Op 29 januari sloot de internetconsultatie door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Het betrof de voorgenomen wijziging van de 3,5 GHz-frequentieband, die internationaal voor 5G is bestemd. Naast een overvloed aan oproepen om te stoppen met de invoering van 5G, maken de vijf openbare reacties met een ander karakter dit proces ook wat betreft het innovatiebeleid van het kabinet controversieel.
Bij elke internetconsultatie die iets met 5G te maken lijkt te hebben, komen tientallen, zo niet honderden reacties vanuit de Stop 5G-beweging. De boventoon bij de meeste reacties varieert van boos en verontwaardigd tot beleefd maar sterk aandringend om een pas op de plaats te maken met de invoering van deze nieuwe technologie.
Nieuw ten opzichte van de ruim 120 reacties die in 2019 op de consultatie over het beleidsvoornemen om de 3,5 Ghz te gaan veilen, is dat er nu ook aan de toeslagenaffaire wordt gerefereerd. Zoals mevrouw of meneer C. Berghuis: ‘De toeslagenaffaire heeft aangetoond dat het luisterend vermogen van de overheid benedenmaats is en er niet voor teruggedeinsd wordt om werkelijk alles te negeren.’
Hoge verwachtingen in 2019
Bij de consultatie in 2019 over deze frequentieband kwamen er nog veertien openbare reacties vanuit het bedrijfsleven en de (semi-)overheid, zoals daar zijn de evenementenbranche, Alcadis, Nokia, Ericsson, Ruckus, een havenbedrijf, SURF en de provincie Zeeland. De consultatie over deze cruciale ‘5G-pionierband’ was georganiseerd ter voorbereiding van de Nota Mobiele Communicatie die later dat jaar zou verschijnen en een vervolg op meerdere Kamerbrieven erover uit 2018. EZK schiep bovendien in haar beleidsvoornemen toen nog hoge verwachtingen. ‘Een belangrijke drijfveer achter 5G is een gedifferentieerd dienstenaanbod dat aansluit op economische en maatschappelijke behoeften’, aldus het ministerie. In Computable verscheen hierop een artikel met een oproep om ook de groeiende behoefte aan digitale connectiviteit op de Noordzee in de plannen op te nemen.
Van de beleidsvoornemens komt weinig terecht
De twee belangrijkste differentiaties ten opzichte van het huidige aanbod op de publieke mobiele netwerken door de mno’s waren ook toen al private-netwerktoepassingen door (grote) bedrijven (Private LTE(4)/5G), en ‘vast-mobiele-aansluitingen’ (FWA). Het voornemen in 2018 en 2019 was om 100 MHz te bestemmen voor lokaal gebruik en alvast 200 MHz te gaan veilen aan de landelijke publieke aanbieders. Vanaf 2026 zouden deze er dan nog 100 MHz ‘bijkrijgen’. In die consultatie werd nog specifiek gevraagd of het beschikbaar stellen van 100 MHz (aaneengesloten) spectrum voldoende is voor lokale netwerken. En over de in tijd gesplitste veiling vroeg EZK zich af ‘welke manieren u ziet om een dergelijke verdeling vorm te geven?’
Anno 2021 ligt dat bij de daadwerkelijke wijziging van het Nationale Frequentieplan intussen allemaal heel anders. Nu wil men in 2022 300 MHz gaan veilen aan de drie partijen die in de multi-bandveiling van 2020 al (voor een koopje van 1,2 miljard euro) 700 MHz-spectrum voor de uitrol van 5G hebben verworven en aan de onder- en bovenkant van deze ‘meest aantrekkelijke brok’ twee keer 50 MHz bestemmen voor private netwerken en pas te gebruiken vanaf 2026.
Na Zeeland in 2019 trekt nu I&W aan de bel
De Nederlandse Belangenvereniging Draadloze A/V Verbindingen Programme Making & Special Events (PMSE) vroeg in 2019 nog om minimaal 200 MHz-spectrum voor haar branche. Onder andere provincie Zeeland, Ruckus en containeroverslagbedrijf ECT in de Rotterdamse haven juichen in 2019 de voorgenomen 100 MHz in de 3,5 GHz-band voor gesloten bedrijfsnetwerken toe. Voor Zeeland telt vooral de FWA-toepassing om de rurale gebieden te ontsluiten met breedbandinternettoegang waarvan naar schatting uiteindelijk zo’n 6.500 adressen gebruik kunnen gaan maken.
De meeste respondenten twijfelen wel of 100 MHz tot 2040 voldoende zal zijn. Zo zegt ECT: ‘Voor nieuwe 5G/LTE-toepassingen, zoals verkeersroutering en industrial internet of things-sensoren, zou naast de 3700-3800 MHz-band ook op de lagere (700 MHz) en hogere (26 GHz) banden ruimte gereserveerd moeten worden voor besloten bedrijfsnetwerken’.
En Surf twijfelt in 2019 daarnaast ook aan het beoogde veilingmodel: ‘We onderschrijven de behoefte om de banden 3400-3500 en 3500-3700 tegelijk te veilen maar zetten kanttekeningen bij de voorgestelde vergunningstermijn van tussen de vijftien en twintig jaar. Een dergelijke lange periode reduceert de behoefte om het schaarse spectrum efficiënt in te zetten en doet afbreuk aan innovaties op het gebied van gedeeld en medegebruik van spectrum.’
Dat laatste aspect, gedeeld en medegebruik, wordt door meerdere reacties vanuit de telecomindustrie, zoals Ruckus, stellig en van harte onderschreven. Alcadis, PMSE en Surf doen nu weer een poging om in het openbaar EZK van het nut en noodzaak van hun adviezen over de 3,5 GHz-band te overtuigen. De behoefte van de havens komt aan bod in een reactie door Telecomgrootgebruikers-club BTG, waar vreemd genoeg EZK zelf lid van is, maar waarin men het voorgenomen beleid van het ministerie in sterke woorden corrigeert. Op de vraag van EZK in de consultatie over mogelijk offshore-gebruik antwoordt de organisatie: ‘BTG heeft vernomen dat de overheidsorganisaties voor openbare orde en veiligheid en voor de scheepvaart op de Noordzee behoefte hebben aan mobiele breedbandconnectiviteit.’
Ook noemt de BTG hierbij de nieuwe EU-buitengrens die op zee door de Brexit is ontstaan. Net zoals Surf zegt ook de BTG in 2021: ‘De lange periode waarin de frequenties exclusief door de vergunninghouders kunnen worden gebruikt, zorgt voor weinig stimulans om innovatieve manieren te bedenken waarmee de frequentieruimte efficiënter en door meerdere partijen tegelijk kan worden ingezet.’
Twijfel
De meest opvallende respons komt van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat I&W). Dit departement kondigt niet alleen aan dat het, net zoals voor de 700 MHz is gebeurd, straks ook in de 3,5 Ghz-bandspectrum gaat claimen via een BOP-procedure om in een private 5G-netwerk te gaan inzetten bij de uitvoering van haar wettelijk vastgelegde publieke taken (op zee, met name). We zien daarnaast bij I&W twijfel of er nog wel sprake kan zijn van een level playing field voor innovatieve nieuwkomers in de markt en daarmee zorgen over de toekomstige kwaliteit van de door de overheid als vitale infrastructuur beschouwde mobiele netwerken. Tevens wordt er verwezen naar recente ontwikkelingen waardoor een andere aanpak voor het spectrumbeleid te overwegen zou kunnen zijn, dat daarmee beter in lijn is met het door het kabinet in 2018 omarmde missiegerichte innovatiebeleid.