Telecombedrijven worden waarschijnlijk toch niet verplicht om locatiegegevens van klanten te delen met het RIVM in de strijd tegen corona. Een wetsvoorstel daartoe behaalt geen meerderheid in de Tweede Kamer, concludeert het Financieele Dagblad.
Binnen de coalitie blijkt alleen het CDA een tijdelijke noodwet te steunen die het mogelijk maakt telecombedrijven te verplichten om locatiegegevens te delen, schrijft het FD vandaag. CDA is de partij van verantwoordelijk minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken).
Stemming over het wetsvoorstel staat gepland binnen enkele weken. De andere coalitiepartijen stemmen er niet mee in, weet de zakenkrant. Zo zegt Kamerlid Arne Weverling (VVD) niet te zijn overtuigd van de noodzaak en de wenselijkheid van deze wet en meent Kees Verhoeven (D66) dat het doel van de wet onduidelijk is, het middel te zwaar en de waarborgen tegen misbruik ‘niet waterdicht’. Het voorstel kan evenmin op de steun van de ChristenUnie rekenen.
Verzet
Het plan van minister De Jonge stuit al langere tijd op verzet, zelfs na verschillende aanpassingen. En niet alleen in de Tweede Kamer. Ook de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en diverse privacy-organisaties lieten zich er meermaals negatief over uit. Daarnaast staan de telecombedrijven niet te springen om gegevens van hun klanten te delen met de autoriteiten. De Raad van State kwam in het voorjaar wel met een positief advies.
Afgelopen mei kwam De Jonge met het voorstel om geanonimiseerde locatiegegevens van alle mobiele telefoons maximaal een jaar door te geven aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het zou gaan om onherleidbare tellingen per gemeente, die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dagelijks in een rapport giet.
Persoonlijke informatie
Voor de tellingen moeten telecomaanbieders de zendmastgegevens ontdoen van persoonlijke informatie, zoals telefoonnummer, en daarna optellen. Per gemeente ontstaat zo een lijst die per uur toont hoeveel mobiele telefoons vanuit welke gemeente aanwezig zijn, met een minimum van vijftien telefoons. Het idee is dat het RIVM bij besmettingen lokale ggd’s sneller kan waarschuwen.
In sommige andere Europese landen stellen telecombedrijven vergelijkbare gegevens wel beschikbaar aan de overheid.