In de recente it-geschiedenis is cloud computing de grootste verandering sinds de opkomst van de client/serverarchitectuur in de jaren tachtig. De manier waarop organisaties naar de cloud zijn overgestapt, is echter heel gevarieerd. Eerst kwam er het enthousiasme voor software-as-a-service en later – onder meer door het succes van AWS – was de publieke cloud voor veel bedrijven the place to be om hun cloud-first-strategie uit te rollen.
Voor velen bleek zo’n overstap echter niet zo rooskleurig en vlekkeloos, wat leidde tot problemen met dependencies, en verstoorde en mislukte migraties van de workloads. Zeker als ze voor de migratie een lift-and-shift-aanpak hanteerden. Wat voor velen ook een koude douche was: de eindafrekening waarbij publieke cloud heel kostelijk bleek te zijn.
Bedrijven werden slimmer en begonnen na te denken om het juiste platform voor de juiste workload te gebruiken. In zulke hybride it-omgevingen is het vandaag duidelijk dat zowel publieke als private clouds blijvertjes zijn. Waarbij private cloud een kritiek model is en blijft voor moderne it-toepassingen.
Afwegingen
Een private cloud beschikt over de meeste functies die je van de publieke cloud verwacht: selfservice, snelle inzetbaarheid en flexibele rekencapaciteit. Maar je hebt ook de directe controle, beveiligingsmaatregelen en aanpassingsmogelijkheden uit de vertrouwde en traditionele it-omgeving. Met uitgebreid gebruik van virtualisatie en containers om onder meer de nodige flexibiliteit te bieden.
Om een private cloud op te zetten en te beheren heb je meestal meer personeel nodig dan voor de publieke cloud. Terwijl een private cloud even hoge eisen stelt op vlak van de betrouwbaarheid als de traditionele it, waarbij security, data- en systeembeheer onder de directe bevoegdheid van de cio vallen. De initiële kosten zullen dus hoger zijn, maar efficiënte datacenters zijn vandaag de dag wel in hoge mate geautomatiseerd en homogeen opgebouwd. Dankzij het voordeel van zeer herhaalbare processen zouden ze na verloop van tijd dus een platform kunnen bieden met lagere lopende kosten. De kleine meerkost van beheer in vergelijking met de publieke cloud zal voor de meesten een redelijke prijs zijn die ze willen betalen om de controle over hun it-middelen terug te krijgen.
Er zijn ook enkele voordelen die misschien niet direct zichtbaar zijn bij het onderhouden van private clouds naast publieke clouds. Een groot voordeel is dat dat apps in de private cloud snel kunnen overschakelen naar de publieke cloud om pieken op te vangen, het zogenaamde cloud bursting.
Duik erin
Neem nu de zwembadhandelaar die doorgaans in de zomermaanden – met de voorbije hittegolven – de vraag sterk ziet stijgen. Als de maximumcapaciteit van zijn private cloud eenmaal is bereikt, kan de publieke cloud inspringen om de nodige extra server-, opslag- en netwerkmiddelen te bieden. Het resultaat is een soort overloopmechanisme dat werkt zonder onderbreking van de dienstverlening van de zwembadspecialist.
Als alternatief kunnen applicaties tijdelijk volledig worden verplaatst naar de publieke cloud om op de private cloud capaciteit vrij te maken. In beide gevallen betaalt de zwembadspecialist alleen voor de extra capaciteit op basis van gebruik, in plaats van dat hij private clouds moet bouwen met een veel te grote capaciteit – berekend op de pieken – maar die meestal onbenut blijft. Goed beheerde private clouds die in hoge mate gevirtualiseerd en uitgerust zijn, kunnen zonder risico’s de hogere vraag naar server-, opslag- en netwerkgebruik aan. Dit is een heel andere omgeving dan het oude on-premise model, waar servers vaak op twintig procent – of zelfs minder – van hun capaciteit werkten, waardoor wie dit kocht veel te dure ‘blikkendozen’ overhield.
Een andere optie die in trek is: bedrijven willen van de ene cloud naar de andere switchen op basis van veranderende noden van de workload en hun compatibiliteit voor de huidige cloudplatforms. Echte cloud bursting bleef voor it tot nu toe een droom. Maar de mogelijkheid om te switchen tussen een AWS en een Azure omgeving wordt voor velen mogelijk, aangezien de puzzelstukken (orkestratie- en abstractie) op hun plaats vallen. Een dual vendor strategie was in het verleden vaak een bescherming tegen opportunistische vendoren. Waarom is dit vandaag niet meer nodig als het gaat over publieke cloud leveranciers? Nodig zegt u? Vaak horen we een positief antwoord maar ook: niet mogelijk.
Momentum is er
Private cloud is volwassen en blijft groeien naarmate slimme it-vendoren betere manieren vinden om middelen te automatiseren en te monitoren voor een optimaal resultaat. En dan is er nog Covid-19. De pandemie creëerde een momentum waarbij het cloudgebruik over het algemeen zal groeien (+10,4 procent op de markt), terwijl de uitgaven voor it-infrastructuur dalen met maar liefst 16,4 procent.
Een rapport van analist IDC voorziet dat de private cloud zich dit jaar 18,6 procent van de investeringskoek in it zal toe-eigenen (ten opzichte van 16.2 in 2019), grotendeels ten koste van traditionele on-premise-it.
De private cloud is een perfect voorbeeld van een pragmatisch compromis en realpolitik waar veel voordelen van traditionele on-premise-it en rekenkracht van de publieke cloud zijn te behouden. Als private cloud het beste van twee werelden in de business-it combineert, dan blijft het zeer waardevol.
Hybride en multi-cloud zullen vandaag en de komende jaren de it domineren. Omdat steeds meer bedrijven de flexibiliteit zoeken om diensten te leveren die enerzijds voldoen aan de noden en anderzijds snel reageren op veranderende (markt)omstandigheden. Er bestaat geen ‘winnend’ implementatiemodel in de cloud. Het zal zelfs nooit een of-of-verhaal worden. Maar private cloud zal naast andere modellen blijven bestaan als platform met de vertrouwde controle, beveiliging en beheer van de on-premise-it uit de ‘oude wereld’ met de flexibiliteit en uitgebreide virtualisatie van de ‘nieuwe wereld’.