Sinds corona heeft netwerkgigant Cisco al zowat 3.500 mensen moeten ontslaan. Dat schrijft The Washington Post. En het is niet de enige techgigant die stevig het mes zet in zijn personeelsbestand na het uitbreken van Covid-19. Al ontkennen sommigen ook wel de correlatie met de pandemie.
Sinds het uitbreken van Covid, zitten Amerikaanse ondernemingen op een opmerkelijke tweespalt. Veruit de meesten onder hen maken winst. Ongeveer 45 van de 50 grootste beursgenoteerde bedrijven in de V.S. sloten de maanden tussen april en september af met zwarte cijfers, zo blijkt uit het onderzoek van de Amerikaanse krant (de bulk van die winst vloeide overigens terug naar de aandeelhouders). Vergeleken met februari tot oktober 2019, steeg de winst bij Nvidia met 46 procent, bij Amazon met 35 procent en bij Netflix met 25 procent. Facebook, Microsoft en Google-holding Alphabet deden er 17, 13 en 9 procent bij.
Maar ondanks dat goede nieuwe zetten 27 van die bedrijven ook harde saneringen op, waarbij in totaal meer dan honderdduizend banen verloren gingen.
Bij Cisco en kabelmaatschappij Comcast kregen 3.500 mensen hun ontslagbrief, bij telefoonmaatschappij AT&T waren dat er 3.400. Opmerkelijk: in een interview met Bloomberg in april beloofde ceo Chuck Robbins van Cisco nog dat bedrijven zoals het zijne een morele verplichting hadden om mensen aan boord te houden. Robbins zei toen dat ondernemingen van het kaliber van Cisco genoeg middelen hebben om lonen te blijven doorbetalen. Vier maanden later werd de ontslagronde bij de netwerkgigant in gang gezet.
Oracle en Salesforce waren goed voor respectievelijk 1.300 en duizend ontslagen. Microsoft volgt op korte afstand met 960 werknemers minder. Bij PayPal viel de schade mee: honderd minder werknemers. Ook IBM heeft al aangekondigd dat het een saneringsronde wil doorvoeren, maar heeft nog duidelijk gemaakt hoeveel banen daarbij zullen sneuvelen.
Bredere herstructureringen
Alle 27 bedrijven die ontslagen planden, werden door The Washington Post gecontacteerd. Heel wat onder hen gaven aan dat de afdankingen op zich niks met corona hadden te maken, maar pasten in bredere ‘herstructureringen’, bijvoorbeeld om verlieslatende bedrijfstakken te saneren en investeringen over te hevelen naar meer winstgevende activiteiten. Heel wat ondernemingen wezen er ook op dat ze dit jaar vaak meer mensen in dienst hebben genomen dan ontslagen.
Wat ook bleek: grote bedrijven zetten dan wel heel wat mensen op straat, bij kleine, lokale middenstanders was de schade nog veel groter. Veel grote bedrijven konden ook groeien dankzij de moeilijkheden van kleinere concurrenten. Die laatsten hadden immers niet de middelen om het hoofd boven water te houden in turbulente tijden. Op die manier werden reuzenbedrijven tijdens de pandemie nog groter dan ze al waren.