Ad Nederlof zit vijftig jaar in het vak. De 74-jarige ict-ondernemer pur sang kijkt terug op een prachtige internationale carrière. En als het aan hem ligt gaat hij nog een jaar of tien door. Leeftijd zegt hem weinig. Een gesprek over de in zijn ogen belangrijkste sector van de samenleving. In dit tweede deel passeren onder andere Marc Benioff (Salesforce), het familiebedrijf en zijn Chinese avonturen de revue.
6) Persoonlijke ontmoetingen
‘Wat de rijkdom van vijftig jaar automatisering is? Dat ik bijzondere ondernemers heb leren kennen, zoals Jan en Paul Baan, de jongens van Exact Software, Ton Risseeuw van Getronics, Chris Ouwenga van Unit4, het Franse management van Alcatel… te veel om op te noemen. Mensen die kleur aan de industrie hebben gegeven. En helden uit de industrie als Steve Jobs, Bill Gates – één keer, maar toch – Larry Ellison, Masayoshi Son van Softbank, persoonlijkheden aan wie je je kunt optrekken.
Marc Benioff, de oprichter van Salesforce, is een vriend van mij. We kenden elkaar van onze tijd bij Oracle, toen hij de jongste talentvolle vicepresident was. Marc is een voorbeeld van de zeldzame combinatie van een bestuurder met verstand van commercie, marketing én techniek. Hij was een protegé van Larry Ellison. Hij kreeg 2,2 miljoen zakgeld mee en begon in 1999 in een flatje met vier mensen online software te ontwikkelen wat uiteindelijk tot het grote succes van Salesforce.com heeft geleid.
Toen ik in 1996 wegging bij Oracle bleven we elkaar ontmoeten. Hij woonde een paar blokken bij mij vandaan in San Francisco. We gingen regelmatig sushi eten tussen de middag en in het weekeinde, – ik verveelde me te pletter want ik woonde toen al in België maar zat dus voor werk in San Francisco, – gingen we dan honkbal of basketbal kijken. Tijdens onze ontmoetingen filosofeerden we veel over het business model dat wij in die tijd asp – application service providing – noemden, een voorloper van software-as-a-service.
Ik vertelde dat wij bij Enovation al zo werkten. Wij boden klanten, zoals ziekenhuizen, al via internet communicatiemogelijkheden. Privé was ik inmiddels aandeelhouder geworden van Enovation, wat in die tijd nog Lifeline heette. Enovation draaide toen al zijn software in wat we nu de cloud noemen: op een eigen datacenter hier in Rivium. Klanten konden het via een jaarabonnement afnemen. Ik heb het regelmatig met Marc gehad over hoe je zo’n asp-model invoert. Hij zal het nooit toegeven maar ik vermoed dat hij geïnspireerd is geraakt door deze voorbeelden en het model van Salesforce er op heeft gebaseerd.’
Delfts Blauw en virtueel golfen
‘Met Masayoshi Son heb ik een keer in mijn Genesys-tijd een contract bij hem thuis afgesloten. Hij trok alle registers uit de kast en liet een antiek Delfts blauw servies aanrukken, een kok uit Japan en zijn vrouw was erbij. En na afloop gingen we in zijn kelder golfen op een virtuele baan, waar de weersomstandigheden werden nagebootst van de baan die je uitkoos. Zijn vrouw vertelde me dat hij geen tijd heeft om naar een golfbaan te gaan, maar vaak ’s avonds na thuiskomst nog even in the basement golft om zijn hoofd leeg te maken.’
7) Kies voor je kracht
‘Ik wist niet goed wat ik na de middelbare school wilde. Ik was ook niet zo’n goede leerling. Na mijn schooltijd moest ik in militaire dienst. Gelukkig heb ik een paar maanden voor mijn afzwaaien een beroepskeuzetest gedaan, onder leiding van een officier-psycholoog. Die adviseerde mij om iets commercieels te doen en iets met marketing, wat eind jaren zestig nog heel nieuw was.
Hij gaf me ook nog als tip: zoek een beroep van de toekomst, zoals in de automatisering. Begin met iets simpels, de kantoormachineverkoop, en je rolt er vanzelf in. Zo is het precies gegaan, ik heb zijn advies opgevolgd. Zo zie je dat de meeste mensen niet weten waar hun kracht ligt. Ze gaan iets doen wat niet echt bij hun past. Deze legerofficier wist dat wel en daar ben ik hem tot in lengte der jaren dankbaar voor.
In 1970 kwam ik in dienst bij Kramers en een paar jaar later bij Singer Business Machines. Mijn allereerste apparaat was een adresseersysteem voor 35.000 gulden. Bij Kramer moest je je eerste auto letterlijk verdienen, die kreeg je pas als je een half miljoen omzet had gescoord. Dat is iets wat me altijd is bijgebleven: mensen moeten het wél waarmaken en voor succes willen knokken.’
8) Familiebedrijf
‘Toen ik na mijn Genesys-periode terugkwam uit Amerika wilde ik een eigen bedrijf opzetten en een nieuwe standaardcallcenter realiseren. Maar niemand wilde meedoen. Al die jongens die ik kende en tegen me hadden gezegd ‘als je nog eens iets wil beginnen, investeer ik mee’, vonden mijn plannen te risicovol. Ze begonnen me uit te leggen waarom wat ik in mijn hoofd had, niet mogelijk was. Terwijl je je ervaring juist moet gebruiken om uit te leggen hoe je iets moet doen.
Daarom heet mijn bedrijf Vanad, van Ad. Als ik dan alle risico’s moest nemen, dan noem ik mijn bedrijf naar mijzelf. Mijn ideale beeld van een callcenterbedrijf stond in Australië, heette opvallend genoeg ook Salesforce. Het was opgericht door Kevin Panozza. Zijn opzet: de callcenter-agent staat centraal. Zijn callcenters zijn een Poolse landdag: elke agent zijn eigen cube met eigen versieringen, ruimte voor muziek, een barretje, zo gek als je het kunt bedenken. Maar voor die agents wel hun tweede thuis.
Vijftien jaar geleden is mijn zoon Arthur met een studievriend op mijn aanraden naar Australië gereisd om bij Panozza op bezoek te gaan. Dat idee van ’the Agent is King’ hebben ze vervolgens naar Nederland gebracht. Inmiddels behoort Vanad tot de top van de callcentermarkt. We hebben een outsourcingstak neergezet die zich kan meten met wereldwijde spelers als Webhelp en Teleperformance. Soms worden we afgewezen omdat we met onze 1400 man ’te klein’ zouden zijn. Maar wat ik in al die jaren heb geleerd, is dat omvang niets zegt over de kwaliteit van een bedrijf. Kijk naar onze klantenlijst: wij ondersteunen T-Mobile, Transavia, de Bijenkorf, Blokker, Intergamma en veel andere bedrijven uit de telecom, detailhandel en e-commerce.
Vanad is uitgegroeid tot een familiebedrijf met veel ruimte voor innovatie en ondernemerschap. Een combinatie van de ervaring van de oudere en de energie van jongere medewerkers. Toen bijvoorbeeld voice-over-ip zichtbaar begon te worden, heb ik tegen een aantal jongens van Enovation gezegd: ‘Ik ga jullie uit het bedrijf halen om voice-over-ip-based contactcentersoftware te bouwen.’ Binnen een jaar boden we onze klanten predictive dialing en inbound handling, met feedback-verwerking van onze agents aan. Daar is QuandaGo uit voorgekomen.’
9) China
‘Ik heb een haat-liefdeverhouding met China. Het is een mysterieus land, waanzinnig mooi, met veel lieve mensen. Maar het blijft een dictatuur die uit is op de wereldmacht. Daar moeten we alsjeblieft niet te rooskleurig over doen, China is een gevaar.
Ook ik heb zaken gedaan in China, maar ben tot de slotsom gekomen dat dat voor een westers ict-bedrijf haast onmogelijk is. Ik heb daar bijvoorbeeld een telecomdivisie van Philips overgenomen, Sopho. Maar de Chinese overheid werkte me zo tegen – met een verdenking van spionage als dieptepunt – dat ik het bijltje er bij heb neergelegd. Ik heb mijn verlies genomen en Sopho voor een symbolisch bedrag verkocht aan een Chinese ondernemer. Toen realiseerde ik me dat dit het beleid van de Chinese overheid is: ze gebruiken westerse bedrijven om hun ip te kopiëren en te implementeren in hun eigen dienstverlening. Want die is vergeleken met het Westen vaak nog ondermaats.
China heeft bijna ongemerkt op allerlei ict-vlakken een voorsprong genomen. Denk alleen al aan die tienduizenden ai-studenten die jaarlijks worden afgeleverd. En aan die Chinese bedrijven die hier de concurrentie aangaan met onze bedrijven én met ons ip. Want ze maken alles na, terwijl westerse bedrijven amper een kans krijgen op de Chinese markt. Daarom vind ik het goed dat de VS en Canada optreden en sommige Europese overheden, waaronder Nederland, wakker worden. China hoort niet in de WHO, de Wereldhandelsorganisatie, want het land overtreedt alle regels van de wereldhandel.’
10) Opnieuw uitvinden
‘Bij leven en welzijn wil ik nog wel tien jaar door. Leeftijd zegt mij niet zoveel. Waarom zou ik met pensioen moeten als ik werken hartstikke leuk vind? Ik ben nu bijvoorbeeld betrokken bij een vastgoedfonds. Een totaal andere wereld dan de ict, maar eveneens reuze-interessant. Pensionering zit in je hoofd, maar ik stop niet. Ik wil ook dolgraag nog een bijdrage leveren aan wat er op ict-gebied komen gaat.
Want we zitten weer in een proces van ons opnieuw uitvinden met technologie zoals artificiële intelligentie, business intelligence, blockchain en robotisering. Het proces wordt nu even afgeremd door het coronavirus maar ik ben ervan overtuigd dat er na deze crisis weer gouden jaren aan komen. Dus, ict-ondernemer, zorg dat je je vooral daarop voorbereidt.
Digitalisering heeft de samenleving totaal veranderd. Het helpt ons nu om door de coronacrisis te komen. Het virus heeft ons geleerd dat je vanuit elke plek kunt werken, ik noem dat locatie-ongebonden functioneren, kortweg (begint te schaterlachen): lof, van Neder-lof!’
Lees ook het eerste deel: ’50 jaar ict, 50 jaar ‘Van Ad’ (1)
Dit artikel verscheen eerder in Computable-magazine #04/2020.