Mededingingsautoriteit ACM geeft toestemming aan aanbieders van telecomdiensten om desgewenst elkaars infrastructuur te delen. Het gaat bijvoorbeeld om het openstellen van antennelocaties, het tijdelijk huren van frequentieruimte en het roamen op andermans 2G- en 3G-netwerk. Het groene licht maakt het voor de aanbieders mogelijk efficiënter te investeren in capaciteit, kwaliteit en dekking.
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) is al enige tijd in gesprek met de telecomaanbieders en komt nu met een leidraad voor het delen van mobiele netwerken. De organisatie onderkent dat samenwerking tussen de aanbieders eraan kan bijdragen dat zij kostbare investeringen in hun netwerken blijven doen zonder aantasting van de concurrentie op de markt.
De telecompartijen investeren fors om hun dienstverlening up-to-date te houden. Zo moeten ze de capaciteit van hun mobiele netwerken continu vergroten. De afgelopen vijf jaar is het mobiele dataverbruik meer dan vertienvoudigd. Daarnaast zijn ze verplichtingen aangegaan voor de landelijke uitrol van het razendsnelle 5G-netwerk.
Tijd en moeite
Het kost de telecombedrijven veel geld en moeite om de ontwikkelingen bij te benen. Zo is het lastig om nog geschikte antennelocaties te vinden, terwijl er meer antennes nodig zijn. Volgens de ACM kan het helpen als aanbieders gezamenlijk optrekken bij het vinden van antennelocaties. De concurrentie hoeft daarbij niet in gevaar te komen, doordat aanbieders hun eigen diensten, frequentiespectrum en netwerk blijven gebruiken.
Daarnaast zijn de telecombedrijven bezig of van plan om hun 2G- en 3G-netwerken af te bouwen. Dit heeft vooral gevolgen voor de miljoenen machine-to-machine-toepassingen die afhankelijk zijn van deze netwerken, zoals slimme energiemeters en automatische noodoproepsystemen in auto’s. De ACM vindt het geen probleem als een aanbieder die zijn 2G- of 3G-netwerk uitschakelt, de afhankelijke apparaten laat roamen op het netwerk van de concurrent. Hierdoor krijgt hij meer tijd om de apparaten uiteindelijk om te zetten naar 4G of 5G.
De mededingingsautoriteit vindt het ook prima als telecomaanbieders frequentieruimte huren van en verhuren aan hun concurrenten, zolang dit een tijdelijke oplossing is en de aanbieder niet meer dan veertig procent van de frequentieruimte gebruikt. De nieuwe telecomwet voorziet in deze mogelijkheid.