Terwijl het gros van de EMEA-landen aan hun zesde of zevende maand van de lockdown beginnen, blijven netwerken overuren draaien om te garanderen dat bedrijven blijven functioneren. Hoewel de maatregelen enigszins versoepelen, neemt de druk op de netwerken allesbehalve af.
Van die niet aflatende druk zijn maar weinig mensen zich bewust. Logisch ook, want een goed netwerk is zo goed als onzichtbaar. We kunnen het vergelijken met het beeld van een zwaan: wanneer we het dier op het water zien drijven, ziet alles er rustig uit. Onder het wateroppervlak is het een heel ander verhaal.
In 2018 stelde ZK Research dat de gemiddelde netwerkoperator tien uur per week bezig is met het opsporen en herstellen van wifi-problemen. Dat was lang voordat teams door de pandemie versnipperd werden over steden, landen en zelfs continenten.
Meer dan 65 procent van de netwerkactiviteiten in ondernemingen gebeuren (volgens Gartner) nog altijd manueel. Het aantal toestellen, toepassingen en locaties die met het netwerk connecteren, zijn door telewerk alleen maar toegenomen. Daardoor beseffen it-teams en bedrijven dat manueel werk niet duurzaam is. Zeker nu de nadruk verschuift van bedrijfscontinuïteit naar bedrijfsherstel.
We hebben nood aan een soort zesde zintuig dat de druk op het netwerk verlaagt door manuele tussenkomsten overbodig te maken en de resolutietijd te verminderen. In de wereld na Covid-19 zal dat zesde zintuig voor bedrijven belangrijker dan ooit worden.
Business as ‘unusual’
Het ziet ernaar uit dat we op lange termijn aan telewerk zullen blijven doen. Organisaties kunnen er maar beter niet van uitgaan dat het snel weer business as usual wordt. Zonder oplossing zullen veel activiteiten die door Covid-19 zijn uitgesteld – evenementen voor klanten, salesvergaderingen met het volledige bedrijf, digitale transformatieprojecten – op een virtuele manier moeten hervatten.
Tegelijkertijd zullen medewerkers meer vertrouwd geraken met hun nieuwe werksituatie. Daardoor willen ze grotere bestanden doorsturen, meer collega’s aan videogesprekken toevoegen, en ook buiten hun eigen woning aan telewerk doen. Ze zullen dus veeleisender worden en problemen minder gemakkelijk door de vingers zien. Kortom, we verwachten veel meer van onze netwerken dan enkel online zijn.
Gezondheid en veiligheid
Die verhoogde verwachtingen kunnen we ook uitbreiden naar onze fysieke omgeving wanneer organisaties beslissen om hun kantoren te heropenen. Bedrijven willen de werkruimte voor hun werknemers en gasten uiteraard zo veilig mogelijk maken. Ze rekenen daarbij op door ai gedreven contact tracing tools om de sociale en fysieke afstand te verzekeren.
Enkele potentiële oplossingen:
-
Het werknemersverkeer meten aan de hand van heat maps, zodat het gebruik van gedeelde voorzieningen (zoals een cafetaria) beter geregeld kan worden en schoonmaakploegen de frequentie van reiniging hierop kunnen afstemmen;
-
Meldingen voor het bedrijf en/of de werknemers die helpen bij social distancing;
-
Contact tracing om de verspreiding van het virus tegen te gaan door in kaart te brengen wie met een besmette werknemer in contact is gekomen;
-
Gezondheidscontroles aan de hand van videobeelden en ai (bijvoorbeeld temperatuurmeting) om proactief besmette gasten en werknemers te identificeren en helpen.
In al deze toepassingen speelt het netwerk een cruciale rol.
Plannen op lange termijn
Terwijl gezondheid en veiligheid van vitaal belang zijn voor het herstel van een organisatie, is de heropleving enkel mogelijk dankzij data.
Volgens IDC zullen er tegen 2025 meer dan veertig miljard toestellen verbonden zijn. En die zullen samen 79.4 ZB aan data genereren. Naarmate Covid-19 meer activiteiten en datacreatie naar de rand duwt, wordt duidelijk dat de netwerkarchitectuur van vandaag ai-gedreven en voorspellend moet zijn. Alleen zo hebben bedrijven een kans om niet enkel te kunnen volgen, maar ook effectief iets te doen met wat ze hieruit leren.
Wie data met succes inzet – door analyse en realtime-reacties – kan waardevolle inzichten verkrijgen in het veranderende aankoopgedrag van klanten. Zo wordt het mogelijk nieuwe diensten te leveren die helpen om op te vallen in de massa en opnieuw in een groeitraject terecht te komen.