar ik verstand van heb.’
RV: ‘Ik ben jarenlang lid geweest van de VVD; bij Splinter zit ik dan ook aan de rechtervleugel. Ik kreeg de nodige reacties van Kamerleden – ‘leuk dat je mijn collega wordt’- nadat ik meldde op plek negen te staan van de lijst. Waar het mij vooral om gaat, en daarom steun ik deze partij, is om Femke in de Kamer te houden. Er is een handvol Kamerleden die het verschil maken, maar de meesten blijven, met respect, beleidsambtenaren in een bijzondere rol. Femke hoort op de eerste lijst, alleen zij dreigt als enige niet terug te komen na 17 maart.’
Marjan, maak je een kans om als nummer twee op de lijst in de Tweede Kamer te komen?
MS: ‘Moeilijke vraag. We zijn met een opmars bezig en hebben de nodige publiciteit gehad de afgelopen tijd. We verwachten zeker een zetel te krijgen. Twee zetels zou fantastisch zijn, maar dat wordt afwachten.
Vorige week haalden we het nieuws met onze Splinter-index, een soort ‘ranking the stars’ over hoeveel werk een politicus in de Kamer heeft verzet met moties, amendementen en de aanwezigheid bij debatten. Daar kwamen wel opvallende resultaten uit, zoals Pia Dijkstra van D66 die ergens onderaan bungelde. Daar was ik wel verbaasd over. Zij is buiten de Kamer veel actief geweest, maar het controlerende Kamerwerk viel dus tegen. Dat is deels ook de kritiek van Splinter: Kamerwerk is niet alleen reageren op de nieuwsitems maar ook gewoon wetten van de regering toetsen en alle stukken doorlezen.’
RV: ‘De Splinter-index is overigens een mooie casus voor het gebruik van open data. Die gegevens over het Kamerwerk bleken gewoon opvraagbaar bij de ondersteunende dienst van de Tweede Kamer.’
MS: ‘Splinter vindt dit open data belangrijk en dat sprak ons ook aan. Wij brengen zelf kennis mee van het gebruik van open data, onder andere door de arbeidsmarkttool voor het UWV die Ockham heeft gemaakt. Natuurlijk is er het nodige te zeggen over data-ethiek en data-algoritmes, maar sommige zaken worden stukken transparanter door gegevens openbaar te maken.’
Als Splinter aanstaande woensdag een of meerdere zetels haalt, wat is dan de ambitie?
RV: ‘Als Femke in de Kamer blijft, als enige, dan zal ze tig ballen in de lucht moeten houden, waaronder ict. Daar zullen wij vanaf de zijkant hulp bij bieden. Mocht Marjan ook in de Kamer komen, dan zetten we fors in op ict en privacy. Dan krijgt Marjan het druk. Wij weten waar op welke plekken de shit zit en we gaan ons echt niet houden aan de oekaze Kok.
Het gaat ons niet om ‘naming en shaming’ maar er moet iets gebeuren om al die falende ict te stoppen. Neem bijvoorbeeld het nieuwe PGB-systeem, dat kost miljoenen én miljoenen. Minister Hugo de Jonge heeft een lijk in de kast. Hij weet dat, de betrokken Kamercommissie weet dat. Maar iedereen houdt zijn mond, ook de Kamer, omdat het gewoon niet uitkomt, en het is ict: ‘who cares?’.’
En als Splinter geen zetels haalt, gaan jullie dan door?
RV: ‘Jazeker. Ik heb de afgelopen jaren veel contact gehad met diverse Kamerleden over controversiële ict-dossiers. Ict zou eigenlijk geen politiek gevoelig onderwerp moeten zijn. Of je nu links of rechts bent, je wilt niet dat er belastinggeld wordt verspild. Wij willen dat er nu eindelijk eens dingen veranderen. Zo kan het niet langer.
Neem de Omgevingswet van minister Kasja Ollongren: iedereen weet in en buiten de Kamer dat het een enorme mislukking gaat worden. Maar het project gaat gewoon door net als Hugo de Jonge’s PGB-systeem. Dat gaat van dezelfde orde worden als de mislukte operatie BRP: niemand die er iets van heeft geleerd, die het boeit, iedereen die het weet. Daar moet wat aan gebeuren. Dat hoeven wij niet per se zelf te doen; als er andere mensen zijn die het aankaarten, ook prima.’
Wat is jullie aanpak dan?
MS: ‘In tegenstelling tot andere verkiezingsprogramma’s, op de Piratenpartij na, kiezen wij niet voor allerlei vergezichten over ict en privacy, maar voor concrete actiepunten. Dat als we in de Kamer zitten, daarmee aan de slag kunnen. Dat hebben we niet alleen voor ict gedaan maar voor alle onderwerpen die we belangrijk vinden. Misschien soms te gedetailleerd maar liever dat dan die algemene statements over dat de privacy van de burger belangrijk is.’
RV: ‘Ik noem dat ‘streetwise’. Wij bouwen ‘checks en balances’ in om te voorkomen dat ambtenaren, als ze iets niet willen doorvoeren, dat dan ook niet doen of pas over vijftien jaar. Dat gebeurt vaak op ict-gebied. Terwijl er al een hoop kan. Neem de Covid 19-inentingen: burgers krijgen een brief van de GGD in de bus wanneer ze langs mogen komen. Maar dat kan natuurlijk ook digitaal via Dig-iD en de Berichtenbox. Die infrastructuur ligt er al, maar wordt gewoon niet gebruikt.
Een ander voorbeeld: ik wil via Dig-iD kunnen kijken welke ambtenaren bij een gemeente of elders mijn persoonsgegevens raadplegen. Dat kan, in alle belangrijke systemen wordt dat gelogd, en daar ligt een wettelijke basis voor. Dus dan hoef je er als overheid ook geen geheim van te maken dat het die en die was die mijn gegevens inkeek. Het kan allemaal al. Dat noem ik streetwise: geen systemen laten bouwen die miljoenen kosten en dan mislukken, maar gewoon praktische dingen doen met wat er al bestaat.’
Veel politieke partijen willen een vorm van toezicht op zaken als algoritmes en dataveiligheid, en dan soms ook nog in Europees verband. Wat is jullie standpunt?
MS: ‘Splinter is terughoudend in het creëren van toezichthouders. Het lijkt een wondermiddel: stel een toezichthouder aan, dan komen er richtlijnen en daar gaat een ieder zich netjes aan houden. In de praktijk draait het doorgaans uit op een ambtelijke molen.’
RV: ‘Hoe stel je je een toezichthouder op algoritmes voor? Hoe werkt dat in de praktijk: gaat die iedere nieuwe versie van een algoritme opvragen en laten auditen? Het zal mij benieuwen. Wat wij belangrijk vinden, begint met transparantie. Dat is de goedkope variant van toezicht. Maak zoveel mogelijk openbaar, bijvoorbeeld de broncode van software die de overheid met belastinggeld laat ontwikkelen. Partijen die daarin geïnteresseerd zijn, gaan er dan naar kijken en controleren het zelf. Een toezichthouder heeft er minder werk aan en het is nog efficiënter ook.’
MS: ‘Kijk naar andere landen, zoals in Scandinavië met hun e-democratie of Frankrijk. Daar heeft de overheid de algoritmen achter de belastingregels openbaar gemaakt en zijn er efficiëntere en goedkopere softwareoplossingen ontwikkeld. In Nederland gebruikt de overheid nog steeds de standaard argumenten waarom dingen niet worden vrijgegeven, zoals dat er persoonlijke beleidsopvattingen van ambtenaren in staan of dat de staatsveiligheid in gevaar komt. Daar klopt in de praktijk niets van. Daar zijn genoeg voorbeelden van in het buitenland.’
RV: ‘De overheid start aan de verkeerde kant: zij moet juist beginnen met zaken transparant te maken. Neem de aanbestedingen: maak al die contracten met de winnaars van gunningen openbaar. Die zijn nu geheim. Waarom? Dat is alleen in het belang van de individuele ambtenaren die bij die aanbesteding betrokken zijn en zich willen indekken.
Als het oBRP-contract openbaar was geweest, had dat allang naar de Kamer gestuurd kunnen worden met daarbij de opmerking: kijk eens wat hier gebeurt. Alles blijft onder de motorkap. En wat gaan we daar dan aan doen? Een Europese aanbestedingstoezichthouder aanstellen? Tuurlijk niet, die contracten moeten openbaar zijn. Dat is een voorbeeld van de filosofie van het programma van Splinter: transparantie en toepasbaarheid.
Verkiezingsprogramma
Klik op de link voor de gehele paragraaf Privacy en ict in het verkiezingsprogramma van Splinter.