In de realisatie van het nieuwe, allesomvattende datawarehouse voor het UWV zit nog geen enkel schot. Het Bureau ICT-toetsing (BIT) laat geen spaan heel van de wijze waarop het UWV het project Datafabriek heeft aangepakt. Het kan nog zeker zes jaar duren voordat van de bestaande, verouderde datawarehouses afscheid is te nemen.
Het UWV neemt de kritiek ter harte en heeft besloten tot een herstructurering van het project dat cruciaal is voor de eigen toekomstige bedrijfsvoering.
Dit blijkt uit een brief van minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) aan de Tweede Kamer. Met de veranderingen in de projectaanpak komt UWV tegemoet aan de kritiek van het BIT. Op dringend advies van dit bureau centraliseert het UWV de aansturing van dit project om meer grip op de uitvoering te krijgen. De directeur Gegevensdiensten kan voortaan directe opdrachten geven aan directeuren in de lijn. De projectleiding krijgt de benodigde bevoegdheden om te kunnen sturen op afhankelijkheden en daarmee op resultaat.
Bovendien wordt overgegaan op een agile werkwijze bij de softwareontwikkeling. De ontwikkelteams worden integraal verantwoordelijk voor oplevering van software. Het veel te groot opgezette project wordt in behapbare stukjes opgeknipt. Het streven is de informatieproducten snel en in korte cycli op te leveren. Dit gebeurt op basis van ‘goed genoeg’-bouwblokken. Gestopt wordt met het eerst volledig generiek uitwerken van bouwblokken. Ook wordt niet meer gewacht met het valideren van de werking.
Data Integratie Magazijn (DIM)
Het project Datafabriek moet leiden tot vervanging van de huidige datawarehouses en realisatie van het Data Integratie Magazijn (DIM). Dit nieuwe datawarehouse moet UWV in staat stellen meer datagedreven te werken. Het is de bedoeling informatieproducten in de vorm van sturings- en verantwoordingsrapportages te maken die data uit meerdere applicaties combineren. Alle divisies en directies binnen UWV gaan het DIM gebruiken. Tussen de 1.200 en 1.500 rapportages worden hiermee voorzien van informatie.
Vervanging van de drie bestaande datawarehouses is urgent. Anders dreigen problemen te ontstaan rond de continuïteit. Voor een datawarehouse eindigt de technologische ondersteuning al eind volgend jaar. Bij een ander datawarehouse zijn de kennis en documentatie onvoldoende, waarschuwt BIT. Andere redenen voor vervanging zijn de AVG, het risico op falende it en de vraag naar meer flexibiliteit bij het combineren van data en het maken van rapporten.
Het nieuwe data-integratieplatform wordt InfoSphere van IBM. Verder is een ontwerp gemaakt hoe gegevens in stappen moeten worden ingelezen en verwerkt.
Nauwelijks maatregelen
UWV werkt al bijna drie jaar aan een nieuwe datawarehouse. Maar BIT denkt dat het nog lang kan duren voordat een van de drie huidige, verouderde datawarehouses is te vervangen. Op de ingebruikname van het nieuwe DIM is nog geen zicht, aldus de BIT-toets. Ook ziet het BIT nauwelijks maatregelen waarmee het project wel resultaat oplevert.
Probleem is dat het project geen sturingsmogelijkheden heeft op het aansluiten van bronsystemen en het omzetten van rapportages. Bovendien is er geen grip op de voortgang. Een realistische planning met voldoende meetmomenten ontbrak tot nog toe. Zo blijven opgelopen vertragingen lang onbesproken en wordt er niet tijdig bijgestuurd.
Het BIT signaleert een waslijst aan tekortkomingen. Zo gaat de planning zonder onderbouwing uit van een toename van de ontwikkelsnelheid, terwijl bij vier van de vijf ontwikkelteams sprake van vertragingen. Volgens het BIT komt dat mede doordat met losse teams wordt gewerkt die wachten op elkaars halffabricaten. Deze versnipperde aanpak leidt tot inefficiënt werken. Het BIT raadt aan de teams naar informatieproducten te organiseren. Elk team dient eenduidige verantwoordelijkheid te krijgen, zo luidt het advies.
Het project blijft ook te lang hangen in de ontwerpfase. Door een verkeerde focus in de ontwerpfase moet lang worden gewacht op bruikbare resultaten. De aanpak is gericht op het op voorhand gedetailleerd ontwerpen en vervolgens realiseren van volledige generieke technische deeloplossingen. Verder is er sprake van een verzanding in gedetailleerde uitwerkingen van de bouwblokken waarvan het nog maar de vraag is of daar later gebruik van wordt gemaakt.
Bij het UWV maken ze nog steeds rapportages?
Lees iedere zondagavond het feuilleton over de ICT bij het UWV op Geenstijl en je weet dat over een paar jaar en enkele honderden miljoenen verder er in het meest positieve geval een gedrocht wordt opgeleverd. Waarschijnlijker is dat er een nieuwe schil met minder functionaliteit om het bestaande warehouse wordt opgeleverd.
Voor degenen die onder een steen hebben geleefd, hier het hele verhaal over UWV en hun data, verteld vanuit het perspectief van databasedokter René Veldwijk: https://www.geenstijl.nl/5149693/nieuw-op-gs-uwv-kroniek-van-een-faalfabriek/
Uiteraard staan de beste stuurlui aan de wal maar om database dokter René Veldwijk serieus te nemen in dit feuilleton is alsof je Napoleon steunt. Want het probleem lijkt me vooral organisatorisch en betreffende de regie is het dan ook fantastisch dat er met ‘agile werken’ allemaal kapiteins van reddingssloepen aangesteld worden maar daarmee redt je niet het schip. Een schip dat vooral stuurloos lijkt te zijn geworden op een zee van ongestructureerde data want InfoSphere was 10 jaar geleden al een betonblok.
Het falen zit eigenlijk al ingebakken in het begrip “datafabriek”.
Of nog korter: datafabrieken zijn faalfabrieken.
Jack,
Ik pak de handschoen op want het begrip fabriek gaat toch meer om de werkplaats dan het proces. Nu moet ik wel zeggen dat het idee van data in en informatie uit als proces veel weg heeft van een fabriek terwijl René meer van het pakhuis is. Het verhaal van situational awareness zullen we maar zeggen als we kijken naar het probleem van een inzicht in de situatie achteraf. Napoleon vond zijn Waterloo in het onverwachtte omdat Wellington een andere strategie toepaste.
Advies van BIT aangaande een organisatie naar de informatieproducten betekent naar mijn mening dus dat je in de (data)fabriek een productielijn inricht, zeg maar zoiets als een keten. Aangaande ketens hou ik van de Theory of Constraints zoals je weet want wachttijd is een verlies aan efficiëntie maar teams en verantwoordelijkheid hierin zijn een farçe bij de overheid. Want of de datafabrieken inderdaad de faalfabrieken zijn lijkt vooral bepaald te worden door de hiërarchische koninkrijkjes bij uitvoeringsinstanties.