Het klinkt logisch en toch zijn Amsterdamse datacentergebruikers blij verrast. Het energieverbruik van hun dataservers daalde tien procent door de machines in de spaarstand te laten draaien. De samenwerkende bedrijven en overheden uit de hoofdstedelijke datacenterketen delen de resultaten en instructies om meer partijen te wijzen op de eco-modus van servers.
Veel moderne servers beschikken over een spaarstand, een instelling die de gebruiker zelf kan activeren in de hard- of software. Mits goed ingesteld, worden de servers zuiniger zonder in te boeten op de prestaties. Uit pilots van de samenwerkende organisaties blijkt dat slim energiebeheer een gemiddelde besparing van tien procent oplevert.
Bij de pilots zijn zestig fysieke servers ingezet, onder meer bij Schiphol, KPN en Rabobank. In totaal zijn in ons land ruim een miljoen servers actief. Zij vormen een grote belasting voor het landelijke elektriciteitsnet. Mede om die reden leggen verschillende regio’s, zoals die rond Amsterdam, tegenwoordig beperkingen op aan het uitbaten en bouwen van datacenters.
Virtualisatie
Het besparingseffect wordt groter naarmate meer taken worden gevirtualiseerd, aldus het samenwerkingsverband Leap, waarbij diverse overheden, bedrijven en kennisinstellingen zijn betrokken. Veel servercapaciteit is onbenut en door betere inzet van virtualisatie kan het aantal servers omlaag. Dit bespaart zowel energie, geld en materiaal, is het idee.
‘Je kunt met een kleine inspanning een energiebesparing van tien tot dertien procent voor elkaar krijgen’, meldt Mark Spronk. Hij is senior projectmanager bij Schiphol, een van de deelnemers in Leap. Volgens hem is het een kwestie van de instellingen nog eens nalopen en zorgen dat je servers draaien als ze ook echt performance moeten leveren. De angst dat daardoor je prestaties worden beïnvloed, is onterecht, stelt hij.
Weinig gebruikt
Ondanks de ruime beschikbaarheid van servers met een spaarstand of eco-modus, blijft het grootschalig gebruik ervan uit. Volgens Leap heeft dit drie redenen: er is te weinig technische kennis over de voordelen van virtualisatie, organisaties zijn bang voor prestatieverlies bij gebruik van slim energiebeheer en energiebesparing staat laag op de prioriteitenlijst.
Om het gebruik van de spaarstand te promoten, ontwikkelde Leap een stappenplan in samenwerking met hardwarefabrikanten. In het plan krijgen gebruikers van dataservers instructies over hoe ze het energiebeheer activeren en worden ze gewezen op de kansen van virtualisatie en energie-efficiënt werken.
Leap is een initiatief om de energie-efficiëntie van datagebruik te optimaliseren met behulp van ict. Volgens de organisatie komt een energiebesparing van tien procent bij dataservers overeen met een energiebesparing ter waarde van 61.000 Nederlandse huishoudens.
Hoeveel van de miljoenen servers in datacentra zoemen met het rode tape van legay eromheen? Want vele organisaties zijn – bij mijn weten – in een ‘cloud’ transitie van een lift & shift blijven steken in de lift van een relocatie van de servers. Na verplaatsing van de servers naar één van de vele multitenant datacentra zijn er vaak geen veranderingen meer geweest om de efficiëncy van de infastructuur te verbeteren en de provider zal geen slapende honden wakker maken zolang de marge per vloertegel goed blijft. Wij van WC-eend klagen natuurlijk niet over de kilo’s die we per vloertegel verkopen maar hoeveel energie zouden de datacentra besparen als ze de temperatuur met 10 graden zouden verhogen? En hoeveel is het verschil in stroomverbruik tussen een 80 Plus Bronze power supply en een 80 Plus Titanium? De hogere aanschafprijs van 80 Plus Titanium power supply is vaak het struikblok in de CapEx omdat de OpEx van de stroomprijs niet meegenomen wordt. Want de business case van groen gaat uiteindelijk om de kleur van de dollar. De terugverdientijd van de investering met een gemiddelde KW/hr prijs van €0,20 valt ruim binnen de lifecycle van de server, zeker als de servers 7 maal 24 uur draaien.