Defensie verwacht binnen vijf jaar van afstand bedienbare militaire systemen operationeel in te zetten. Daarbij gaat het vooral om militaire drones. Aan deze ‘vliegende robots’ worden de strengste eisen gesteld om te voorkomen dat onbedoelde effecten ontstaan. Voordat ze gekwalificeerd zijn voor militair gebruik moeten deze systemen een streng validatieproces doorlopen. Dat gebeurt nu.
Dit zei Martijn Hädicke, projectmanager Innovatie Robot Autonome Systemen bij het ministerie van Defensie. De luitenant-kolonel bij de 13e infanteriebrigade sprak tijdens het online-symposium ‘De Oorlog van Morgen’, onlangs georganiseerd door de vredesorganisatie Pax. Centraal stonden het toenemende gebruik van drones en robots, en data-gestuurde militaire analyses. Dit zal naar verwachting oorlogsvoering in de toekomst op ingrijpende wijze beïnvloeden.
Het zal niet lang meer duren voordat voor militaire drones die van afstand bedienbaar zijn, hun opwachting maken. Hädicke benadrukte dat het eventuele gebruik van robots en autonome systemen onder strenge controle van de regering staan. Het leger moet zich verantwoorden voor de wijze van inzet. Dit geldt ook voor de vier MQ-9 Reaper drones die Nederland in de VS heeft besteld. Deze zijn straks bedoeld voor verkenningsdoeleinden, maar zijn indien voorzien van bewapening ook geschikt voor aanvalsoperaties.
Volgens Hädicke zijn samen met TNO middelen en methoden ontwikkeld om na te gaan of deze technologie op de juiste wijze functioneert. Concepten van deze militaire drones zijn momenteel in ontwikkeling. Hädicke: ‘Deze systemen moeten niet alleen hun taken goed vervullen, maar ook aan de Nederlandse wet- en regelgeving voldoen.’ Waar andere landen robots al in oorlogsgebieden gebruiken, kiest Nederland voor een voorzichtige benadering.
Defensie richt zich ook op drones die op afstand door militairen worden gecontroleerd. Robots hebben een langere weg te gaan. Het gebruik van volledig autonome systemen wordt voorlopig niet door Nederland overwogen.
Wapenrace
Het innovatieprogramma van Defensie moet voorkomen dat Nederland achteropraakt bij de digitale wapenrace. ‘Want een achterstand leidt tot verlies en dus tot slachtoffers’, aldus Hädicke. Hij wees op het steeds verder op afstand komen van potentiële tegenstanders, niet alleen vijandige mogendheden maar ook niet-statelijke actoren zoals rebellengroepen. Als voorbeeld geldt IS dat in Syrië drones inzet. Ook in Jemen zetten door Iran gesteunde terreurgroepen dergelijk wapentuig in. Nederlandse militairen in uitzendgebieden vormen een doelgroep voor dergelijke groeperingen.
Verder kunnen robots de veiligheid van de strijdkrachten vergroten. Ook zijn innovatieve systemen waaronder ook artificial intelligence (ai) in staat de manschappen effectiever te maken. Hädicke: ‘Nu het leger negenduizend vacatures kent, wordt het moeilijk om aan de NAVO-verplichtingen te voldoen. Innovatie helpt het beste uit de troepen te halen.’
Drempel voor geweld
Alle deelnemers aan het symposium van Pax, inclusief de vertegenwoordiger van Defensie, spraken zich uit tegen het gebruik van ‘killer robots’. Toekomstige militaire autonome wapensystemen zonder enige vorm van betekenisvolle menselijke controle zijn uit den boze. Mensen moeten altijd betrokken blijven, stelden de kamerleden Salime Belhaj (D66) en Tom van den Nieuwenhuijzen (Groen Links).
Wim Zwijnenburg, projectleider humanitaire ontwapening bij Pax, ging in op de veelgehoorde opvatting onder militairen dat met drones precieze aanvallen zijn te doen zonder nevenschade. Ze kunnen inderdaad goed het vuile werk opknappen en zijn ook relatief goedkoop. Zwijnenburg: ‘Voor de partij die een drone inzet, is het risico minimaal. De operator zit immers op grote afstand. Tegenover deze voordelen staat het grote gevaar dat drones de drempel voor geweld verlagen.’
Lauren Gold, assistent hoogleraar conflict studies Universiteit Utrecht, zei dat de politieke kosten van drones laag zijn. De bereidheid wordt groter om bij een gewapend conflict betrokken te raken omdat de illusie ontstaat dat vechten met drones geen oorlog is. Door gebrek aan transparantie over de impact kan ook de democratische controle gering worden. Gold maakt zich daar zorgen over.
Verder stelde ze dat drones de Noord-Syrische stad Raqqa, destijds de ‘hoofdstad’ van het IS-kalifaat, volledig hebben verwoest. Ook Mosul, een ander bolwerk van IS in Noord-Irak, werd met de grond gelijk gemaakt. De Westerse coalitie waarvan ook Nederland deel uitmaakte, kon dit doen terwijl de eigen troepen veilig bleven. Volgens Gold is het doel niet gehaald om langdurige veiligheid te brengen. Hädicke vroeg haar of er dan een alternatief was voor de inzet van drones. Gold wist daar geen antwoord op.
Hädicke legde uit dat het gebruik van autonome systemen in de toekomst van geval tot geval wordt bekeken. Ze zullen niet zomaar worden ingezet. De context is belangrijk. Het maakt veel uit of dit soort systemen worden gebruikt om een Russische tank in de woestijn uit te schakelen dan wel een terrorist die zich bevindt op een drukke marktplaats.
Alle deelnemers aan het debat vreesden dat het gebruik van drones bij conflicten gaat toenemen. Wim Zwijnenberg: ‘De oorlog in Nagorno-Karabach, een Armeense enclave in Azerbeidzjan, zou zonder het bestaan van drones nooit zijn uitgebroken.’