Het klimaat is hot, letterlijk en figuurlijk. In een paar dagen tijd presenteerden HP, IBM en Atos ambitieuze klimaatambities. Hoe draagt de ict-sector het beste bij aan het halen van de klimaatdoelen?
In de techwereld is aan ambitie geen gebrek. Half februari kondigde zowel HP als IBM als Atos grootse plannen aan om hun bedrijfsvoering duurzamer te maken. HP introduceerde een drieledig programma dat moet helpen om tegen 2030 ‘s werelds duurzaamste en eerlijkste technologiebedrijf te zijn. Het programma richt zich op partners, op het gebruik van grondstoffen en op het trainen van medewerkers.
Broeikasgassen
IBM presenteerde een plan om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 te verminderen met 90 procent ten opzichte van 2010. Dat gebeurt met de inzet van hernieuwbare energiebronnen en nieuwe technieken voor de vermindering van de uitstoot van schadelijke stoffen. Op papier is Big Blue al sinds 1971 bezig met het milieu. In dat jaar publiceerde het bedrijf zijn eerste ‘corporate environmental policy statement’.
Atos kondigde kortgeleden aan zijn klimaatambities aan te scherpen. Zo wil het concern al in 2025 de uitstoot van CO2 met de helft hebben verminderd. In 2020 drong de onderneming deze uitstoot al vijftien procent terug. De strategie speelt zich af op vier gebieden: vermindering van het energieverbruik van het vastgoed, overschakeling op duurzame energie, energiezuinigere datacenters en verhoging van de energe-efficiëntie van alle producten die Atos bouwt.
Beste bedoelingen
Hoewel dergelijke verduurzamingsplannen waarschijnlijk met de beste bedoelingen zijn opgesteld, blijft het moeilijk om in te schatten wat ze daadwerkelijk opleveren. Het kan geen kwaad als de ‘grote’ jongens in het bedrijfsleven zulke ambities tonen en concrete plannen opstellen. Maar ook de vele kleine ondernemingen moeten hun bijdrage leveren. En niet alleen in de ict-sector.
Technologie kan een rol spelen bij het terugdringen van ongunstige klimaateffecten. Behalve zelf een goed voorbeeld te geven, zal de ict-sector de wereld duidelijk moeten maken hoe technologie hieraan een bijdrage levert. Bijvoorbeeld door diensten en producten te ontwikkelen die de uitstoot van schadelijke stoffen en de energiebehoefte door alle sectoren heen actief verminderen.
Computable legt u twee vragen voor. Wat vindt u van de uitgesproken klimaatambities van de grote ict-bedrijven? En: hoe kan de ict-sector de maatschappij het beste helpen bij het terugdringen van ongunstige klimaateffecten?
Volgens mij heeft de ICT-sector een steeds grotere impact op de maatschappij en die impact zal met de voortschrijdende digitalisering alleen nog maar toenemen. Bijgevolg hebben wij een duidelijke verantwoordelijkheid maar ook een grote hefboom om de maatschappij duurzamer te maken en de klimaatopwarming tegen te gaan.
Wanneer wij onze producten en diensten CO2-arm maken, dan heeft dit gevolgen voor alle gebruikers en dus voor onze samenleving. Bij VMware zijn we ons daar ten volle van bewust en werken we ook al jaren om onze koolstofvoetafdruk te verlagen. Enkele cijfers voor onze eigen activiteiten: in 2018 kregen we voor het eerst het koolstofneutraal certificaat, van 2003 tot 2019 vermeden we 1,2 biljoen MT CO2eq, in 2019 waren 19 van onze kantoren LEED gecertificeerd en gebruikten we 100% hernieuwbare energie. Hoewel onze omzet met 12% groeide, verminderden we onze emissies met 46%. We hebben een duidelijk beeld van de hoeveelheid CO2-equivalenten die we jaarlijks uitstoten (in 2019 was dat 458.479 MT CO2eq) en we weten ook op welke manier deze verdeeld zijn over onze activiteiten. Op die manier weten we perfect waar we eerst aan de slag moeten om onze emissies te verminderen. We doen dit trouwens via het Science Based Targets Initiative. Onze doelen werden door SBTi goedgekeurd in 2020.
Daarnaast staan we ook op CDP’s Climate A List, de 2020 Carbon Clean 200 en de Dow Jones Sustainability Index.
Wij zijn er ons sterk van bewust dat we de grootste impact kunnen realiseren door onze producten duurzaam te ontwerpen. Voor onze klanten focussen wij op een zo efficiënt mogelijke IT-infrastructuur. Door het aandeel aan fysiek aanwezige infrastructuur te minimaliseren, besparen bedrijven op gebruikte materialen maar ook op direct en indirect energieverbruik en dus op CO2-emissies. Software gebaseerde infrastructuur bespaart op materialen en dus moet er op het einde van de levenscyclus ook minder materiaal gerecycleerd worden. We becijferden dat er meer dan 66 miljoen servers niet geïnstalleerd werden in 2019 omwille van de virtualisaties die VMware uitvoerde. Dit resulteerde, samen met een aantal andere maatregelen in een energiebesparing van 347.968.000 MWh.
Zombiejagen
In nogal wat datacenters blijken er VMs aanwezig te zijn die niet meer gebruikt worden of die onderbenut zijn. Wij noemen ze zombies. Die VMs verbruiken energie en kosten geld terwijl ze niets bijdragen en zelfs een veiligheidsrisico zijn. Daarom zijn we sinds 2019 op georganiseerde Zombiejacht samen met andere organisaties. Dit heeft een positieve impact op de CO2-emissies van onszelf en onze klanten.
Toeleveringsketens
In de IT-sector is de supply chain uiteraard een belangrijk aspect, ook wanneer het om duurzaamheid gaat. In 2019 zorgden we ervoor dat een gedeelte van onze toeleveranciers, die 75% van onze uitgaven omvatten, hun eigen reductiedoelen stelden. Op die manier kunnen we zeker zijn dat niet alleen wij verduurzamen maar dat we ook onze leveranciers mee betrekken.
Het Global Impact Report van VMware is te lezen via https://www.vmware.com/2030agenda/2020report.html .
Ik ben ervan overtuigd dat IT-bedrijven een grote rol zullen spelen in het terugdringen van ongunstige klimaateffecten en het installeren van een circulaire economie.
Het sluiten van de kringlopen zal een gunstige impact hebben op onze inspanningen om de CO2-uitstoot terug te dringen. De toenemende CO2-uitstoot is de basis van het probleem. Met een wereldbevolking die tegen 2030 de kaap van de 8,5 miljard mensen zal ronden, moeten we bovendien een paar versnellingen hoger schakelen in onze inspanningen. De wereldwijde vraag naar grondstoffen zal immers alleen maar toenemen.
Volgens data van de Europese Unie is de ontginning en de verwerking van primaire grondstoffen verantwoordelijk voor de helft van de uitstoot van broeikasgassen wereldwijd. Bovendien zijn deze activiteiten ook verantwoordelijk voor 90% van het verlies aan biodiversiteit en druk op de watersystemen.
De omschakeling naar een circulaire economie is bovendien rendabel, zo berekende de Ellen MacArthur Foundation. Het Wereld Economisch Forum becijferde dan weer dat de wereldwijde opbrengsten uit materialencycli tegen 2025 al meer dan 1 biljoen dollar zullen bedragen.
We zullen er dus in slagen om groei en welvaart los te koppelen van het linaire verbruik van grondstoffen. Technologie zoals artificiële intelligentie, big data en IoT zullen hier ook een belangrijke rol in spelen.
Focus op elektronische toestellen
Momenteel is de technologiesector nog een grote bijdrager aan het probleem. Sorteren en recycleren is al langer ingeschreven in de Europese wetgeving en in België zijn we kampioen in afvalinzameling maar wereldwijd komt er jaarlijks 50 miljoen ton e-waste vrij en dit komt dikwijls nog op stortplaatsen terecht, of erger, het wordt gedumpt in de natuur. Maar 20% wereldwijd wordt echt gerecycleerd.
Het is dus aan bedrijven zoals Dell Technologies, om een framework te ontwikkelen waarin we producten zo ontwerpen dat ze eenvoudig gerecycleerd kunnen worden. Daarnaast moeten we gerecycleerde materialen gebruiken in onze nieuwe producten en moeten klanten weten dat we producten terugnemen wanneer deze aan het einde van hun gebruikscyclus zijn. Wij gebruiken in 125 verschillende producten bijvoorbeeld zelf al kunststoffen die afkomstig zijn uit ingezamelde elektronische apparaten.
Er ligt bovendien nog een grote uitdaging in het opnieuw operationeel maken van afgeschreven technologie, die overal bij bedrijven en overheden stof zit te vergaren. Dikwijls zijn deze toestellen niet meer bruikbaar voor die specifieke toepassing, maar kunnen ze wel nog ingezet worden op andere plaatsen. En wanneer ze dan volledig opgebruikt zijn, moeten ze ingezameld en gerecycleerd worden, zodat de materialen wel opnieuw in de keten komen.
Focus op verpakkingen
De IT-sector is ook een grote bijdrager aan verpakkingsafval. Volgens het Wereld Economisch Forum wordt 95% van de kunststofverpakkingen maar één keer gebruikt. Dat betekent elk jaar opnieuw een verlies aan economische waarde van 80 tot 120 biljoen dollar. Hier kunnen we overschakelen op gerecycleerde kunststoffen zodat deze materialen langer in de economie blijven. Op die manier zwengelen we ook de vraag naar gerecycleerde plastics aan. Een andere oplossing bestaat erin om de kunststoffen te vervangen door snelgroeiende biomaterialen zoals bamboe. Dit draagt bij tot een duurzame toeleveringsketen. Bij Dell Technologies bestaat zo’n 85% van onze verpakkingen die we wereldwijd gebruiken, uit gerecycleerde of hernieuwbare materialen.
Samenwerken
Een circulaire economie is maar succesvol wanneer het ook een samenwerkingseconomie is: ideeën, grondstoffen, best practices en processen moeten we delen. Uiteraard zullen bedrijven competitief blijven maar ik zie toch een verschuiving naar collaboratieve modellen die voordelen opleveren voor bedrijven, de maatschappij en het milieu. Zo richtten Dell Technologies en de nonprofit Lonely Whale de samenwerking NextWave Plastics op. Dit is een consortium van bedrijven die samenwerken om een open-source wereldwijd netwerk van toeleveringsketens te bouwen die gebruik maken van ‘ocean plastics’. We verwelkomden in 2018 bijvoorbeeld Hewlett-Packard als lid van de coalitie.
Een ander voorbeeld is de samenwerking tussen Dell Technologies, Seagate en Telepan, waar we schaarse materialen die in harde schijven zitten en in magneten gebruikt worden, recupereren en de magneten in nieuwe harde schijven gebruiken. Ook onze concullega’s gebruiken deze.
In de Verenigde Staten werkt Dell Technologies samen met de start-up Carbon Conversions om koolstofvezel terug te winnen uit materiaal vanuit de vliegtuigindustrie. Het bedrijf versnijdt het materiaal en pelletiseert het daarna. Wij gebruiken het om lichtere, sterkere en dunnere laptops te maken.
Uitdagende doelstelling
Om ervoor te zorgen dat we snel genoeg gaan, hebben we onszelf bij Dell Technologies een uitdagend doel gesteld: tegen 2030 zullen we voor elk product dat we verkopen, een equivalent product hergebruiken of recycleren. Daarnaast moet 100% van onze verpakkingen bestaan uit gerecycleerd of recycleerbaar materiaal en meer dan de helft van de materialen in onze producten, moet van gerecycleerd of recycleerbaar materiaal gemaakt zijn.
Als we daarin slagen, zullen we onze CO2-uitstoot en die van onze klanten gevoelig terugbrengen en zodoende bijdragen aan het terugdringen van de klimaatopwarming.
(Meer over de duurzaamheids- en klimaatinspanningen van Dell Technologies via https://corporate.delltechnologies.com/en-us/social-impact/advancing-sustainability.htm )
Terecht dat Pascale van Damme wijst op de noodzaak van een circulaire economie van herinzet, hergebruik en recyling want niet alleen de broeikasgassen zijn destructief voor het klimaat als we kijken naar winning van bepaalde grondstoffen. Helaas geldt hier nog: Verbeter de wereld en begin bij een ander want Eurostat houdt statistieken bij over de WEEE (Waste Electrical & Electronic Equipment) recycling en daaruit blijkt dat het bedrijfsleven achterloopt omdat het milieu bij veel bedrijven nog altijd aan de kosten kant van de balans staat. Leveranciers hebben klimaat ambities maar afnemers zullen zelf ook bewuster moeten worden in hun keuzen, zonder consuminderen blijft het dweilen met de kraan open.
De inzet op duurzame energie is mooi maar als de vraag nog altijd het aanbod overstijgt dan zal er bijgestookt moeten worden met kolen of biomassa. Duurzaamheid begint dan ook bij doelmatigheid want vele kleintjes maken één grote want in Nederland hebben we een groot aantal kleine en middelgrote multitenant datacentra waarvan de CO2 footprint verbeterd kan worden door energie-efficiëntie als doel van het ontwerp te maken. Het is niet moeilijk om in te schatten wat bepaalde keuzen daadwerkelijk opleveren want er zijn atuurkundige wetten voor de infrastructuur, de zekerheid dat het licht aan blijft onder volle belasting is gewoon een rekensommetje. En onafhankelijke benchmarks zorgen ervoor dat je appels met appels kunt vergelijken want standaard servers kennen uiteindelijk grote verschillen in efficiëntie.
Meten is weten want DCIM oplossingen bieden mogelijkheden voor power management, slimme oplossingen balanceren zelfs de belasting voor maximale efficiëntie.